63 resultaten
Rijswijk, van | 1395
Arch Nassau Domeinraad dl I stuk 5 p 150
Achternamenindex
leen van Leck en Polanen, Uitwijk: 9 morgen 1 hond land, die Willem van Ryswyck Jansz hield, nl 4 morgen geheten de Gheer, 2 morgen op de Eng, 11 hond land tussen Rijswijk en Uitwijk en 3 hond + 5 hond, die vrij eigendom waren van Jan Hagens erfgenamen, gelegen binnen deze 11 hond, Jan van Ryswijck Willemsz; 1404: eed vernieuwd; 1415-02-04: Geryt van Ryswyck Jansz na dode van zijn vader; hij vervangt de 2 morgen op de Eng door 3½ morgen vrij eigen goed, thans 7 morgen en 3 ½ morgen 1 hond; 1462-07-20: Jan van Welle Adriaensz na zijn vader; 1472-06-04: Joost van Ryswyck Jansz na opdracht door zijn oom Jan van Wel Adriaensz; 1472-07-30: Vastraet Knobbout, na dode van zijn neef Jan van Welle; 1472-07-30: Jan Boullijns, griffier van Holland, na opdracht door Vastraet Knobbout; 1509-06-10: Joest van Ryswijck Joestenz, na dode van zijn vader
Beusichem, van | 1278-08-28
v.d Bergh II no 369
Achternamenindex
Sweder van Sulen, Sweder van Bosinchem en Willem van Ryswyck, ridders, beloven graaf Floris te helpen om Utrecht te bemachtigen met hulp van heer Gerard de Vriese, Tydeman Vrenkin, Herman ver Arnoldez, Krien, Frederic Soldenbalg, Jacob heer Vrederixz, Lambrecht de Vriese, Jacob heer Jacobsz
Liesveld, van | 1387-08-04
R.A. U Leenregister Yselsteyn 3 fol 289
Achternamenindex
Aernt heer van Egmond oorkondt dat zijn nicht Belije, Aernt dochter van Liesvelt en haar man Allart van Ryswyck hem heeft opgedragen de leenweer van 18 morgen land die zij en haar ouders hielden, gelegen in de Hoghe Biesen; vervolgens wordt Otte Zuijrmont ermee beleend
Ysselsteyn
Krien | 1278-08-28
v.d Bergh II no 369
Achternamenindex
Sweder van Sulen, Sweder van Bosinchem en Willem van Ryswyck, ridders, beloven graaf Floris te helpen om Utrecht te bemachtigen met hulp van heer Gerard de Vriese, Tydeman Vrenkin, Herman vrouwen Arnoldesone, Krien, Frederic Soldenbalg, Jacob heer Vrederixz, Lambrecht de Vriese, Jacob heer Jacobsz
Rijswijk, van | 1278-08-28
v.d. Bergh II no 369
Achternamenindex
Sweder van Sulen, Sweder van Bosinchem en Willem van Ryswyck, ridders, beloven graaf Floris te helpen om Utrecht te bemachtigen met hulp van heer Gerard de Vriese, Tydeman Vrenkin, Herman ver Arnoldez, Krien, Frederic Soldenbalg, Jacob heer Vrederixz, Lambrecht de Vriese, Jacob heer Jacobsz
Rijswijk, van | 1522-05-08
Schepenregister Breda fol 51
Achternamenindex
Anthonie Claeusdochter van den Brande, weduwe van Peter van Ryswyck, met Merten Jans Kocxz als haar voogd, transporteert aan haar neef Thomas Jansz van den Brande een stuk land afkomstig van wijlen Kathelyn van der Molen, bagijn, die het haar bij testament vermaakt had
Dalem, van | 1414-06-24
Oorkonden Norbertinessenklooster St Catharinendal Breda no 219
Achternamenindex
voor Florys van Ryswyck en Peter Bille, schepenen te Hertele onder Terheyden, getuigen juffrouw Sophie van Dalem, vrouw van Zebrecht Tierloet, en de kinderen van Zebrecht Tierloet met hun voogd, geschonken te hebben aan het klooster StCatharinadal een erfcijns naar een schepenbrief van 1399-12-16
Rijswijk, van | 1574-07-29
Inv Gasthuizen Arnhem Regest 3353, 358
Achternamenindex
Gerart van Ryswyck, burgemeester van Arnhem, en zijn vrouw Catharina zijn schuldig aan St Petersgasthuis te Arnhem een rente van 12 Joachims daalders per jaar, gaande uit een uiterwaard genaamd de Zoelense waard, in het schependom gelegen; 1577-11-18: hij zegelt als geerfde van Veluwezoom
Rijswijk, van | 1401
R.A.H. Coll Aanw 96 fol 253v/Ned Leeuw jg 1902 p 20
Achternamenindex
Ghysbrecht van Ryswyck wordt beleend met het leen dat zijn oom Boudewyn van Roden had in zijn ambacht van Roden, buiten aan de Oudedijk van de Ryederwaert, zoals Boudewyn van de heren van Arkel hield; 1402: beleend Jan van Ryswijck na dode van zijn broer Gysbrecht; 1407: idem [op fol 211 staat: zijn vader]
Arkel
Stecke | 1424
Quellen Stift Xanten p 527
Achternamenindex
census curtis Rottum, Quaelburgh: prepositus de Bedbur 3 sol leves et 2 d de 7 maldratas sitis inter Oijen juxta curtem Ryswyck in quibus domicelle Grita Stecke primam, Arnolda de Rutenbergh secundam et Aleydis de Eyl tertiam manum habet ad usus dicti monasterii; Bisselich: Gosewinus STecke 1e, Aleidis filia 2e, Gosewinus filius Gosewini predicti 3e hand aan 12 jugera