59 resultaten

Bot van der Eem | 1373

De Raadt IV p 144/Düss Jul Berg no 895
Achternamenindex

Jean van Pollanen, fait savoir que sa nichte Jeanne dame de Gennep et de l'Eem, et son mari Renaud van Brederode, pourront dégager, moyennant 13000 vieux écus, les biens "die der heerlicheyt van der Alm ende van der Eem toebehoren, metten huyse tot Almsteyn" avec les jurisdictions, et moyennant remboursement des frais faits à ce château et le moulin; vgl ook 1378

Bot van der Eem | 1304~

R.G.P. Grote Serie no 171 Rek Dom Putten II p 268
Achternamenindex

leen van Strijen nu gehouden van Putten, myn vrouwe van Breda: 3) de tiende aan die Uutalme van Almonde, opwaerts in den ambacht van Bot van der Eme, die men houdt van de heren van St Pieter te Utrecht

Strijen, van | 1304~

R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom Putten II p 268
Achternamenindex

leen van Strijen: de vrouwe van Breda [= Hadewy x heer Raes van Gavre] houdt in leen: 1) de tiende van Vorensaterward, gedeeld met Botte van der Eem, gehouden van de heer van Altena; 2) Wisschaerts tiende te Raemsdonc, na Clays den Voghet; 3) de tiende aan de cortside van der Eme, die men pacht van St Pieter; 4) de tiende boven Emedam tussen Bloccals brugge en Emekerke, gemeen met Bot van der Eem, die men houdt van St Pieter; 5) de tiende aan de Uutalme van Almonde op Waerd in het ambacht van Bot van der Eme, van St Pieter; 6) 48 morgen boven Emedam aan de lange zijde; 7) 8£ Holl uit de bede van de mannen van Striene, buten

Beer, de | 1473-03-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 210v, 211, 238v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz draagt over tbv Lysbeth Andries Botsdochter, ½ van een stuk land gelegen tot Zoes, geheten Stalbrenck, belend landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Evert Jacobsz erfgenamen en Goyert Jacobsz (10-16), 1486: Goijert Jacobsz en Ruert Jacopsz erfnamen; vervolgens wordt Lysbeth ermee beleend; "filius ejus Volken. Vide infra fol 239"; 1473-10-16: Lysbeth draagt dit leen op in eeuwige erfpacht aan Rutger de Beer Jacobsz en zijn nakomelingen, elk jaar voor 6 gouden R gld; 1485-07-04: Geryt Bot Folkensz beleend als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerytsz, na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botdochter; "dit heeft ontfangen Cors Meijnsz in libro domini Ser (?) de nova ecclesia fol 209"

mannen: Alfer Ruysch, Gysbert Henricsz, Tyman Mouwer van Heersell; Tyman Mouwer van Heersell, Jan van Helmont; 1485: jonghe Vrederick van der Zevender, Willem van Dam Petersz

Altena, van | 1290-11-25

v.d. Bergh II no 750
Achternamenindex

Nicolaas heer van Putten bevestigt aan Hadewig zuster van zijn vrouw Aleid, al het goed dat haar vader Willem heer van Strijen en haar moeder hun bij hun leven toegewezen hadden; zij ontving een rente van 200 £ Holl te trekken o.a. uit de tiende die ligt in Vorenzaterwaert en die men houdt van de heer van Althena, gedeeld met Bot van der Eem

Both | 1391

Ons Voorgeslacht 02-1993 p 75
Achternamenindex

leen van Arkel: 2 morgen leen van Polanen, een viertel: beleend Geryt Geert Monsz, stierf vóór 1398; 1398, 1404: beleend Zeger die Bot Gerritsz; 1445-1499: Floris die Both Zegersz, landpoorter te Dordrecht, hieruit: Aert Florisz beleend 1499; 1517: draagt het over aan zijn broer Zeger Florisz; 1457: Zeger Florisz; 1543 10e penning Streefkerk: Walich Zegersz, 1) Rochus Walichsz, 2) Dirc Walichsz, vermeld 1553, 1559, 1561

Wilde, de | 1371-11-04

R.A.H. no 50 fol 34/Reg B.B. Bloys fol 43
Achternamenindex

Jan van Bloijs oorkondt "dat Gheerlof Lillen vóór ende Jan Botterman na, van zijn grootvader heer Jan van Henegouwen en van ons te lene hielden alsulc lant en borchleen als de doorgestoken brief inhoudt: zoe hebben wi datselve leen ende lant verlyt ende verlyen Wendelmoeden Jacob Bot[t]ermansdochter mit Gheryt den Wilden, horen man ende voocht, te houden als Gheerlof en Jan het gehouden hebben"

Botter | 1472-05-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 205v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Henric van Tessel, prior van het Clooster van de Regulieren in de Birckt bij Amersfoort, draagt op de helft van 2 ½ vierdel veen gelegen in Heser Veen, oost: Willem Han Goedenz, west: Lysbeth van Wede; vervolgens wordt Mergriet Heinric Botter Goijertszdochter ermee beleend, en Geryt Bot Volkenz doet hulde voor zijn vrouw Mergriet; "item habet filia Korstijn infra fol 239"

mannen: Geryt van Rijn, Tyman Mouwer van Heersell

Scade | 1473

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233v
Achternamenindex

Bernt Schade wordt binnen jaar en dag na dode van zijn neef Volken Bot Petersz beleend met ½ hoeve veen in het gerecht van Zoes, belend: Henric Goijertsz en de erfgenamen van Rolof van Baern, noord: Goesen Willamsz en erfgenamen van Gysbert Woutersz; Gheryt Schade Dircsz draagt op een vierdel veen gelegen achter Zoes enghe in het kerspel van Zoes, belend zeewaarts: Lambert Fierling kinderen, land: Gheryt Hilhorst, en wordt er mee beleend

mannen: Evert van Heese en Henric van Ringenberg

Kinderbroder, der | 1275-12-22

v.d. Bergh II no 300
Achternamenindex

Sigerus de Riede dijkgraaf van de Groote Zuidhollandse Waard, Giselbertus dictus Bot, dominus de Emekerke, Johannes dictus Westfalinc, Johannes Albus, Godefridus de Breda, Henricus dictus der kinderbroder, Zigerus filius Lyfstein, Alexander et Johannes Lystric, heemraden de longo latere, Johannes de Wamelike, Johannes dictus Knijf, Michael ante dictus, Theodericus filius Ricilii, Arne filius Herlerdae, Sigerus filius Trudae, Welebrordus dictus Nannekyn die Vliegher, heemraden de brevi altere oorkonden dat Hendrik der kinderbroder en Gerardus filius Helswidis, parochianen van Eemkerk, van het kapittel van St Pieter te Utrecht overgenomen hebben het land Papenhove aldaar

bezegeld door Sigerus de Riede, Giselbertus But, Wilhelmus de Striene