25921 resultaten

Does, van der | 1400-09-24

Arch Abdij Egmond Inv no 605
Achternamenindex

Dirc van Rollant oorkondt dat hij de abt van Egmond heeft opgedragen en wederom van hem in leen ontvangen "alle lienrecht ende toeseggen dat ic hebbe an datdeel der rottienden die wileneer Pieter van Rollant, myn oudoem, daer God die ziel of hebben moet, te liene helt van den Godshuus voirs, ende mij nu opbestorven is van Dirc Dircxz van der Does, minen neve, leste besitter van desen liengoede". Dirk van Rolland draagt op alle leengoederen, op het ⅓ deel van de rottiende na, die zijn oudoom Pieter van Rolland eertijds bezeten heeft en die hem van zijn neef Dirc Dircsz van der Does aanbestorven zijn; 1317-05-23: de abt van Egmond beleend Machteld dochter van Dirk van Rolland met de rottiende die haar vader in leen hield van de abt, te versterven op zoons of dochters

Hagestein, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat Willem van Brawode, die men hiet van Engheland, hem onrecht gedaan is door heer Jan van der Wateringhen betreffende de renten van het land gelegen te Vlairdinghe in het ambacht van heer Jan van Vlaardingen, die eerder van jvr Willem van Teylingen waren. Willem van Brawode zal 5 £ Holl hebben, die hij kocht van den goedshuyse van der Lee. Voorts had de vrouwe van Haghesteyne zes kinderen, die het land van jvr Willem van Teylingen erfden, waarvan 1/6 deel kwam op de vrouw van Goewijn van Rossem, en waarvan Dirc van den Wale 4/6 deel kocht: één van Janne uytten Goye, één van Ghizebrecht uten Goye, één van Stasekyn van Brakel en één van heer Jacobsdochter van Lichtenberg; deze 4/6 delen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engheland, dus deze Willem heeft er recht op

Does, van der | 1366-01-01

Inv Arch Rynsburg dl I regest 368
Achternamenindex

Dirc van der Does, schout van Voorburg, oorkondt dat zijn vader Jan van der Doesen diens vrouw Kerstine, verkocht hebben aan hun zwager Willem van Voorburch een rente van 10 sch per jaar, die Willaem de bastaerd en zijn vrouw Katerine toebehoorde. Met een brief van1351-01-25, die met de rente Katerine, weduwe van Willaem de bastaerd, Philip Aerntsz van den Dam en zijn broer Claes Hurst aan jvr Kerstine in eigendom overgaven

Voorburg

Doos | 1356-1357

G.A.Amsterdam fam Arch Bicker 719 fol 69
Achternamenindex

stamreeks Meyndert Bartelmeusz Doos, schepen van Amsterdam

Duvel | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Claes Duvel: afterstal van 1362 van Burhem (Vronen) 19sc 9d (811 fol 2v); 1359-1360 (807 fol 9v), 1360-1361 (808 fol 16v), 1361-1362 (809 fol 12v), 1362-1363 (810 fol 7v): land te Vronen 5 £ 6sc 7d; 1366-1367: (812 fol 3v, 11, 16) Claes Duvels wijf, afterstal van 1362, 6sc, land te Vronen 5£ 6sc 2d 2x

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 264
Achternamenindex

afterstallen van de smaltienden in Amstelland, te Muden: Jan Dyvel en Melis 56sc 4d; van de tins in Amstelland, in Muden: 3 £ 7sc 6d; van de corentiende in Amstelland, van de oostzijde van Muden: Claes Lepelaer, van de westzijde: Volmer Jansz en Daem Ghenenz 3£, in Keveren: Gerrit Wilding 6£, in Muderveen: Lambrecht Aerntsz 16sc

Dyvel | 1337-1340

Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex

afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d

Dijn | 1316

Rek Hen Huis I p 230, … p 182
Achternamenindex

rentmeester Noordholland: van landhuur in 's Gravensande int Nortland: Hanne Gheryd Dijnsz 20 d; 1334: landhuur in Hagheambacht, up die Gheest: Jacob Gheret Dynsz 3 d

Dijn | 1341-06-03

Cartul Marienweerd no 506, De Raadt I p 384/Arnhem C.c. no 335-8, 582, 721
Achternamenindex

schepenen in Santbomel: Everardus Theoderici en Zegerus Gherardi Dijns; 1342: Zegerus Gherardi Diins en 1343-12-14

Sobbe | 1368

De Raadt II p 424
Achternamenindex

Engelbrecht van der Marke zegelt voor Englebert Sobbe een quittance voor 200 vieux écus, revenus de cinq années, dus par le duc de Luxembourg du chef des tonlieux de Rolduc et de Maestricht