32724 resultaten
Dale, van | 1353
Batavia Illustrata bl 1167
Achternamenindex
genoemd: Diderik van Dale, hoveling van Willem V; … van den Dale uit Brabant; Pieter van Daal, heer van Lillo en Berlaar, begin 17e eeuw x Margaretha van de Werve
Arkel, van | 1397-08-06
Van Mieris III p 660
Achternamenindex
Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"
Zaemslach, van | 1330
De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex
Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges
Wilde, de | 1424~
Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142
Achternamenindex
vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"
Slingeland, van | 1388-08-12
Rechtspraak Graaf van Holland III no 333 p 27
Achternamenindex
"dit syn die vierendelen van Lode Maesz diet an minen here ghebleven sijn van allen dinghen hierof roerende; item een ander vierendeel: Heinric Willemsz, Willem van Driemilen en Dric van Slinghelant"
Riebeek, van | 1423-07-29
Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex
leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz
Byland, van | 1373, 1393, 1395
De Raadt I p 255/Düss Clèves Mark no 413, 580, 581
Achternamenindex
Othon van Bijlant scelle un acte de son frère Gerard, qui à pris en fermage, du comte de Clèves, zinen Kijfweert, op 't gene zide des Waels, beneden sinen halve deen Heyn van den Dike plach to bouwen; 1393: Henri van Bylant, canoine de Cambrai; 1395: Jean van Bilant scelle des acte du duc de Gueldre; 1395: Othon van Bylant, se porte garant pour le duc de Geldre
Wassenaer, van | 1418-01-08
R.A.H. Coll Aanw 84 fol 23v
Achternamenindex
gravin Jacoba beveelt heer Henrick van Wassenaer, houtvester van Haarlemmerhout en Willem van Brederode, "dat si onse dune after Tetrode ende Aelbrechtsberge sullen doen bepoten als hun dat nutste ende oirbaerlicser dunken sal ende so wes dat costen sal te bepoten daer sel toe gelden enen ygelicke die geland is tusschen Breedsloot ende den dunen"
Wyffliet, van | 1374
De Raadt IV p 65
Achternamenindex
leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"
Arkel, van | 1381
A.R.A. Graf Rekenkamer 2146, los inliggend/Rentmeestersrekeningen van Arkel 1417-1418
Achternamenindex
"Wij Otte here van Arkel, richter, borghermeijsters ende scepen van Ghorinchem doen cond allen luden dat wi ghegheven hebben ende gheven Wouter van Delf ende Dirc sinen zoen den toern die staet teijnden der Corenbrugghen, ende gheheiten is Dumensteijn, hem beiden te ghebruiken also langhe als si leven zullen, of enich van hem beiden levet, in deser manieren, waert dattet die poert van Ghorinchem te doen hadde van open oerloghes weghen, so souden die poerteren van Ghorinchem verburen ende besighen tot hoerrre nutscap alse solanghe alse open oerloghe waer. In .... des briefs bezeghelt met onser poerten zeghel van Ghorinchem. Vermeld wordt... Des had mijn genedige Here selichge gedachten [d.w.z. hertog Willem] Wouter daer ouer gegeven 1111 M steens van den ouden huze tot Gorinchem, dair Wouter een deel steens of wech had ende den anderen tegens hem quit gecoft so men tot Gorinchem aen der grafte ende opten huze vermetselen moest ende men anders en genen gurigen en conde 3 Eng nob".