12605 resultaten

Duven, van der | 1424

Quellen Stift Xanten p 527
Achternamenindex

Novimagium: Fredericus de Duve uno anno 3d, secundo anno 4d

Cuyk, van | 1247

v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex

Leonius, castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. Apud Lira. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]

testes: Henricus en R. de Kuc, Johannes, Rudolphus en Henricus de Husdenne, Arnoldus de Stene (?), Th de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr….

Does, van der | 1319-09-11

A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex

Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor

hoofdtak

Goede | 1352-12-07

A.R.A. Kopie Leenkamer 32 fol 26v/Reg EL 25 fol 17v
Achternamenindex

hertog Willem geeft toestemming aan Zeger Zeger Jan Goedenz.z. in vrij eigen te verkopen 18 morgen land te Alphen, belend: Dirick Fyenzsz [!] [van der Marsch], "daer hi onser Gheryt Heynenz, onsen rentmeester van N Holland van den derden penninck genoech of gedaen heeft"

W. de Wateringe, W. Heerman

Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]

Doem, van | 1422-02-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 421v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Evert van den Doem gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Beatrijs Ghysbertsdochter van den Damme, 8 scaer weyden per jaar in Kriexkamp, in het kerspel van Zoes, belend boven: Ricout Scuep Ricoutsz

mannen: Tyman de Lange, Vrederic van den Voirde

Doem, van | 1425-05-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 462v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Doem maakt aan het convent der besloten zusteren van St Claren in Amestelredam 80 Reynaldus Arnhemse gld eens, te betalen binnen jaar en dag na Everts dood, uit 4 acker land gelegen op ter Beeck in den kerspel van Zoes, belend boven: Willem Jansz erfgenamen, beneden: Henric Stoep, dat onse mangoed is

mannen: Gysbert Godscalc, Tyman de Lange

Doem, van | 1436-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 269v, 270
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van den Doem draagt op 8 scaerweijen in een stuk land geheten Kriecskamp, strekkende uit de Eme tot aan de Biscopswech toe, belend noord: Ricout Willemsz met ⅓ deel van dezelfde camp, zuid: die scut en Gheryt Jansz; vervolgens wordt Herbert van Palaes beleend, hij maakt het goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Udell

mannen: Zoude van Rijn, Wessell Zuermont

Doem, van | 1452-06-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Doem draagt op een stuk erf te Zoest, dat Jacob Scade gebruikte, belend boven: Steven van Zulen van Nyevelt, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op zijn 2 dochters Gheertrude en Evert, elk voor de helft

mannen: Heynric Botter, Hugo Bull

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"