20835 resultaten

Dorp, van | 1658

J.A. Jaeger: A.R.A. Hs 3e Afd no 755 p 162
Achternamenindex

verklaring van Adriaen van Gustaff [sic !] baron van Lewijt, zoon van de graaf van Flodroff, voor het Hof van Holland afgelegd omtrent zijn duel met jhr Arent van Dorp, vaandrig in een compagnie gardes

Boekel/Bokel | 1323-12-11

Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis

Uytternesse

Bernier | 1370-04-04

Ned Leeuw jg 1911 p 53/Orig Arch abdij Leeuwenhorst
Achternamenindex

Heynric Baerniersz verkoopt de helft van enig land te Wateringen hem aangekomen van zijn nicht, de vrouw van Jan Jacobsz, aan Kerstant van Alkemade. Daar Heynric geen zegel had, werd de akte in duplo opgemaakt, het ene exemplaar werd bezegeld door de schout van Wateringen, het andere door Heynrics neef, heer Dirc Aerntz van Dam

Damme, van den | 1370-04-04

Ned Leeuw jg 1911 p 53/Orig Arch abdij Leeuwenhorst
Achternamenindex

Heynric Baerniersz verkoopt de helft van enig land te Wateringen hem aangekomen van zijn nicht, vrouw van Jan Jacobsz, aan Kerstant van Alkemade. Daar Heynric geen zegel had, werd de acte in duplo opgemaakt, het ene exemplaar werd bezegeld door de schout van Wateringen, het andere door Heynrics neef, heer Dirc Aerntz van Dam

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Riebeek, van | 1423-07-29

Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex

leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Egmond, van | 1379-09-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex

Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer

Gelmen, van | 1250

H. Pirenne: Livre abbé Ryckel abt van St Truyen p 167, 168, p 88, 311
Achternamenindex

"item vestes non forratas habuerunt Arnoldus" [van Gelmen]; 1264-11-25: Arnoldus de Gelmen apud Borlo; de abt commisit dulo Arnoldo jurisdictionem suam de censibus quos solvit que tenet de predita domo Adam de Fine

Wayer, de | 1342-1343

Rek Houtvester dl VII p 150, 159
Achternamenindex

de boeten die noch achterstaen in 't Lis: Willaem die Wayer, van dien dat hi drifturf in die wildernisse dede besetten ende anevinc buten den houtvorsters, want die turf des heren is, te boeten 16 £ en Symon Ditgher van dierselver sake 10 £; 1343-1344: dezelfde post als afterstal, (p 159) Willem die Waeyer heet hier Willem de Waert