25694 resultaten
Monemento, van | 1370-01-03
De Raadt II p 502/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex
Thierry van Monemunt, chevalier, déclare le duc de Brabant indemnes des dommages que lui et sa soeur, dame Ysabeau van den Gruythuyse ont subis
Meurs, van | 1357
Quellen Stift Xanten p 182, 187
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: - cum littera ad Johannem de Murse, 10 ½ d ; - pro expensis Theoderici de Asberg pro vino 4 sol et 2d in tractata domini Johannis de Morse (p 182); - servo misso cum litteris capuli ad dom Johannes de Murse, 16d (p 187); 1358: Konnebir misso ad dominum Johannem de Murse; 1367: nunceo eunti Morse ad dominos Johannem de Morse et Hermannum Duvel in causa Gerardi de Boycholt, 18 d
Budel | 1367
Quellen Stift Xanten p 200
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: nuncio eunti ad dominum Budel de Wyenhorst cum littera domini Hermanni Duvel in causa Gerardi de Buycholt et ad dominum Wilhelmum de Elmt, 3 ½ sol; 1375: pro sextario vini domino Budel de Wyenhorst 6 sol 8d (p 215)
Does, van der~ | 1635-05-19
G.A.Amsterdam DTB 765 fol 35
Achternamenindex
huwelijk Amsterdam: te Weesp ingetekend: Reijnier Hercksz van der Does [Doos?], Spaense stoelmaker, wonend in de Annenstrate en Lammertie Mathews, wonende te Weesp. Hij tekent: Reijniers Harck. "puije"
Wassenaer, van | 1418-01-08
R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex
gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"
Deym | 1315, 1316, 1334
Rek Hen Huis I p 17, 26, 183
Achternamenindex
ontvangsten rentmeester Noordholland: van landhuur in den Hage, in de meente te Eykendunen: Jan Willaem Deymensz 10 sc; 1316: idem Willem Deymensz 12 sc; 1334: idem
Deym | 1482-08-15
Ons Voorgeslacht 05-1991, no 416 regest 196
Achternamenindex
Dirc Jansz Deym legt verklaring af over door hem aan de abdij Leeuwenhorst betaalde pacht te Monster; ook verklaringen afgelegd door over pacht van land [in de Lier]: Aem Claesz, zijn vader wordt ook genoemd; Lysbeth weduwe van Aem Jansz, Jan Aemsz en Aem Claesz; Jacob Dircsz samen met Adriaen Jacobsz, Adriana vrouw (weduwe) van Dammas Claesz
Deym | 1542-07-12
Batavia Illustrata bl 1035
Achternamenindex
Jan Hallinck Ockersz en Meynart van Segwaart Bartholomeusz, schepenen in Dordrecht, verklaren dat Gerard van Nispen, zoon uit het eerste huwelijk van Gerard van Nispen Gerardsz met Catharina van Houte, bekend heeft ten volle betaald te zijn door Adriaan van Nispen, zijn halfbroer, zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader, met Margriete Willem Deymsdochter, van alles wat hij te vorderen had uit de nalatenschap van zijn vader
Deym | 1540
Batavia Illustrata bl 1026
Achternamenindex
Willem Deyms, dochter Margaretha Deyms, overleden 1540 x Gerard van Nispen
Bruijn, de | 1410~
Leenregister Culemborg fol 27, 35, 78v, 17v, 75v, 79v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Peter Hughe Phijlipsz.z een tiende tot Achthoeven in het gerecht Leiden, belend: Danels Brunenland Ansemsz; - Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderick, belend boven Hinrick Doys, beneden Arnt die Brune; - Reymbrant Claes van Zweten Petersz.z. een tiende te Achthoeven in het ambacht Leiderdorp, belend: het land van Danyels des Brunen Ansemsz tot de Bovensloot; - heer Sweder van Bloemensteyn 1 hoeve in het land van Haghensteyn, daar Jan Puusche op woont, belend boven: heer Sweder, beneden Jan die Brune; 1423: - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave, belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden: Evert Freyse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz); - Geryt uten Weerde Gerytsz ontvangen het goed dat Geryt van Culenborg opgedragen heeft, 10 morgen in de Husmalen, van de meente tot aan Nyeslach, belend boven: Jan van Oijduyel (?), beneden Gerefaes v.d. Wade. Dit erf hebben Gerefaes van Hollant en Geryt die Brune als hierna beschreven staat. Geryt van Culemborg behoudt 1 Vrancr schilt uit dit leen. Vervolgens komt de belening van Willem Vlaminck met dit leen, waarbij staat "dit en was niet toe gegaan"