3078 resultaten
Delen, van | 1703-02-21
Burgerrecht te Nijmegen p 239
Achternamenindex
burger van Nijmegen wordt no 3343: Steven van Deelen, heer van Druijten, vereert; 1684-11-02: trouwt aldaar; zijn kinderen: no 3344: Nicolaas Hans Willem, geboren aldaar 1689-01-29; no 3345: Jacob Jan; no 3346: Jan Hendrik; no 3347: Steven
Duven, van der | 1424
Quellen Stift Xanten p 527
Achternamenindex
Novimagium: Fredericus de Duve uno anno 3d, secundo anno 4d
Herlaer, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius [van der Aa], castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en zijn broer Rutgerus de Kuc, Johannes de Husden en zijn broer Rubertus (Rudolphus?) en Henricus, Arnoldus de Stene, Theodericus de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr[imbergen?]
Cuyk, van | 1247
v.d. Bergh I no 443
Achternamenindex
Leonius, castellanus Bruxellensis en zijn vrouw Sophia verkopen al hetgeen zij geerfd hebben van wijlen heer Theodericus de Altena en bovendien nog Cruchte en Werte aan heer Wilhelmus de Altena. Met deze zullen zij delen allodum Brustorne et in Sesen et in Kurtere. Apud Lira. [Sophia was waarschijnlijk een dochter van Dirk van Altena en N. van Heusden. De voornaam Sophia doet denken aan van Heusden]
testes: Henricus en R. de Kuc, Johannes, Rudolphus en Henricus de Husdenne, Arnoldus de Stene (?), Th de Herlar, G. de Horne, Leonius de Gr….
Heukelom, van | 1357-03-27
Urkunden Cleve Mark 1223-1338 p 230 regest 417
Achternamenindex
Otto von Dolre, Richter zu Ede, oorkondt dat voor hem en gerichtslieden, der Randolf van Hoekelum end dessen Ehefrau Jutta met haar momber overdroeg aan dem Ritter Hermann von Keppel zugunsten des Grafen von Kleve das Gut van Ach--- ("t guet van Schrevelde") in Hoekelum im Kirchspiel Bennecom (Berinchem) ubertragen habe
gerichtslieden: Otto van Welle, Wolter Wolf van Keppel Hermansz, Wolter von Dolre, Emmelric von Handen
Bennekom
Zaenden, van | 1423-1424
Rek Rentmeester Kennemerland bijlage
Achternamenindex
Duve Jan van Sanen betaalt visserijgeld van 64 ½ geers in Winkel
Oem van Wyngaarden | 1468-02-04
Coll Aanw 238 fol 217, 232v/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex
Tyelman Oem van Wyngaarden int voor Willem Deym, "crank van sintzen/sinnen", de renten van 50 £ op Delft en 40 £ Leiden, die deze van wijlen zijn vader Jan Deym geerfd had, de weduwe en erfgenamen willen dit nu zelf doen (fol 217); 1468-02-11: dit wordt toegestaan op borgtocht van Dirc Pelle Gysbrechtsz van Waetselaer (fol 269v); 1468-02-05: volmacht op Tylman
Bocholt, van | 1400-1415
Quellen Stift Xanten p 376
Achternamenindex
in parrochia Millingen in ½ manso, tenente 15 jugera dicto Schijvelcamp, 1e manum habet Luttherus, vicarius Reysensis, 2e: Jutta in der Deillen, 3e: Swederus de Boicholt
Cuyk, van |
Wapenheraut jg I p 149, 5 en II p 5, 152; Batavia Illustrata bl 921, 1195, 903, 1161, 1147, 1148, 988, 1164, 1140, 847, 1022, 984
Achternamenindex
genoemd: leden van de familie van Cuyk en van Cuyk van Mierop; 1561: in domino Kuijkensi: opsomming van plaatsen (Miraeus Opera Dipl I p 483)
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse