Bouchorst, van der | 1344

Rek Hen Huis I p 359-372

Achternamenindex

ontvangsten Florans van der Boechorst van goederen van het monniken huis op Markerhoefde,verkocht tbv mijn heer: in den westhuse: lijst met voorwerpen o.a. 3 vlassaerde, casen, potten, ketel, mostaertzade; - Coppe Han Leijdenzsz van Scellingwoude, van 1 zwarte coe 3 £; - Herman ver Lysenz van Weespe van 2 scillede calveren 25 sc 8d. Ontvangen van goederen in den oesthuse van Markerhoefde: - Coppe Alides van Utdamme van 1 zwart blare coe 32 sc en van mouden 15d. Ontvangen van inghebodelt: - Claes ver Alidenz van 1 moude 2d

Teylingen, van | 1567-04-15

J Hof: Abdij Egmond p 467

Achternamenindex

Dirk van Teylingen, rentmeester van de abdij Egmond, reisde met de prior naar Abspoel, waar de bisschop verbleef, om te klagen over de financiële nood van de abdij; 1568: hij moest geld voorschieten voor de meest noodzakelijke levensmiddelen van de monniken; in 1566 had hij al 11027£ voorgeschoten. Dat hij eerloos ontslagen is, lag niet aan hem, uit alles blijkt dat hij er hart voor had: in 1562 verbleef hij 14 dagen in de abdij om het comptoir van de overleden abt te regelen

Avesaet, van | 1319-03-17

Regesten Bisschoppen van Utrecht no 410, 434

Achternamenindex

prelaten en kapittelen der stad, abt en convent van St Paulus en commandeurs en broeders van St Johannes en de Duitsche Orde berichten de paus dat zij tegenover Reynoldus zoon van Reynoldus graaf van Gelre, Walterus de Keppel, Borro de Dornic, Jacobus de Meerlaer, Godefridus Tenghenagel, Bernardus de Dorenwerde, Baldewinus de Avesate, Petrus de Lecka, Theodericus de Moerse, ridders; Gerardus de Baersdonc, Ghiselbertus de Herwene, Ghiselbertus de Haeften, Gerardus de Broeckem, knapen, die in hun strijd tegen de vrijheid der kerk van bisschop en officiaal appeleren op de paus, tot hun vertegenwoordigers benoemen twee monniken

Haeften, van | 1319-03-17

Regesten Bisschoppen van Utrecht no 410, 434

Achternamenindex

prelaten en kapittelen der stad, abt en convent van St Paulus en commandeurs en broeders van St Johannes en de Duitsche Orde berichten de paus dat zij tegenover Reynoldus zoon van Reynoldus graaf van Gelre, Walterus de Keppel, Borro de Dornic, Jacobus de Meerlaer, Godefridus Tenghenagel, Bernardus de Dorenwerde, Baldewinus de Avesate, Petrus de Lecka, Theodericus de Moerse, ridders; Gerardus de Baersdonc, Ghiselbertus de Herwene, Ghiselbertus de Haeften, Gerardus de Broeckem, knapen, die in hun strijd tegen de vrijheid der kerk van bisschop en officiaal appeleren op de paus, tot hun vertegenwoordigers benoemen twee monniken

Loon, van | 1016-09-06

Limburgse Oorkonden I no 146, p 84

Achternamenindex

de bisschop van Luik, Balderik II, doteert de abdij St Jacob te Luik, nadat hij de krocht ervan gewijd had (09-08); getuige o.a.: zijn broers Giezelbrecht graaf van Looz [Loon] en Arnulf, de graaf wordt als voogd aangewezen op wens van de monniken. Hij mag te Sylva (Saive) eigendom der abdij maar 3x per jaar pleit houden en iet meer dan 10 paarden meebrengen. Dit is de eerste keur waarin het graafschap Loon genoemd wordt. 1034-11-03: de graven Arnulphus en Gislebertus zijn getuigen voor de bisschop van Luik

Cralingen, van | 1445-1510

Kroniek van Egmond Jan van Leiden 1732 p 208/Hof Abdij Egmond p 132, 483; Inv Arch Abdij Egmond rek no 983, Inv 422, rek 805, 934, 939, 940, no 78

Achternamenindex

Ogier van Cralingen werd door de oude (gevluchte) monniken uit Egmond op het kasteel Ypekaar bij Breda tot abt van Egmond gekozen. Tenslotte trok hij zich terug en ontvang al het huisraad en zilverwerk van de overleden abt en een jaargeld van 600 gld en bleef tot zijn dood in Breda wonen: 1445-1510: sacerdos monachus Egmondensis, intede 1445, vroonmeester 1475, prior 1481-1491, prior te Ypelaer 1491-1510. 1470-1488: rekeningen van heer Oedsier van Cralingen (no 934, 939, 940). 1494-1495: stukken betreffende niet-gereformeerden oud-prior Odzerus van Cralingen (no 78)

Vliet, van den | 1417

Navorscher jg 1851 p 58, 109

Achternamenindex

abt Gerard van Ockenbergh ontvlucht de abdij naar Utrecht, waar hij in ballingschap stierf in 1424; de heer van Egmond zoekt toenadering tot de rentmeester Jan Bartolomeusz, die door de abt wordt afgezet en vervangen door Jan Alewijnsz; Gijsbert van Vliet, die tot de partij van de Egmonds behoorde, kreeg het bewind over de abdij; hij verpandde de beroemde altaartafel van Hildegard voor 700 dukaten te Brugge; 1417: Gysbert van Vliet, na 1417 abt geworden, maar niet erkend door de monniken, daarom van de lijst van abten geschrapt

Borre | 1423-03-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 124

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt, monniken en capittelaers van St Paulus zetten, met consent van de bisschop, alle hofgoed en tijnsgoed gelegen in den kerspel van Loesden, Zoes, de buerscap van Heze en op Zeyster Oever, om in onversterfelijke erflenen; Jan Borre Claes Bannenz draagt op een hoeve land gelegen in de maelscap van Weede en van Emminglaer in het kerspel van Loesden, geheten Lienlaer, met alle toebehoren, tijnsgoed, en vervolgens ontvangt Jan het in onversterfelijk erfleen. "Dese hoeve heeft Margriet Jan Bannenwijf half ontfangen Pelgrimsdochter. Ende des brief staet over dat 3e blat"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Johan Lambertsz; voor leenmannen: Geryt Zoes, Gijsbert Godscalc, Gerrit Petersz; Gheryt van Damassche, abt, Jan Binmaert, prior, Florens van Zevenhuysen, Geryt van Amersoyen, Willam uijten Hage en Jan Taers, monniken en capittelaers van St Paulus

Cuyk, van | 1220-1226~

De Fremery no 58,/Van Mieris II bl 680/v.d. Bergh II no 302

Achternamenindex

Dirk heer van Voorne, ridder, burggraaf van Zeeland en Alverade, zijn vrouw verklaren dat wat aan de kerk is geschonken tot geen ander behoord te worden aangewend en bevestigen dat zij 11 gemeten in Somerland, uitgezonderd een klein gedeelte dat door de broeders bij Bommenede gebruikt wordt, voor de eetzaal van de monniken ter Does hadden geschonken. [dat Alverade tot het geslacht van Cuyk behoorde, blijkt uit een brief van vrouw Christiaan vrouwe van Raephorst, waarin verklaard wordt dat Hugo van Voorne, een zoon van heer Dirk van Voorne, een zoon was van een zuster van de vader van Dirk van Cuyk, burggraaf van Leiden]

Rolland, van | 1367-08-14

R.A.H. 44 fol 164/Reg Albrecht IV fol 99v; Van Mieris III p 212

Achternamenindex

Claes Willemsz van Spernewoude heeft de goederen van zijn vader ontvangen: - de woning te Rolland metten heemwerf te gader 8 morgen lants; - een camp land aan de zuidzijde van het huis; - 4 morgen ten Groenreburgge; - 2 camp land van 7 morgen en 2 hont; - de helft (⅔ ?) van de corentiende gelegen tussen die Spaerne bij "de Kerfslote" [er staat: beij den kenslote]en der Bosingerliede, opgaande tot Lymmere, met de smaltiende; - 4 hoet gerst te leveren uit de Monniken hove van Tessele, alle jaren tot Hairlem an t land tot St Martynsmisse buten Willem's cost. "Dit selve goet voirs heeft Margriete van Rolland ontfaen, 's vridaechs na Remigi. Hierover waren als mannen heer Philips van Polanen die burchgrave ende hair Gheryt van Heemstede"

mannen: heer Wouter van Heemskerck, Gheryt van Poelgeest, Bartholomeus van Raephorst