43 resultaten
Zurk, van | 1725
R.A.H. Bibliotheek no 19A 21/Kronyk van Alkmaar anno 1725
Achternamenindex
Bergen (Kennemerland) voor dezen onder de vrouwe van Gaveren ende van Holstein, doch nu bij koop onder den heere Antonius van Zurk here van Bergen. Het dorp Bergen bestaat uit vier gedeelten: 1) t Hoff, toebehoord hebbende jhr Diedrig Sonnoy ende nu bij koop toekomende juffrou van Teylingen; 2) t Bosch, altijd geweest een vermaerde plantagie genaemt Rampenbosch, daarna door derselver geslachten tot een hoeve gemaeckt, is in den troebel verbrant, doch daerna weder herbout, ende nu heerlijk met een stint opgetimmert door jonker Engelbrecht Ramp, onder wiens voorouders het altijd geweest is; 3) t Wout, altijd toebehoord hebbende en noch tegenwoordich t geslachte der Foreesten; 4) dat tegenwoordig met grachten en uitnemende plantagien wordt gereed gemaekt door Sr Antonius van Surk here van Bergen, om een heerlyk slot ofte kasteel te bouwen
Vladeracken, van | 1631-08-20
G.A. Alkmaar Familie Arch Vladeracken
Achternamenindex
schout en schepenen van Egmond op den Hoeve oorkonden dat Cornelis Jansz Bestert, 71 jaar, Jacob Cornelisz Walenburch, 66 jaar, en Jacob van Egmont, 55 jaar, alle burgemeesteren alhier, attesteren ter instantie van Geldolff van Vladeracken, casteleyn van het gemeenlantshuys tot Petten en Gerard Vinck van Vladeracken, poorter tot Alckmaer, schrijver van een compagnie voetknechten, staende op te repartitie van Noorthollant, dat de beijde requiranten sijn soon van wijlen Gerrit Anthonisz van Valdreacken, in zijn leven geweest schout tot Baccum, en daernae casteleyn van het gemeenlantshuys tot Petten, wesende een echte broeder van Anthonis van Valderacken, major der stadt Alcmaer, die beijde soonen waren van wijlen Anthonis Aeriaensz van VLaderacken, gesproten uyt 's Hertogenbosch. Voor redenen van wetenschap geven zij "dat sij getuygen met dese requiranten, hare ouders ende voorouders van kintsbeen aff hebben geconverseert"
Pieter Adriaensz Heyligedach, substituut van de baljuw en schout van Egmond op den Hoeve, Joost Ariaensz en Willeboort Ariaensz, schepenen aldaar
Heukelom, van | 1479-02-28
R.A.H. Coll Aanw 108 Arkel fol 41, 43, no 86 fol 44/Reg Max. en Philippus II Arkel fol 13v
Achternamenindex
Maximiliaan oorkondt dat zijn vasal Ott van Arkel en van Huekelum hem te kennen heeft gegeven dat zijn voorouders deze naaste 200 jaren de heerlijkheid van Heukelom bezeten hebben, doch dat het aan zijn vader Johan van Arkel heer van Heukelom ontnomen was, aangezien hij gedagvaard was voor de Raad van hertog Philips "om dies wille dat hij quade munten solde hebben doen slaen in sijnre heerlycheijt", en een vrijgeleide begeerd had, hetgeen hem geweigerd was, waarna de heerlijkheid verbeurd verklaard was. Hertog Karel had zich met kracht van de heerlijkheid meester gemaakt, zodat zij 15 jaren daarvan beroofd waren. Otto krijgt de heerlijkheid terug, uit gratie en omdat zijn vader Johan liggende op zijn sterfbed voor het H Sacrament gezworen had nooit valse munt in zijn heerlijkheid geslagen te hebben; 1486-06-11: brief bevestigd (fol 43); 1487-01-12: Otto maakt aan zijn vrouw jvr Walraven van Wairdenburch 200 R gld per jaar op dit leen tot lijftocht (no 86 fol 44)