25166 resultaten

Schoten, van | 1393-1394

R.G.P. 174 p 31/Rek Baljuw Den Haag fol 2
Achternamenindex

"Item alsoe hem Dirc van Scoeten an die een side ende Claes verLoren an die ander zijde verwilkoerden an des baljuws hant op een peen van 50 oude sc, wiet op den anderen eerst begon de dat dadinc dat si onderlinge hadden, daerof Dirc voors. verwonnen wordt met rechte, daer die bailliu zijn goede dede antasten ende deedse pachten ende worden ghepacht voor 3£ "

Heyden, van der | 1394, 1395. 1400, 1403

De Raadt II p 469
Achternamenindex

Chrétien van Rincbergh (Rimburg, uit Merode), chevalier, reçoit une rente sur Maestriecht; il append son sceau aussi à un acte dont nous avons oublié d'annoter la date, et qui l'appelle: Kersthen van Rengberghe, ritter, heere zu der Heyden, châtelain de Roede (Rolduc)

Woude, van den | 1287-09-17

v.d. Bergh II no 620
Achternamenindex

graaf Floris V belooft de poorters van Delf de vrijheden "die si bescreven ende beseghelt hebben van ons ende van onsen ouderen. Ende dat hem dat ane hoere vriheide niet letten we sal dat zii doer onser sonderliner bede Hughen van den Woude ontvaen hebben te hoeren portrecht"

Hagestein, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat Willem van Brawode, die men hiet van Engheland, hem onrecht gedaan is door heer Jan van der Wateringhen betreffende de renten van het land gelegen te Vlairdinghe in het ambacht van heer Jan van Vlaardingen, die eerder van jvr Willem van Teylingen waren. Willem van Brawode zal 5 £ Holl hebben, die hij kocht van den goedshuyse van der Lee. Voorts had de vrouwe van Haghesteyne zes kinderen, die het land van jvr Willem van Teylingen erfden, waarvan 1/6 deel kwam op de vrouw van Goewijn van Rossem, en waarvan Dirc van den Wale 4/6 deel kocht: één van Janne uytten Goye, één van Ghizebrecht uten Goye, één van Stasekyn van Brakel en één van heer Jacobsdochter van Lichtenberg; deze 4/6 delen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engheland, dus deze Willem heeft er recht op

Does, van der | 1500-11-16

Inv Kerken Leiden II regest 2203, 2135
Achternamenindex

heer Theodericus de Does, clericus, bediende te voren de O.L.Vr vicarie in het OLVr gasthuis te Leiden; 1490-02-04: Theodericus Wilhelmi de Dues, priester

1e zijtak

Oudendijk, van den | 1379-07-13

Reg Rotterdam en Schieland no 1016
Achternamenindex

Odsier van Cralingen, Francke Visscher, Pieter Venijn van den Oudendijck, Daem van der Duyn, Jan van Cattendijk verklaren gezien te hebben een bezegelde brief van 1320-11-12, en bezegelen op verzoek van ambachtsbewaarders van Sevenhuysen en van Rotten de akte

Wyffliet, van | 1374

De Raadt IV p 65
Achternamenindex

leen van Philippe [?] van Tudekem: "drie dachwant lants liggende bynnen den byvange van Tuydekem ende den wijndt van eenre wintmoelen op een halff buender eygens, dat driessch is, dair die voorscreven wintmoelen opgestaen heeft, liggende tusschen die erven wijlen Petes Wyfflet aen deen zyde, ende wijlen Jans van der Borch erve, aen dandere, streckende mitten eenen eynde aan die heerstrate van Wezemale te Herent weert gaende"

Duyn, van der | 1410-04-02

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 213
Achternamenindex

leen van Egmond: no 7) 4 ½ morgen te Hildegersberge, de Ricygekamp, Jacob van der Duyn, broer van Willem van der Duyn; 1412-07-13: vermeld als Jacob van der Duyn Florisz. 1412: belend oost: 2 morgen op ten Brouck, die hij in leen houdt van heer Dirc van der Lecke, gemeen met Hughe Nachtegael

Does, van der | 1319-09-11

A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex

Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor

hoofdtak

Arkel, van | 1514-10-20

Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex

hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil