14173 resultaten
Asperen, van | 1409
R.A.U. oudste Leenregister IJsselsteijn no 1 leen no XVII
Achternamenindex
Jan van Dalem Florensz 9 morgen land gelegen in Dalem, geheten des Rovers kinderen land, belend boven: Coppaert Neutraedenz kinderen, beneden de heer van Asperen, tot een onversterfelijk leen. Dits onversocht van mijns heren doot
Dalem, van | 1431-05-05
Arch Nassau Domeinraad regest 1295
Achternamenindex
schepenen van Donghen oorkonden dat Gheryt Jan Hagaertsz erkent, dat Roelof van Dalem Willemsz van Donga gebruik mag maken van een weg naar zijn hoeve moer, gelegen over het riool
Dalem, van | 1396-09-14
Arch Nassau Domeinraad regest 850
Achternamenindex
Willem van Dalem heer van Donga, Henrijc Bloc, Gielys Wilmaer, Jan Peters, arbiters in het geschil tussen de vrouwe van de Leck en Breda en de heer van Sevenbergen, doen uitspraak
Folkers | 1666-03-20
Wapenheraut jg II: 41
Achternamenindex
Hermanus Folckers x Catharina Maria Daey
Dalem, van | 1452-12-18
Arch Nassau Domeinraad regest 1681
Achternamenindex
schepenen in Breda oorkonden dat Roelof van Dalem heer van Donga en Cornelis Venedau, weduwnaar van Elisabeth, natuurlijke dochter van Willem van Daelhem een scheiding hebben gemaakt van de goederen door Elisabeth nagelaten
Dalem, van | 1458-01-10
Arch Nassau Domeinraad regest 1782
Achternamenindex
schepenen in Donga oorkonden dat enige personen verkocht hebben aan Roelof van Dalem heer van Donghen een erfpacht van 4 loopen rogge jaarlijks uit een stuk land (een heining), groot 5 loopen zaad
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"