26363 resultaten
Dyvel | 1337-1340
Grafelijk Rek I p 268
Achternamenindex
afterstallen van de marcttollen te Muden 20sc; 1342-1343: afterstallen van 1341 te Muden: Dirc Jacobsz van sire misdaet 5 £ 19sc 4d; innemen baljuwschap in Muden: Dirc Rolle, van lanttughe 8sc, Jan Dyvel van wantalen 6sc 8d, Jan Dyer van vechten 6sc, Gheret Alidez, van vechten 5sc 10d
Dijn | 1316
Rek Hen Huis I p 230, … p 182
Achternamenindex
rentmeester Noordholland: van landhuur in 's Gravensande int Nortland: Hanne Gheryd Dijnsz 20 d; 1334: landhuur in Hagheambacht, up die Gheest: Jacob Gheret Dynsz 3 d
Dijn | 1341-06-03
Cartul Marienweerd no 506, De Raadt I p 384/Arnhem C.c. no 335-8, 582, 721
Achternamenindex
schepenen in Santbomel: Everardus Theoderici en Zegerus Gherardi Dijns; 1342: Zegerus Gherardi Diins en 1343-12-14
Bole, de | 1415-10-09
Repert Stichtse Leenprotocollen p 251, 252
Achternamenindex
5 morgen land te Odijk: beleend Dirc die Boele na opdracht door Peter van Eemskerke; 1418-06-23: Johan die Bole na dode van zijn vader; 1434-01-23: idem; 1451-10-04: Gerrit die Bole na dode van zijn vader Johan, hulde doet Elias de Bole (ook 1457-06-04); 1466-10-24: Gerrit doet zelf de eed; 1474-08-18: Adewich, vrouw van Dirc van Oestrum, na dode van haar broer Geryt de Bole; 1497-08-26: Adriaen die Edell [Dedel ?]doet de eed voor haar; 1498-08-31: Adewich, weduwe van Deric van Oestrum, met haar voogd Dirck de Ridder, draagt over aan haar nicht Jut Geryt die Bolendochter, vrouw van Lumen Willemsz; als Jutte zonder wettige geboort overlijdtd, zal dit leen komen aan Gheryt van Oestrum, zoon van Adewich; haar man doet hulde, ook op 1518-05-03; 1521-06-21: Jutte en haar man Lumen Willemsz dragen dit leen over
Sobbe | 1368
De Raadt II p 424
Achternamenindex
Engelbrecht van der Marke zegelt voor Englebert Sobbe een quittance voor 200 vieux écus, revenus de cinq années, dus par le duc de Luxembourg du chef des tonlieux de Rolduc et de Maestricht
Dorcout | 1380-1390
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 206
Achternamenindex
klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: "item soe is ghecomen meyster Aernt Dorcout, reyntmeister des heren van Arkel, ende dat siin brodighe ghesinne is, ende anders een deel ondersaten des heren van Arkel, die die kerke in Heicoep ende een deel der huse afscieten, ende sloeghen daer doot 2 man ende ene man al lam, ende namen daer Peter Martiinssoen ende een deel miinre ondersaten laken ende ander goet, eer sij ontseyde vyant waren"
Bennebroek, van | 1418-08-26
Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074
Achternamenindex
Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten
Cleve, van | 1393
De Raadt I p 271
Achternamenindex
Roger van den Boetzelaer, chevalier, déclare avoir assisté à la renonciation d'Elisabeth de Clèves, dame de Borne et Sittard à tous les biens d'Adolphe comte de Clèves avant le mariage avec sire Renoud de Rauquemont, sire des dits lieux
Does, van der | 1702-05-20
Arch. Gecommiteerde Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex
lijfrenten kantoor Hoorn: mr Dirck van der Does 1100 gld ten lijve van hemzelf, oud 27 jaren, daer vader of was mr Dirck van der Does en moeder Yda Welsingh, 99 gld; 1702-06-06: idem 1300 gld, oud 26 jaren, dezelfde ouders
Egmond, van | 1379-09-12
Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex
Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer