Bloemenvenne, van | 1371-11-14

Van Mieris III p 262; Reg Hann 101

Achternamenindex

hertog Albrecht vergeeft Simon van Zaenden en zijn magen en helpers hun misdaden, daar zij de uitspraak hierover aan hem verbleven waren, hetgeen hun wederpartij, de magen van heer Heynric Buse, Dirc en Jacob van Bloemenvenne en Gheryt van de Rijn geweigerd hadden te doen

Haarlem

Buys/Buse | 1371-11-14

Van Mieris III p 262/Reg Hann 101

Achternamenindex

hertog Albrecht vergeeft Simon van Zaenden en zijn magen en helpers hun misdaden, daar zij de uitspraak hierover aan hem verbleven waren, hetgeen hun wederpartij, de magen van heer Heynric Buse, Dirc en Jacob van Bloemenvenne en Gheryt van de Rijn geweigerd hadden te doen

Haarlem

Laen, van der | 1371-11-14

Van Mieris III p 261, 262; Reg Hann 101

Achternamenindex

hertog Albrecht vergeeft Simon van Zaenden en zijn magen en helpers hun misdaden, daar zij de uitspraak hierover aan hem verbleven waren, hetgeen hun wederpartij, de magen van heer Heynric Buse, Dirc en Jacob van Bloemenvenne en Gheryt van de Rijn geweigerd hadden te doen

magen en helpers Symon van Zaenden: Dirc Boudwijnsz, Dirc van Zaenden, Willem van Geervliet, Jan van Geervliet, Claes van der Lane, Jan Michielsz, Jan Fyenz, Dirc Claes, Dullaerd van Rolland, Willem van Spaernewoude, Willem Jansz, Dirc Haghe, Simons knecht

Rijn, van den | 1371-11-14

Van Mieris III p 262

Achternamenindex

hertog Albrecht vergeeft Simon van Zaenden en zijn magen en helpers hun misdaden, daar zij de uitspraak hierover aan hem verbleven waren, hetgeen hun wederpartij, de magen van heer Heynric Buse, Dirc en Jacob van Bloemenvenne en Gheryt van de Rijn geweigerd hadden te doen

Sparenwoude, van | 1371-11-14

Van Mieris III p 261, 262; Reg Hann 101

Achternamenindex

hertog Albrecht vergeeft Simon van Zaenden en zijn magen en helpers hun misdaden, daar zij de uitspraak hierover aan hem verbleven waren, hetgeen hun wederpartij, de magen van heer Heynric Buse, Dirc en Jacob van Bloemenvenne en Gheryt van de Rijn geweigerd hadden te doen

magen en helpers Symon van Zaenden: Dirc Boudwijnsz, Dirc van Zaenden, Willem van Geervliet, Jan van Geervliet, Claes van der Lane, Jan Michielsz, Jan Fyenz, Dirc Claes, Dullaerd van Rolland, Willem van Spaernewoude, Willem Jansz, Dirc Haghen, Simons knecht

Raet | 1338

Rek Houtvester Holland p 99, 101

Achternamenindex

ontvangen van beesten in Haerlem en in Scoten: - Diric Raed, 1 éénwinter, 6d; ontvangen van veenpacht in Harlaemerveen: - Bartholomeus Jacob Raedz, 12 d; - Dirc Raed, 12d; - Willem Raed, 16d

Strijen, van | 1289

Van Mieris II p 403

Achternamenindex

de heer van Strijen bouwt het huis te Oosterhout: "ende die beemte dairt huys op staet was ghecoft jeghens Copparde van Oisterhoute ende dat bosch was ghecoft jegens Janne Venedau; 1226-10-02: verklaring van Jan Venedau "voirt hebbe ic wel horen segghen den ouderen dat dat lant dairt huys op staet ,ghecoft was jeghens Coppaerde den scoute ende minen vader"

Goede | 1352-12-07

A.R.A. Kopie Leenkamer 32 fol 26v/Reg EL 25 fol 17v

Achternamenindex

hertog Willem geeft toestemming aan Zeger Zeger Jan Goedenz.z. in vrij eigen te verkopen 18 morgen land te Alphen, belend: Dirick Fyenzsz [!] [van der Marsch], "daer hi onser Gheryt Heynenz, onsen rentmeester van N Holland van den derden penninck genoech of gedaen heeft"

W. de Wateringe, W. Heerman

Does, van der | 1351-12-30

R.A.H. Coll Aanw 42 fol 4/EL 43 fol 2v

Achternamenindex

"Gheret van der Does Costijnsz heeft ontfaen in derselver manieren dat Huge sijn broeder, toit alle mansrechte sine woninge ende t lant dair se op staet van Dues[f?]huyscamp streckende tot Amercamp toe. Belend noord: die persoenre van Leyderdorp, zuid: Heynrick van der Does ende Ghered van der Does met gemengeder vuere. Ende dit goet plach hi te houden van heren Dieric van Brederode"

1e zijtak

Borre | 1423-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt "so wanneer of tot eniger tyt Jan Bor Claes Bannenz.z zijn goede vercopen of weerloos wesen wil op Seldert of die hoeve van Lienlaer, die men van ons of van onser abdien houdt te lene dat wij of onse nacomelingen dair tot alre tijt over staen sellen hande ende mont dair te doen als een leenheer sculdich iste doen na inhout sijnre brieve, behoudeliken dat men die heergewade betalen sel"