17724 resultaten
Tetrode, van | 1428
Libro IX no 133 (51e, zie ook 52)
Achternamenindex
Heynric van Tetrode: een huijsinge met 2 werven ende die venne after de huysinge metten zaetlande voor die dore gelegen, in de ban van Akersloot. Ende belent hebben an beyde siden van den wege: Doeve Reynersz en Rembrant Florisz. Heynricus obiit et Johannes de Tetrode filius Theoderici relevavit anno 1407; Johannes de Tetrode obiit et Theodericus de Tetrode, filius ejus relevavit
Graet | 1313-10-15
Cartul Marienweerd no 148
Achternamenindex
Henricus de Heessel, zijn vrouw en zoon Hubert verkopen voor 200 £ land te Vrowijk onder Deyl aan Marienweerd; bij deze doorgestoken brief no 113 dd 1301-05-06 verkoopt Rodolphus de Deyl voor 200 £ aan Henricus de Heessel, broer van Nicolaas, 8 jugera in Deyl, boven Vrowijc, tussen Herberen de Reno en Gertrude Boning onder voorwaarde dat Ghiselbertus, zoon van Johannis de Horwinen afstand zal doen van zijn recht op dit land en dat de heer van Kuyc hem de eigendom van dit land zal verschaffen
borgen: Henricus Graet, zoon van heer Wilhelmus, Johannes de Horwinen, commorans Heessel, Hubertus Leuwe de Heessel; schepenen in Santbomel: Petrus Bart en Henricus de Werva
Deze, van | 1388
De Raadt I p 375
Achternamenindex
Lambert van Deze, gerechtsman, zegelt een akte van de baljuw van Salland
Wassenaer, van | 1418-01-08
R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex
gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"
Endegeest, van | 1422-02-08
Br vd Gesch Abdij Rijnsburg noot 1 bij regest 669
Achternamenindex
Gillis van Cralinge, baljuw van der Goude, en Ysbrant van Alkemade, baljuw te Oistgeest, doen, in overleg met Aernd van Alkemade, schout te Oistgeest en Pieter Florysz, op verzoek van Willem van den Dam en Machteld Jacobsdochter een arbitrale uitspraak, inhoudende dat het huis op den Ouden Vliet, aan Willem van den Dam vermaakt door zijn tante wijlen Lijsbet van Endegeest, diens vrije eigendom is. 1422-03-20: Lysbeth Jacobs dochter van den Dam staat aan Willem van Dam al haar aanspraken op dit huis af. Nogmaals over dit huis: 1422-05-07 en 1421-07-22, 1422-11-30
abdij Rijnsburg (niet gecoll)
Taets~ | 1482-08-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 232v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt Johan Taessenz [Taetsen soen ?] draagt op al zijn recht dat hij heeft of verkrijgen mag aan ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, zoals Willem van Doem dat van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oudmunster; vervolgens wordt Evertgen Willem van Doemsdochter met dit leen beleend tot een onversterfelijk erfleen; "dit heeft Lambert Kracht ut in folio sequenti"
mannen: Meeus Verborch, Henric van Ringenberghe
Dunen | 1473-1474
Rek Rentmeester Kennemerland 905 fol 10v
Achternamenindex
[of Duven ?] Jan Dunen Garbrandsz: schepen van Beverwijc, certificatie
Dunen | 1450
Kerkelijke Rek Haarlem fol 2v
Achternamenindex
Gherijt Dircsz Dunen, bi Schoterkapel, 1 Wilh sc van besprec
Slingeland, van | 1388-08-12
Rechtspraak Graaf van Holland III no 333 p 27
Achternamenindex
"dit syn die vierendelen van Lode Maesz diet an minen here ghebleven sijn van allen dinghen hierof roerende; item een ander vierendeel: Heinric Willemsz, Willem van Driemilen en Dric van Slinghelant"
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse