13126 resultaten

Doem, van | 1436-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 269v, 270
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Otto van den Doem draagt op 8 scaerweijen in een stuk land geheten Kriecskamp, strekkende uit de Eme tot aan de Biscopswech toe, belend noord: Ricout Willemsz met ⅓ deel van dezelfde camp, zuid: die scut en Gheryt Jansz; vervolgens wordt Herbert van Palaes beleend, hij maakt het goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Udell

mannen: Zoude van Rijn, Wessell Zuermont

Doem, van | 1452-06-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 148
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Doem draagt op een stuk erf te Zoest, dat Jacob Scade gebruikte, belend boven: Steven van Zulen van Nyevelt, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt hij ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op zijn 2 dochters Gheertrude en Evert, elk voor de helft

mannen: Heynric Botter, Hugo Bull

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"

Doem, van | 1466-02-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)

mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse

Doem, van | 1482-10-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 233
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen Willem van Doemsdochter, weduwe van Jan van der Maeten, draagt op ½ van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, zoals haar vader Willem van Doem van de abdij in leen gehouden had, belend boven: Aernt van Drije, beneden: Oud Munster te Utrecht; vervolgens wordt Henric Kracht ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; sterft Henric voor zijn vrouw Wendelmoet Aernt Mutsendochter, of sterven zij beide zonder kinderen, dan zal de helft komen op Henrics erfgenamen en de andere helft op Wendelmoets erfgenamen; "item dit heeft Wendelmoet sijn wijf"

mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ringenberghe

Zaenden, van | 1423-1424

Rek Rentmeester Kennemerland bijlage
Achternamenindex

Duve Jan van Sanen betaalt visserijgeld van 64 ½ geers in Winkel

Evenblij | 1567-04-15

Inv Arch 's Hertogenbosch Stadsrek 4e stuk p 790
Achternamenindex

betaelt Hans Croeckman, alias Hans Evenbleij een maelslot, dat Herman die Ruyter, in den name van Bombergen, hadde aende voors yseren kiste, dair de sleuten van der stadt poorten in lagen doen hangen, 20 st

Vriese, de | 1290-06-12

v.d. Bergh II no 723
Achternamenindex

Guy graaf van Vlaanderen, zijn oudste zoon Robert en hertog Jan van Brabant doen uitspraak in het geschil tussen graaf Floris V en de Zeeuwse edelen; op Borssele: Florens van Barsele, Doeding de Weringhe, Vriese del Ostenden

Daeij | 1749-1770

Bruinvis: Alkmaar no 417, p 18, 24
Achternamenindex

schepen of burgemeester van Alkmaar: mr Hendrik Adriaen Daey, stierf 1770-09-24

Ysselsteyn, van | 1344-08-29

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4 afd 2 p 106/Van Mieris II p 684
Achternamenindex

Arnoud van Ysselstein en zijn vrouw Maria doen afstand tbv het kapittel ten Dom te Utrecht van het recht der heren van Ysselstein tot het schouwen van de Afterdijk, gelegen in het gericht van de heren ten Dom in de Achtersloet, tussen de Gheerdam en het land van Harman van Zulen

heer Otte van Ysselsteyn, ridder, Janne burggraaf van Montfoerde, knape