48 resultaten
Kemp, de | 1472-05-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 42v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foeijert als een hof- en tijnsmeester oorkondt dat Willam de Kemp en zijn vrouw Angniese hem opdroegen tbv Jan Dircsz, 1 morgen land in de heerlijkheid van Lienden, belend oost: Mergriet Willam Vonckendochter, zuid: de gemeen straet, west: Henric Jan Harberensz, noord: Steven van Grotenvelt; vervolgens ontvangt Jan Dircsz dit goed in erftijns
tijnsgenoten: Jan van Meerten, Lambert van Zoemeren
Tulle | 1410~
Leenregister Culemborg
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Jan van Sconauwen een viertel te Scalcwijk, die Jan Tullenz houdt van de vrouwe van Sconouwen (fol 21v); - Willem van Oestrum Jan Tullenzsz 2 morgen te Scalcwijc, belend boven: de heren van St Meerten te Utrecht, beneden: Willem zelf (fol 8v); - Sweder Petersz 2 morgen waar Willem Jan Tullenz.z. een luesse aan heeft, belend boven: St Mertyn, beneden Willem Jan Tullenz.z. (fol 4); - Jan Tullenz 2 morgen te Scalcwijck, erfleen (fol 24); - Geryt Doijs Willemsz 2 morgen te Schalckwijk in het gerecht van Culemborg, belend boven: St Mertijn, beneden: Henrick Geritsz van Cleve, samen met Johan Tullenz
Berkenrode, van | 1589-09-27
G.A. Haarlem Not Arch no 8 fol 186, 220
Achternamenindex
testament van Gerard van Berckenrode, baljuw van Kennemerland x jvr Geertruud van Abcoude, genaamd van Meerten; genoemd: zijn broers Cornelis en Adriaen, zijn oudste broer Cornelis is leenopvolger; legaten aan Henrick, zoon van zijn broer Dirk, Erkenraad dochter van wijlen Jan van Berkenrode, Catharina de Jonge, dochter van Catharina van Berkenrode, Agatha, Henrick, Margriete, kinderen van Sybrant van Berkenrode; hij had 2 natuurlijke zoons, Dirick en Geryt (volgens donatie's van 1566-12-04, 1567-04-17, gepasseerd voor Dirck Volckerts Coornhert), en een overleden zuster Jacoba, weduwe van Dirk van Huessen; protocol 8 fol 220: huwelijksvoorwaarden van Jan Aerntsz en Erckenraet van Berckenrode, met haar ouders Cornelis en Marytgen van Berkenrode
Hamelenberge, van | 1478-05-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 219, 220v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clawardi beleent Griet Petersdochter, weduwe van Dirc van Hamelenberge, tbv hun onmondige oudste zoon Gysbert (zij vraagt belening daar oom en voogd van Gysbert, Geryt van Hamellenberg buitenlands is), met een erve gelegen tot Zoes met de camer en husinge, soe die nu betimmert staet, streckende van der brenck in die Eem, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: het convent in die Birckt, hem aangekomen bij dode van zijn vader Dirck, Steven Willemsz doet de eed voor hem; 1479-07-04: Agneze Dircksdochter van Hamelenberge wordt binnen jaar en dag na dode van haar broer Gysbert van Hamelenberge hiermee beleend, na dode van hun vader Dirck, Steven Willemsz doet de eed voor haar; "dit goet hebben ontfangen Jan Ude die een helft ende Jan van Cleve die ander helft", "ende daernae ist hele goet weder gecomen op Jan Ude"
leenmannen van het Sticht: Eerst van Meerten, Gheryt Ouwert; 1479: Steven Willemsz, Evert van Heze
Haefswade, van | 1425-06-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 34, 32
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat voor zijn hof- en tijnsmeester Bernt van Broechagen verschenen is Jorden van Haefswade en zijn vrouw Gheertruit, die hem opdroegen 5 morgen land geheten die Houthoeve in Kesteren, belend oost: land van de papelike provende te Kesteren, zuid: een gemene straat, west: de heren van St Walburch te Arnhem, noord: een gemene straat; vervolgens ontvangt de jonge Jorden van Haefswade Jordensz en zijn vrouw Alydt Wouter Hackendochter dit goed ten erftijns, jaarlijks voor 11 scepel mout etc; 1428-05-12: Jorden van Havenszwaeij Jordensz en zijn vrouw Alit Wouter Hackendochter dragen dit leen op en vervolgens word heer Geryt van Meerten, cureit tot Kesteren, beleend tot tijnsrecht tegen een jaarlijkse tijns van 11 scepel
tijnsgenoten: Willam van Zuemeren [Zomeren], Johannes van Elt; 1428: Willem van Zuemeren, Gerefaes Zuermontsz
Loon, van | 1468, 1473-10-17
Reg Gelderse Lenen 13e stuk Nijmegen p 767 ev
Achternamenindex
voorgaand leen, zie 1379: Steeksen van Loon, lijftocht voor zijn vrouw Willem; 1481-07-24: eed vernieuwd; 1497: Roloff van Loon erfgenaam van zijn vader Steesken; 1521-10-04: Cornelis van Loon, onmondig, erfgenaam van zijn vader Rolof; 1535-04-09: doet zelf de eed; 1538-06-02: zijn weduwe Beerta van Merten ontvangt lijftocht aan de helft van het leen; 1538-09-16: Rolof van Loon, onmondig, erfgenaam van zijn vader Cornelis, 1544-07-11: eed vernieuwd; 1550-11-06: Beerta van Meerten erfgenaam van haar zoon Rolof; 1551-04-12: Willem van Loon bij refutatie van zijn broer Stees, priester; 1578-09-01: Oyda van Loon vrouw van Gerrit van Merenburch bij transport van haar vader Willem; 1594-08-08: eed vernieuwd; 1596-10-15: Cornelis van Merenborch, erfgenaam van zijn moeder Oyda
Muys | 1410~
Leenregister Culemborg fol 5v, 25v, 31, 32
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Flips bastaard van Culemborg ½ hoeve in Rijswiker maelschap, die Heinric Mus was (fol 5v); - Sweder van Voern 1 hofstede met een hoeve land en 3 ½ morgen voor de brug, behalve 4 morgen die Gijsbert van Blasenborch daaruit heeft, belend boven: die Doemdekens erfgenamen en Heinric Mus in de aftercoop en middelcoop, beneden: de heren van St Meerten (fol 25v); - Heinric Mus 11 morgen 1 ½ hont in de Enge en in de Zuevengerden in het maelscap van Mauderic, tussen het land van Dirc Doys van Avezaet en de straat, belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: Roelant Saffentijnsz; - nog een morgen in de oude Weijde, die van Dirc van Duven was, belend boven en beneden: Geryt uten Werde (fol 31); - Henricus Mus 2 morgen op Sydervelt, belend boven: de kinderen van Jan van Assche, beneden: de kerk van Zidervelt (tevoren beleend Claes Hillincsz; Henric Mus draagt het over aan Jan Philipsz) (fol 32)
Monijck, de | 1454-09-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 366v, 392v, 380, 398
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Claes die Monijck als momber van zijn neef Jan Gerijtsz in Borselen, ½ tiende in Hoegenlande, zoals heer Phillips van Borssele heer van Cortgene van ouds in leen hield, en aan zijn nicht de vrou van Poeck bestorven zijn, en bij wanverzoek van haar man heer Daniel van Boechout, aan de abdij vervallen waren, daarlaatstgenoemde deze halve tiende zonder consent van de abt aan Geryt Jansz des voirs Jan Jansz vader verkocht had, hij wordt beleend tegen een jaarlijkse pacht van 18 groten oude Coninx Tourn; "heeft verzocht Claes Jan Betsz in eodem libro fol 398v"; 1472-07-21: beleend mr Henric Walichsz als momber van zijn neef Claes Jan Betsz, na dode van zijn oom Jan Gerytsz in Borssele; "dit heeft ontvangen Peter Cornelisz in libro abbatis de Stege fol 15"; 1473-03-25: beleend Petronella Goijert Mensendochter met haar man Joest zoene Dircsz, na dode van haar oom Jan Gerijtsz; "dit heeft Claes Beth"; 1478-06-21: beleend Claes Jan Bethsz, nu mondig
mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Schoenenburch; 1472, 1473: Geryt van Ryn, Tyman Mouwer van Heersell; 1478: Eerst van Meerten, Johan Taets