Rover, de | 1615-09-30

Not Arch Amsterdam 378 fol 622/Notaris Nic. Jacobs

Achternamenindex

Abel de Roover, verwer en burger te Amsterdam, tevens als vader van Geertruyd de Rover, oud 20 jaar, en zijn zoon Floris de Rover, oud 15 jaar, moeder is: Frijntgen Floris Rodenborghs, machtigt Jeremyas Michielsz, suyckerbacker en burger van Amsterdam om te vorderen te Antwerpen en elders in Brabandt an de heer van Berchem, Eyckeren en Strael als erfgenaam van zijn schoonmoeder Maria van Halmael, alle zulke penningen als wijlen zijn vader Roelandt de Roover verstrekt heeft voor het sterfhuis van wijlen Agnete van Halmaele; zijn vader had door het doorsteken van dijken niet de beschikking gehad over zijn landen, 1582-12-12: contract tussen Jan van Straelen, Jacquelyne van Inckevoort en Cornelis van Eyckeren ter ener en Johan Roelant de Rover ter andere zijde, en 600 gld die hem uit dit contract toekomen

Rumelaer, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 8, 9v, 71, 85, 14v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem (doorgehaald en vervangen door: Sweder) van Rumelaer 24 ½ morgen land in de maelschap van Mauderic int Nyslach, tussen de heer van Culemborg en Roelant Henricsz en de Medelsche stege, strekkende aan de Tielseweg en de Medelse camp, als Willem kinderloos sterft komt dit leen op zijn broer Aernt Swedersz van Culemborg (fol 8, 9v); - Willem uten Weerde dat goed dat Gerijt van Kulenborg opgedragen heeft, 13 morgen int Nyslach in Mauderick, belend: Willem van Rumelaer en Henrick Ottenz, van de gemene straat tot Medelse Kamp; - Otte Koel Claesz 2 morgen in Kulenborgerbroeck op Rietvelt, belend boven: de erfgenamen van Willem van Rumelaer en beneden: Jan Spronck; - Gysbert van Vuylkoep 1 viertel gelegen in Kulenborger broeck bij der Wade aan de Diefdijk, belend boven: Gijsbert zelf en beneden: Willem van Rumelaer

Maurik, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 78v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: Reynalt van Mauderick: - 11 ½ morgen in Mauderic geheten in den Enge en de Suevengerden, strekkende van Dirck Doijs van Avesaet tot aan de gemene straat, belend boven: Roeland Heymericxz, beneden: Roelant Saffentijnsz, - 1 morgen geheten die Aude Weijde, die van Dirck van Duven was, belend boven: Reynalt met leen van Culenborg, beneden: Gerijt uten Weerde Roelofsz, - 1 morgen 19 roeden in de Aude Weijde, belend boven: Henrick die Monick, beneden: Reynalt met die Aude Weijde, - 4 hont 82 roeden in de Enge, belend boven en beneden: hijzelf met leen van Culenborg, - 1 hofstad met 5 morgen op de Prick, belend boven: Jorden Doijs en beneden: de vrouw van Herman Gybenz met haar kinderen, strekkende van de Prick tot aan de Huefde, opgedragen door Henric van der Eme Roelofsz anno 1400 die Marci Evang

mannen: Henric van Mauderick en Gysbert van Kulenborg, bastaard

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 3v, 5v, 8v, 10v, 12

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Steven Aerntsdochter van Schalkwyk 4 morgen op Parijs, belend boven: Wouter Coevoet, beneden: Wouter bastaard van Culemborg; - Flips bastaard van Culenborg ½ hoeve land in Ryswikermaelschap die Heinric Mus was, - Phijlips 2 ½ morgen die Wouters van den Velde waren, gelegen in de Calveweert tot Waterbuesinchem; - Willem (boven: Sweder) van Rumelaer 24 ½ morgen land in de maelschap van Mauderic int Nyslach, tussen de heer van Culemborg en Roelant Henricsz en de Medelsche stege. Als Willem kinderloos sterft komt dit leen op zijn broer Aernt Swedersz van Culemborg; - Hubert van Culenborg heer van Meere zijn goed in Betuwe, "daer de here van Meere syn vader aen gheghoet was"; - Otte van Hoekelem 1 hoeve op die Ketel wade, tussen Wouter bastaard van Culemborg met leen van Culemborg en Ghijsbert Craft

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142

Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"

Weerde, uten | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alart uten Weerde Geritsz 2 morgen in de maelscap van Ryswijck, belend boven: heer Johan van Kulenborg, beneden: Roelant Heymericsz, en 7 hont over de polre, strekkende van de polre tot op de Halswyfsdyck, belend boven: Joest Doijs, beneden: de hertog van Gelre (fol 69v); - Alart uten Weerde de helft van 2½ morgen met huis en hofstede en nog ¼ deel van de anderehelft ervan in de maelscap van Ryswijck, belend boven: Mechtelt de vrouw van Alart, beneden: de hertog van Gelre, strekkende van de bandijk tot aan de halffwyfdyck; - Alart uten Weerde het goed dat Gerit uten Weerde opdroeg, een hofstat te Mauderic, waarvan de rechter helft samen met de kinderen van Roelof uten Weerde Geritsz, belend boven: Bernt die Wilde en de heren van Emmerick, beneden: Henrick Ottenz, met lijftocht van Gerit uten Weerde (fol 69v)

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 35, 35v, 39

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Doijs Gerytsz 4 ½ morgen tot Rijswijc, belend boven: Mergriet van Oemeren, dat met Weyndelmoet Doijs gemeen ligt, beneden: Foyse Scelen. Met latere hand: Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Henric Doys, beneden: Aernt die Brune (dit heeft Jan Kovoet Woutersz); - Dierck Doijs Doijs Gerijtsz.z. ½ morgen te Mauderic op de meijnte, van de Wetering tot de Huijsmate, belend boven: Dierick Doijs zelf, beneden: Roelant Heymericsz;- Heinric Doys 3 morgen tot Mauderic, die Geryt uten Weerde opdroeg (fol 35v). Mannen: Steven van Lienden en Heinric van Mauderic. - Latere belening: mannen Gysbert bastaard, Joest Doijs, Lambert van de Weteringe; - Willem van der Woert Gherijt Hollenz 11 morgen land in Maudericker maelscap, strekkende van Henrics land van Mauderic en van Aleit Zybrants op in Mauderiker weteringe, belend boven: Evert uten Weerde Roelofsz, beneden: Ot Doys Jan Doijs ende Ot uten Weerde; - Gerijt Doijs van Boemel 6 ½ hove land ter goeder mate gelegen in Rijswiker maelscap in den Sconecamp, strekkenden met het ene eind aan de Broecsteeg, belend boven: Roelof van Boemel, beneden: de vrouwe van Gulik

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 69v, 71v, 72v, 73, 75v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alart uten Weerde Geritsz, 2 morgen in de maelscap van Rijswijck, belend boven: Johan van Kulenborg, beneden: Roelant Heymericsz, en nog 7 hont over die polre, belend boven: Joest Doijs, beneden: de hertog van Gelre, strekkende van de Polre op de Halfwijsdijk; - Dirck Doijs Geritsz uten Weerde dat Gerijt voirs opgedragen heeft de helft van 7 morgen in Mauderic, onderdeeld met Roelofs kinder van Weerde Geritsz, strekkende van de meynre strate op aan de Rogkampsce grave, belend boven: Alart van Weerde Gerritsz en Roelofs kinderen, beneden: Heinric Ottenz (fol 71v); - Dirck Doys van Angeren, dat Johan van der Hamme opdroeg, een hofstad met een weerd te Mauderic, belend boven: Alyt van der Hamme, beneden: de heer van Kulenborg; - Arnt Enghelsz de helft van 5 morgen te Mauderic, van de Prickstrate op aan het Meerlant an de oversten egge, belend boven: Lambert van der Weteringe, beneden: Stesken Steven Doijsz van Voern (doorgehaald en vervangen door Lambert van de Wetering); - Floris van Huekelem tbv zijn broer Maes, 18 morgen tot Goedbertingen, belend boven: Dirck Doys van der Eme met een stripen lants, beneden: Arnt Dirck Mansz