14938 resultaten

Sobbe | 1368

De Raadt II p 424
Achternamenindex

Engelbrecht van der Marke zegelt voor Englebert Sobbe een quittance voor 200 vieux écus, revenus de cinq années, dus par le duc de Luxembourg du chef des tonlieux de Rolduc et de Maestricht

Oosterwijk, van | 1430-03-21

Arch Delfse Statenkloosters p 367 no 32, 33
Achternamenindex

schepenen van Delf oorkonden dat heer Geryt van den Zyl, ridder, Dric van Tol, jvr Badelog van den Zijl en jvr Lysbet van Oesterwijck hebben verkocht aan het klooster van St Clara 3 morgen 1 ½ hont poortland ; zij verkopen ook 4 morgen 25 gaarden poortland aan dezelfde

Isenburg, van | 1371

De Raadt II p 140/Düss Jul Berg no 860
Achternamenindex

Salentin seigneur d'Ysenburch, inféode au duc de Juliers, mijne hof zu Heimbach in dem Engerskeuwe

Dorp, van | 1294-05-12

De Fremery no 293
Achternamenindex

het kapittel ten Dom te Utrecht verpacht 146 morgen in de kerspelen van Delft en Schipluiden, vroeger gedeeltelijk gehouden door Arnoud van den Dorpe, ridder van het Duitse huis, voor 13 £ 8 schell en 4 penn per jaar, vrij van lasten, aan zijn zoon Jan van den Dorpe en diens opvolgende erfgenamen, die maar per één persoon mogen opvolgen, waarbij het dubbele van de pachtsom verschuldigd zal zijn; 1320, 1322,1345: Arnoud van den Dorpe; 13.., 1365: Bertha dochter van Arnoud van den Dorpe; 1383: Philips van den Dorpe, zoon en oudste erfgenaam; 1395: Willem van der Veen; 1411-07-25: Beatrijs, bastaarddochter van hertog Willem krijgt de erfpacht na de dood van haar man heer Philips van den Dorpe als lijftocht, na de dood van Philips, als naaste bloedverwant; 1412-10: Andries van Lisse pretendeert de naaste erfgenaam van Philips te zijn; 1412-12-12: Philips die Bloet Hughenz, schout en burgemeester van Delft, behoudens de lijftocht aan Beatrijs, weduwe van heer Philips van den Dorp

Mathenesse, van | 1609-06-12

Kroniek Hist Gen dl 3 p 121/Arch Mathenesse
Achternamenindex

aanstelling van Johan van Matenesse, kanonik ten Dom tot deken van den Dom; 1609-08-13: commissie voor Johan van Matenesse tot proost van Leiden, met handtekening van prins Maurits

Goye, uten | 1288-07-13

R.A.U Inv H.S. no 361 dl VIII fol 104v/Ned Leeuw jg 1949 p 341/Brom regest no 2257
Achternamenindex

testament van Mabilia, weduwe van Giselbertus de Goye: haar huis gelegen in de immuniteit van St Maarten te Utrecht na haar dood in handen gesteld wordt van de Domproost en de Dom deken om het te verkopen en de opbrengst in 3 gelijke delen te bestemmen voor een memoriedienst op Allerzielendag voor haar eerste man Godescalcus de Merwede, ridder. Het tweede deel voor haar tweede man Giselbertus in vigilia beate Gertrudis [16 maart] en het 3e deel later voor gelijke diensten te houden voor haarzelf, alle te verrichten in de Dom te Utrecht. Zij verzoekt Johannes de Herkele, ridder, en haar beide zoons Johannes en Daniel, zoons uit haar vorig huwelijk met Godescalcus van der Merwede, deze uiterste wilsbeschikking te willen bezegelen

[volgens Vermast: Mabilia van Arkel x Ghiselbertus de Goye geboren rond 1200, overleden te Utrecht 16 maart 1271; Mabilia zou geboren zijn rond 1210,gestorven na 1288 en een zuster zijn van Jan I van Arkel]

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Duyn, van der | 1468-07-24

Coll Aanw 240 fol 986, 1003, 1019v, 1073v
Achternamenindex

Daem van der Duyn gedaagde door de jvr van Hardinxvelt en haar zoon Aernt; 1468-07-27: Daem van der Duijn zou de veerstede te Hardincsvelt in bezit genomen hebben; 1468-07-28: Aernt de Juede contra Daem van der Duijn (1468-08-11)

Duyk | 1532-1542

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 434
Achternamenindex

mr Jan Duijc treedt namens de erfgenamen van Dirk Deym op voor de Grote Raad

Zaenden, van | 1404-03-11

G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex

Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"