Brakel, van | 1487-07-18

Ons Voorgeslacht 01-1988 p 26

Achternamenindex

leen van Vianen: no 595) 4 morgen in Lakerveld, Arnout van Broekhuizen heer van Brakel, neef van de leenheer; 1496-01-15: Willem van Brakel Staesz; 1561-01-11: Josina van Broekhuizen vrouwe van Brakel, weduwe van Reinier van Aeswijn, nicht van de leenheer, bij verzuim; 1569: Jacob van Ommeren voor Josina van Broekhuizen, hoewel zij niet bezit; 1585-03-07: Reinier van Aeswyn bij dode van zijn moeder Josina, hij is neef van de leenheer

Borssele, van | 1423-06-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 337

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Jacob van Berselen heer Claesz van Breda, voecht van Bergen in Henegouwen, begeerde van hem te mogen kopen en beleend te worden met het goed dat zijn ouders in leen hielden en door verzuim aan de abdij vervallen was, en hij wordt vervolgens beleend met de tiende in het kerspel van Coudenkerk, voor een pacht van 6£ Coninc Tourn en 36 scill

mannen: Henrick Valck, Gysbert Goidscalc

Boede, van der | 1454-10-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 361v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt aan Peter Willemsz van der Boede 2 gemeten land min 36 roeden in Coudekerke bij des graven heerstraet, zoals Wouter Colijnsz in leen had en bij verzuim aan de abdij vervallen, en die hij aan Peter verkocht had [die er blijkbaar niet mee beleend was]. Vervolgens wordt Peter beleend tegen een jaarlijkse pacht van 2 gr Coninx Tourn en een goede maaltijd; " dit heeft ontfangen Jan van der Boede, Petrus voirs soen per mortem ejus"

mannen: Geryt Scaij en Claes Gelysz

mannen: Geryt Scaij en Claes Gelysz

Cuper | 1472-03-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheertruijt Heyn Cupersdochter wordt binnen jaar en dag beleend met een erve met alsulke getymmert als daarop staat, gelegen te Zoes, strekkende van de Zoesbrinck tot aan Steven Scaels oelte toe, belend oost: de nakomelingen van jhr van Gaesbeek, west: een utslach in het Zwarte Veen van Vrancken hoeve; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Geryt Heyn Cupersz die beleend wordt; het verzuim dat Geryts vader gepleegd heeft omdat hij niet tijdig belening gevraagd had, wordt kwijt gescholden

mannen: Vrederic van Drakenborch, Geryt van Rijn

Raaphorst, van | 1454-10-23

Repert Lenen van Culemborg

Achternamenindex

de ambachten van Arleveen en Oesterhoern, met de Vrijerhoeve, tienden, gruit: Steven van Raephorst met lijftocht van zijn vader Adrijaen; 1455-07-26: Aelbert van Raephorst, met lijftocht van zijn vader Adryaen en zijn vrouw Jvr Agneze van Nyenvelt; 1473-07-01: Gysebert van Raephorst Aelbertsz, na dode van zijn vader, na verzuim; 1474-11-11: Jcob Coppier, na opdracht door Gysbert van Raephurst, "onsen neve", beleend met de vrije hoeve; 1492-08-25: Gysbert van Raephorst krijgt toestemming om enige percelen te verkopen

Asperen, van | 1633-10-17

Ned Leeuw jg 1913 p 42

Achternamenindex

Lijsken Aertsdochter van der Moelen, weduwe van Sander Michielsz, verklaart dat zij op 1611-12-09 voor schepenen van Gorkum haar drie kinderen Jan, Aert en Elisabeth Janskinderen van Malsen hun vaderlijk goed bewezen heeft, waartoe behoorde ¼ van het huis en erf in de Tinnegieterssteeg, doch dat zij ze niet voldaan heeft van waar zij recht op hadden zodat zij nu een akkoord aangaat met voornoemde Jan Jansz, haar oudste zoon, Aert Jansz en Pieter Jansz van Rijswijk, als man van voorn Elisabeth Jansdochter allen tezamen mede comparerende om het verzuim te herstellen

Erp, van | 1549-05-06

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 325 ev

Achternamenindex

leen van Vianen: no 713) huis en hofstede te Vianen, Govert van Erp na overdracht door Jacob van Ewijk en zijn vrouw, met lijftocht voor zijn vrouw Odile van Wytman, belend zuid: mr Amys opgang c.s.; 1558-03-07: Walraven van Erp, na dode van zijn vader Govert, na verzuim overdracht aan zijn zuster Machteld van Erp, belend noord: Cornelis Florisz; 1563-10-23: Roelof Grawart, zwager van de leenheer, na overdracht door Walraven van Erp voor zijn zuster Machteld, belend noord: Gerrit Gerritsz vóór en Cornelis Florisz achter

Hamersveld, van | 1469-05-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 188v, 205

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Hamersvelt Gerijtsz wordt na dode van zijn broer Claes Hamersveld beleend met 8 dagmaet land gelegen in den gerecht van Zeldert, twee dachmaet belend west: Egbert die Beer, oost: Jacob Jansz, 6 dachmaet belend oost: Peter Lubbertsz, west: St Agatha te Amersfoort, aan het achtereinde: de Haersche Loedyck, zuid: Jacob Jansz; vervolgens maakt Jan Hamersveld dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Vrederic Bosschendochter; 1472-05-16: Geryt Hamertveld wordt beleend na dode van zijn ouders; verzuim wordt hem kwijtgescholden

mannen: Jan Brant, Henric van Duven; 1472: Jan van der Anxter, Tyman Mowuer van Heersel

Leyenburg, van | 1375-07-23

R.A.U. Regesten Domkapittel Afschr regest no 971 III fol 120v, 121

Achternamenindex

Johan van Leyenberch, knape, beleent Heynrick van Vyanen heer van der Ameyde, met gerecht, tijns en tiende van Cort Bolgrij, dat hij zelf houdt van zijn neef Jan, zoon van zijn broer Hubrecht van Leyenburch, als achterleen van de grafelijkheid van Holland; dezelfde dat stelt Jan van Leyenberch 4 blokken tienden in het gerecht van Scalcwyck en 4 hoeven land in Vuylcoop en in Scalcwyck borg voor de schade, die Heynrick van Vyanen mogelijk zou kunnen lijden door verzuim of verhef van het gerecht met tijns en tienden van Cort Bolgrij

Screij | 1454-09-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 360v, 359v, 360

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt verkoopt 3x ⅓: -aan Jan Hugen Screij het ⅓ deel van 5 gemeten land in Westmunster in Ver Roesenmolen, zoals zijn vader Huge Screij Jansz hield, doch bij verzuim aan de abdij vervallen was, vervolgens wordt Jan beleend tegen een jaarlijkse pacht van 2 gr Conincx Tourn; "item dit heeft Hugo sijn soen per mortem";- 1454-10-01: de abt verkoopt ⅓ aan Henric Claesz, zoals zijn vader Claes, en ⅓ deel aan Huge Pieter Mertynsz, met dezelfde pacht (vgl 1473-04-03)

mannen: heer Peter van Dam, abt van Middelburg, Peter van Scoenenburch