44 resultaten
Jonge, de | 1416-03-12
R.A.H. Coll Aanw 53 fol 242v
Achternamenindex
Folpert de Jonge draagt op uit eigen goed: - 23 morgen 2 hont in het land van der Lede in Lederbroeck, belend tussen ene zijde: Dirck Reynersz en Claes Zegersz, andere zijde: Willem Gamersz erfgenamen, strekkende van de Lederbroekse weg tot aan de Middelkoipschen dijck; - de helft van 14 morgen land in Weverwijk, samen met de erfgenamen van Jan Jongen, belend tussen Dirck Reynersz erfgenamen en Jan Harmansz erfgenamen, strekkende van de Weverwykse weg tot de Middelcoopse dijk toe; de hertog beleent vervolgens Jan die Jonghe, zoon van Folpert, hiermee; vervolgens maakt Jan die Jonghe dit leen tot lijftocht voor zijn vader Folpert en zijn moeder jvr Zouden Zouden
zie ook 1416 (1415) Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 36
Tuer | 1424-09-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61v, 134v, 135v, 152v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet met haar man Lambert Tueren als voogd draagt over de lijftocht die zij had aan: 1) 4 dachmaet lants gelegen op ter Eme in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp lant streckende van den Brinck an Wouter Willamsz maet toe, die Stevens plach te wesen, lantwaarts: Rose Lambert Wotuer Muschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede mitten engeland, van den brinck streckende an den overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) den Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7)½ mud lands, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: die heren van Oudmunster, 8) een schepel lants, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem [1453 in margine: dit vierdel heeft ontfangen overmits een maeck Willem van Oostrum Dircsz (fol 4); mr Aelbert Buer, prior van de Certrosen te Utecht ontvangt älles; "dit heeft nu Peter van Coelenberch, apud dom. Ger. de nova ecclesia fol 292"; "Daerna hebben de Carthuizers dit goet overgegeven ende heeft ontfangen Claes van Oestrum fol 134"; 1440-03-23: broeder Johan Voss van het Carthuizer klooster draagt op al dit goed en Claes van Oestrum wordt beleend, en maakt het tot lijftocht voor zijn vrouw Agniese Willemsdochter van Nyenvelde; 1453-03-04: beleend Dirc van Oestrum na dode van zijn vader Claes
mannen: Gysbert Godscalc, Vrederic van Voerde, Willem van der Meer; 1453: Zoude van Rijn, Gosen Willamsz
Poelenburg, van | 1574-02-13 (1573)
R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Kennemerland fol 10v, 23
Achternamenindex
koning Philips beleent Willem Bouwensz van Poelenburch na dode van zijn vader Bouwen Willemsz met een huysinge, hofstede en boomgaert in de ban van Heemskerk [Poelenburg] met het land daarvoor gelegen, 4 acker land voor de werf, strekkende tot aan de Kerkweg, en de weide achter het huis effen breet der voorlanden voor den voorsloot suytwaerts af te meten doorgaende tot aen de Hecksloot (1576: Kercksloot) toe, tot een onversterfelijk erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven; 1576-08-06: beleend Isack Bouwensz van Poelenburch na dode van zijn broer Willem (vgl 1574-02-13)
mr Cornelis Oem, Raad ord. in den Hove van Holland, Pieter van der Borch, leenmannen; 1576-08-06: mr Cornelis Oom, jhr Henrick Heermaal, Jacob de Jonge, Vranck van Berendrecht, Harman Oom Harmansz, leenmannen
Heemskerk
Ackoy, van | 1389-05-12
R.A.H Coll Aanw 45 fol 572
Achternamenindex
lenen van Ackoy: leenheer Harberen van Hoekelem, heer van Ackoy: 1) Ghijsbrecht de Grote van Beest 4 morgen land, 40 sch en 48 hoenre [nogmaals?] en 8 morgen land zonder brief; 2) Ghisebrecht Ghisebrechtsz van Deij de jonge 8 morgen; 3) Herman de Monic 3½ morgen in Donkershove; 4) Gheryt Gheerkensz 4½ morgen in Donkershove; 4b) Aernt de Ledighe Claesz 14 hont op ten Weert te Ackoy; 5) jonge Aernt Dierout 4 morgen; 6) Arent Dierout de jonge, Wouter van den Berghe, Robbert Dieroudt, Robbert van Ghenderen, elk 13 morgen op Ackoy; 7) Dirc Zeghen [Zegersz?] volgens zijn brief; 8) Alpher Alphersz van der Horst 9 morgen op Ackoy; 9) heer Otto van Asperen het halve veerscip tussen Asperen en Ackoy, ⅙ deel van de visserij te Ackoy, en 9 morgen in Dalem; 10) Allart van Bueren 2 hoeven in Ackoy; 11)Harberen Lourensz 5½ morgen te Ackoy in Donckershove en 3 morgen in Koijerscape; 12) Harman Harmansz van Lochorst 13 morgen tot Ackoy; 13) Wouter van Stoutenborch Woutersz 5 morgen en 2 hont land bij Ghisendamme; 14) Gheryt Gherytsz zulk leen als hem [here?] Garbrant van Beest hield, hetzij veer of hofstede; 15) Roetk 2 ½ morgen op Ackoy; 16) Gheenken Roetk 4 morgen en 2 hont op Ackoy; 17)Hubert van Buesinchem de gift van de kerk te Vrieswijc, het goed in den Loe en het gerecht van de Zevenhoeven in Lopik; 18) heer Hubert van Culenborch 2½ hoeve land op Ackoy en in de Lopikerwaert 24 morgen, de visserij van der Cule, al de hofsteden ten Gheijne die van hem zijn en het recht "als hi an den craen heeft aent overtrecken ende overdragen ten Gheijn dat hi daer of heeft"