19009 resultaten

Rietwijk, van | 1417-07-11

Van Mieris IV p 400
Achternamenindex

deze poorters van Haarlem beloofden wegens het oproer te Haarlem en het trekken met een nagemaakte banier naar Den Haag, in Noordwijk in gijzeling te komen: o.a. Dove van Rietwijk

Dort, van | 1771-05-07

Arch Ouderkerk a/d Amstel
Achternamenindex

windbrief voor Mathijs van Dort, van Ouderkerk, voor een snuiftabak en cementmolen, in de Rondenhoeppolder aan de Amstel binnen den ambacht van Ouderkerk

Deze, van | 1388

De Raadt I p 375
Achternamenindex

Lambert van Deze, gerechtsman, zegelt een akte van de baljuw van Salland

Villattes, des | 1752

Inv Arch Marquette, Assumburg en Limburg Stirum no 1351
Achternamenindex

het geslacht des Villattes: Wigbold Jan Theodoor van der Does x Wilhelmina Margaretha van Wasssenaar, dochter van Marie Louise des Villates; August Alexander des Villattes x Louisa Christine von Kronemann, dochter Marie Louise x Carel Lodewijk van Wassenaer

Wyffliet, van | 1374

De Raadt IV p 65
Achternamenindex

leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"

Doos, van | 1330, 1374

Batavia Illustrata bl 1196
Achternamenindex

Diderik van Doos x Clementia; 1374: Diderik van Doos met negen gewapende mannen hertog Albrecht te hulp gekomen

uit Brederode

Haerlem, van | 1251-01-20

v.d. Bergh I no 535
Achternamenindex

Symon miles de Harlem beleent Jacobus de Hilckebroeke, oppidanus in Harlem, met het land dat Theodericus zoon van wijlen heer Allard Dove dicti van hem in leen hield; vgl 1331-04-01

datum apud Haerlem

Mathenesse, van | 1424-12-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 340v, 341
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: "alle degenen etc doe ic verstaen Adryaen van Matenesse dat mi bi gecomen is hoe Vrancken rechte leenvolgers van Ghestel die tienden tot Heiligersberge gelegen tusschen Scarpendrecht ende Louwerssloet versuemt hebben 4 jaer lang an den abt van St Pouwels te Utrecht also als sie de voirs. tiende van der abdie hielden. En ic dat van den abt voirs also oec verstaen heb dat sie dese voirs tiende na inhout des briefs hierna volgende versuemt hebben, houdende van woirde tot woirde als hierna beschreven staat"; volgt de leenbrief van 1366-08-13; abt Gheryt van Damassche verklaart: "dair wij Jan van Ghestel des voirs Vrancken leenvolger een weet of hebben doen doen als recht is van 4 jaer pacht die ons daer aen ontbraken ende want hi noch nyemant en quam die ons daeraf voldaen hadde, so sijn die tienden vrij an ons en onser abdie gecomen"; de abt verkoopt deze tienden nu aan Adriaen van Matenesse voor 15 scatponden en 4 jaar achterstallige pacht, en hij wordt ermee beleend

Hellu, van | 1340-07-31

Akten Gelre Zutfen 1107-1415 p 245, 246
Achternamenindex

Adelysse van Herwijnen oorkondt dat zij op verzoek van Gysbrecht Roelofsz, de helft van de tiende die gelegen is in het gericht van Herwijnen, tussen Vadersstege en het gericht van Vurn, behalve de tiende des papen van Vurn, beleent "daer se Jan die Vaijg heyt verlien ende waerr hij niet, daerre se Jan van Hellu heyt verlien Vaerr hij niet daerr, sou Jan van Herwijnen het verleen off sijn erftgenamen, behaudelic heren Johan Canssen alle sijnre brieve, die hij op dijt voerrs goijt heeft"

mannen: Jans van Hellu en Jans Stercken

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"