Hynen, van | 1620-01-18

Protocol Schoten, Haarlemmerliede en Akendam fol 45

Achternamenindex

Pieter Pietersz van Hynen koopt van Jan Jacobsz Can, van Amsterdam, voor Elisabeth Crabbemorsch een losrente van 130 gld per jaar, hoofdsom 2600 gld, onder verband van ½ in een hofstede en 8 morgen land [te Schoten]

Dongen, van | 1612-09-03

Schepenregister Breda 511 fol 99 (94?)

Achternamenindex

Jan Cornelisz van Dongen alias Coninck is schuldig aan Marie ma cousine, schoolvrouw, de somma van 100 Kar gld ter zake van geleend geld. Onder verband van zijn huis en erf genaamd "de Est" te Breda

Torenvliet, van | 1618-05-07

Protocol Schoten, Haarlemmerliede en Akendam fol 38

Achternamenindex

G.R. de Keyser c.s. zijn schuldig aan Cornelis van Tornevliet een losrente van 24 gld per jaar hoofdsom 400 gld, onder verband van huis en land aan de Heereweg (te Schoten) groot 1 morgen 400 roe

Heemskerk, van | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over Lopik en Bonrepois voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren

Lecke, van der | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over Lopik en Bonrepois voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

borgen: Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren

Beusichem, van | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over lopik en Bonrepos voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren

Dalem, van | 1359-01-08

Arch Nassau Domeinraad regest 575

Achternamenindex

Johan van Endenich en Hughe van Loenreslote verklaren ontvangen te hebben van Roelof van Dalem 12 ½ Brugse schilden in mindering van de 25 die hij hun schuldig was in verband met de gevangenschap van de proost van Zutphen

Amstel, van | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over Lopik en Bonrepois voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

borgen: Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren

Abcoude, van | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over Lopik en Bonrepois voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren

Buren, van | 1268-10-23

v.d. Bergh II no 173

Achternamenindex

Hendrik heer van de Leck, ridder, erkent de jurisdictie over lopik en Bonrepois voor zijn lenen van het kapittel van St Marie in pacht te houden en verplicht zich onder borgtocht van enige edelen en verband van leisting

Simon de Harlem, Johannes Persijn, Giselbertus de Amestelle, Arnoldus de Hemeskerke, Swederus de Boesinhem, Swederus de Apekewoude, Stephanus de Wick, ridders; Nicolaus de Putte en Otto van Buren