Witte, (de) | 1299-07-11

De Fremery no 328

Achternamenindex

schepenen in Delft: Symon, persoenre in Delf, Jacob Gijzemansz, Jan die Witte en Gherlof Dalensz

Haerlem, van | 1251-01-20

v.d. Bergh I no 535

Achternamenindex

Symon miles de Harlem beleent Jacobus de Hilckebroeke, oppidanus in Harlem, met het land dat Theodericus zoon van wijlen heer Allard Dove dicti van hem in leen hield; vgl 1331-04-01

datum apud Haerlem

Delft, van | 1333

De Raadt I p 391/B no 294

Achternamenindex

Wouter van Dornyc, chevalier, parent des frères van Delf

Doos, van | 1330, 1374

Batavia Illustrata bl 1196

Achternamenindex

Diderik van Doos x Clementia; 1374: Diderik van Doos met negen gewapende mannen hertog Albrecht te hulp gekomen

uit Brederode

Montenaken, van | …-11-05

Memorien Stift Xanten p 135

Achternamenindex

memoria Johannis dicti Monthennake, clerici, de 6 sol de domo vicarii St Petri in Atrio Xanten; memoria fratris Wilhelmi de Tygele, patris Johannis Montenake, 6 sol de domo Johannis dicti Huefnagel in vico qui dictum Smedegas te Xanten

vgl de schepenoorkonden van 1303-10-18 en akte dd 1364-04-17

Hals | 1655-04-02

Navorscher 1885 p 8

Achternamenindex

dr Franciscus Hals testeert voor notaris N Fryenbergh te Delft

Clarenbeek, van | ….-12-27

Memorien Stift Xanten p 158

Achternamenindex

stierf Johannes de Clarenbeijck, scholasticus ecclesie Zefluensi et frater noster, 17 sol 4d, 1 marc de domo Rutgeri dicti in der Smithen in platea Maris, 5 sol 4d de domo Johannis dicti de Moldichk, sutoris in platea Textorum (Weverstraat)

Delf, van | 1478

Kerkelijke Rek Haarlem fol 9v

Achternamenindex

Lysbeth, weduwe van Willem van Delf, in die Foghe[le]sanc, testament 10 st

Plellinc | … -04-28

Memorien Stift Xanten p 288

Achternamenindex

memoria magistri Gerardi Plellinck, canonici Xanctensis et S Andree Coloniensis, 33 den de domo Rutgeri Oppengrave et de domo Joh. dicti Wageholle 26 den

Wilde, de | 1424~

Rechtspraak Graaf van Holland dl II p 60, 61/Memoriale XVI ingeschoven in fol 142

Achternamenindex

vervolg II: "item een ander clage als dat Aernt voirn. gecomen is met vergadering van mannen ende heeft Jan Jacob, mynen oem, daer hij een scout van Alcmair was, ter doot gequetst over een vrede die binnen 4 uren gemaect was, dair hij van die quetsinge doot gebleven is en mynen lieven genadigen heer van Bourgongien en synen Hogen Raet niet en ontsiet van der groter misdaet die hij daer an misdaen heeft. Ende lieve heer Roelant [van Uytkerke], want dese Aernt die Wilde veel andere feyten gedaen heeft, die men u wel onderwysen sal, soe bid ic u vriendelic om God ende om genade, dat ghij dese saken wilt berechten want ic dez niemant te clagen en weet dan u, want ghij ruwairt van dese lande van myns genad. heren wegen ghesett sijt"