13823 resultaten
Duyk |
Batavia Illustrata bl 1148, 751, 932
Achternamenindex
genoemd: Gysen Duyk, ridder, dochter Catharina Duyk; 1466: edelen van Holland Snellard en Willem Duyk; … Duyk x Dirk van der Does
Speyaert | 1436-12-09
Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 62
Achternamenindex
Jacop Dever Hermansz, schout te Bunnik, oorkondt een deling van land aldaar: 20 morgen land, ¼ deel van Lysbeth vrouw van Willem Speyart van der Maern, twee delen zijn van Zweder van der Maern en de zoon van Lysbet heeft ¼, waarvan 9 morgen gelegen zijn tussen het land van Lysbet en het land van heer Johan van Renesse's erfgenamen, stekkende van Ruemsterwetering [Johan van Riemst, vermeld 1401]
Maarn, van der | 1436-12-09~
Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 62
Achternamenindex
Jacop Dever Hermansz, schout te Bunnik, oorkondt een deling van land aldaar: 20 morgen land, ¼ deel van Lysbeth vrouw van Willem Speyart van der Maern, twee delen zijn van Zweder van der Maern en de zoon van Lysbet heeft ¼, waarvan 9 morgen gelegen zijn tussen het land van Lysbet en het land van heer Johan van Renesse's erfgenamen, stekkende van Ruemsterwetering [Johan van Riemst, vermeld 1401]
Horde, de | 1246-09-16
v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex
Heinricus de Horde houdt van Nicholaus heer van Putte 3 delen van zeker land genaamd Zuidhord, gelegen tussen Scholvliet en Beeninge, en Hugo de Ghest het 4e deel; van de 3 delen krijgt de vrouw van Heinricus 30 sch als een "dotalicium"; Heinricus houdt ook 2 delen van een land gelegen tussen Scholvliet en Westerlike, waarvan Allardus Johannesz het 3e deel houdt. Na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Symon de 3 delen van de heer van Putte krijgen; Heinricus houdt ook in leen ¼ deel van de tienden in Drenkwaard, en dit deel zal krijgen Hugho de Gest en Symon, het 6e deel gaat naar Allardus zoon van Johannes, maar na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Heinricus dat deel van de tienden in Drenkwaard dat Heinricus toekwam, te leen krijgen, met 10 roeden land in Scolvliet
Putten, van | 1246-09-16
v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex
Heinricus de Horde houdt van Nicholaus heer van Putte 3 delen van land genaamd Zuidhord, gelegen tussen Scholvliet en Beeninge, en Hugo de Ghest het 4e deel; van de 3 delen krijgt de vrouw van Heinricus 30 sch als een "dotalicium"; Heinricus houdt ook 2 delen van een land gelegen tussen Scholvliet en Westerlike, waarvan Allardus Johannesz het 3e deel houdt. Na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Symon de 3 delen van de heer van Putte krijgen; Heinricus houdt ook in leen ¼ deel van de tienden in Drenkwaard, en dit deel zal krijgen Hugho de Gest en Symon, het 6e deel gaat naar Allardus zoon van Johannes, maar na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Heinricus dat deel van de tienden in Drenkwaard dat Heinricus toekwam, te leen krijgen, met 10 roeden land in Scolvliet
Cuyk, van | 1597
De Raadt II p 474
Achternamenindex
schepenen van Deyll: Jan van Meteren en Willem van Meteren (Cuyk)
Duyk | 1266-02-22
v.d. Bergh II no 132
Achternamenindex
baljuw van Zuidholland, rechter, schepenen en raden van Dordrecht bepalen dat geen poorter aan vreemden mag vergunnen op zijn naam te varen, ter verkorting van 's graven tolrechten
Ripartus, Gerardus Troest, Ghibo zoon van Gertrudis, Rike Everart, Vrodo Godekini zoon van Vroden, Lambertus gener Clawardi, Petrus zoon van Wigerus, Sybrandus gener Johannis, Vrodekinis gener Th. De Mosa, Vader, Allardus, Fredericus en Henricus Sus, Hermannus de Wardis, Willelmus Dukinc, Hugo zoon van Segerardis, Giselbertus Alyenzoon
Duyk | 1278
v.d. Bergh II no 372
Achternamenindex
graaf Floris V geeft zijn gruit te Dordrecht aan de gebroeders Ghise en Willem genaamd Dukinger, poorters van Dordrecht, in leen. Vidimus van 1281
niet opgenomen
Duyk | 1280-09-14
v.d. Bergh II no 405
Achternamenindex
verdrag tussen Johan Hendrickszn van Alblas en Nicolaas van Subburg, ridder, over de tienden ten noorden van Alblas
domina Agnes [de Merwede], Johannes de Wenna, Gerardus de Merwede, Ghiso Dukinc, Gerardus de Scie, Johannes de Almescoete, Everdei en Daniel de Alblaes, Johannis filius Bavae en Wilhelmus filius Gerardi; sigilla mei, domino Ghisonis Dukinc et Gerardi de Scie, oppidani in Dordrecht