17287 resultaten
Dijck, van | 1464-1465
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Valck van Dijk: 's graven renten te Beverwijk en Wijkambacht: "van Valck van Dijck op een stucke lants sjaers 8d, daerom hier voor 2 jaar 16d" (895 fol 9v); 1469-1470 (901 fol 11) tot en met 1498-1499 (926 fol 11): pacht 8d
Dijck, van | 1576-11-10
Bortet: Delft p 452
Achternamenindex
H Geestmeester te Delft: Joris Fransz van Dijck
Heukelom, van | 1396
Leenkakten Gelre 6e stuk Uitheemse Lenen p 99
Achternamenindex
Hof tot Ysshem gelegen tot Asperden: Deric van Hoekelum beleend; 1396-05-08: lijftocht voor zijn vrouw Alit; 1402: Derick van Hoeckelem, burger van Goch; 1403: Herman van Hoekulem; 1405: deze transporteert dit leen; 1326: was dit leen aan Diedrick van den Heytvelde
Boekel/Bokel | 1376-01-08
Reg Rotterdam en Schieland no 991
Achternamenindex
Ysebrant zoon van de dochter van Floris Troveysenz, heeft aan de graaf opgedragen tbv Buekel Heynricsz 11 morgen 2 hont land, die hij van dezen in erfleen hield, gelegen in het ambacht van Maseland, en dat deze dit land in erfleen heeft gegeven aan Buekel voornoemd
Arkel, van | 1350
Nieuw Biogr Woordenboek I bl 35 gen 411
Achternamenindex
Willem van Duvenvoorde beleent Roelof Willemsz van Dalem met het kasteel en de heerlijkheid Dongen. Roelof was gehuwd met Beatrijs bastaarddochter van Willem van Duvenvoorde. Uit dit huwelijk: 1) Willem overleden ± 1323 x Sophia van Salinen, kind Roelof; 2) Lysbeth in 1360 weduwe van ... van Wisschel; 3) Helena, non; 4) Alijd van Dalen x Otto van Gellicum; 5) Belia van Dalem x Gysbrecht van Hoekelom
Duvenvoorde, van | 1306-11-13
Ned Leeuw 1922 p 307/Arch Twickel
Achternamenindex
Arnout van Duvenvoorde geeft, op raad van zijn moeder, aan zijn oom Janne van Duvenvoorde de woning in den dijc, 15 à 16 morgen, in leen, met dezelfde rechten als hij het houdt van Deric van Wassenare
daar hij zelf geen zegel heeft zegelen: zijn oom Jacob van den Woude en zijn neef Philips van Zanthurst
Dalen, van | 1295-11-01
Nyhoff: I no 47
Achternamenindex
Sweder van Voorst stelt zich bij de bisschop van Utrecht borg voor de graaf van Gelre
borgen: Giselbertus de Abecwolde, Hubertus de Bosinchem, Hubertus de Vianen, Swederus de Wiltenburg, Theodericus Splinter, Henricus de Stoltenberg, milites; Giselbertus de Ysselsteyne, Johannes de Sulen, famulos; Gyselbertus de Brunchorst, Bernardus de Nahus, Hermanus de Loyn, Swederus de Ringelenberg, Theodericus de Steenre, Herimannus de Rothem, milites;Wilhelmus de Dalen, Johannes filius Bernardus de Nahus, Stephanus de Zulen, Henricus de Burclo et Reynaldus, zijn broer, Stephanus de Wische en zijn broer Johannes, Hermannus de Vorste, Johannes de Eese, Rodolphus de Eese, Hermannus de Saterslo, Henricus de Lathem, famulos