24306 resultaten
Arkel, van | 1514-10-20
Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex
hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil
Bot | 1472-09-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 225v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, draagt op de helft van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, dat haar vader Willem van Doem van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt Volken Both Peter Bothsz ermee beleend, sterft Volken voor hij mondig is, dan komt dit leen op Evertgen terug; 1482-06-01: Evertgen wordt na dode van Volcken Bot Petersz, van wie zij oude moeder was, beleend, Meeus Verborch doet hulde en eed voor haar
mannen: Gerit Bot Volkenz, Evert van Heze; 1482: Geryt van Rijn, Henric Ryngenberge
Does, van der | 1427
Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex
dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde
1e zijtak
Does, van der | 1316-05-16 - 1317-05-15
Rek Hen huis II p 423, 439
Achternamenindex
renten van Henegouwen: Nortich van den dike, 2 morgen land after Gherds van der Does (niet); 1317-1318: 2 morgen Gherds van der Does 16 sc; 1318-1319: 2 morgen after Gherds van der Does, Gherd Jacobs Smetsz 1 £; in rekening 1319-1320 (10 sc), 1320-1321 (15 sc); 1321-1322: "bi Gherds van der Does 2 morghen lands, die Gherds van Velsen waren: 15 sc, bi Bonetiaen"
Haarlem
Cock, de | 1358
De Raadt II p 239, I p 303
Achternamenindex
Rodolphe die Koc, caution de Guillaume de Bot van der Merwede; Willem die Bot van der Marwede déclare être marié à Nelle, fille de sire Gisbert Koc van Nederrijnen; Bot s'engage a céder à la première requisition de son dit beaupère, les biens en Gueldre et dans le pays de Buren, que Nelle a herité de sa mère, dame Oede
Duven, van | 1422-12-07
Leenregister Culemborg fol 92
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Geryt Mewe ⅓ deel van 6 morgen op Parijs samen met Willems erfgenamen van der Lochte, dat geheten is Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers mit hun kinderen, beneden: Heinric van Duven
Cuser, de | 1441-03-15
Mr van Overvoorde: Arch Kloosters regest 721, 767
Achternamenindex
Willem Kuyser van Bosschuysen en Joest Heynricsz, schepenen van Leiden oorkonden een verkoop van land aldaar; 1444-01-16: Willem Kuyser van Bosschuysen en Dric van der Does idem verkoop van een rente
Duven, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 38, 78v, 108, 109v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Dierck Coppier Jacobsz ⅓ deel van 6 morgen op Parijs, geheten Volfslant, met Haze Hugen en haar kinderen, belend boven: Henric Jacopsz en Jutte Coppers en kinderen, beneden: Henric van Duven (dit leen komt vervolgens aan Willem van de Lochte); - Reynalt van Mauderick 1 morgen in der maelschap van Mauderic die Dircks van Duven te wesen placht, belend boven: Reynald van Mauderick met leen van Culemborg en beneden: Geryt uten Weerde Roelofsz.Tijns van Culemborg tot Mauderic op 11-11: - Geryt van Duven van 1 oude weyde en 1 slach op die Weijde en 1 husmate, samen 5 morgen; - Geryt van Duven van husmaten, van 1 oude weyde en van een slage 9 d
Doem | 1592, 1595, 1598
Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex
schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem
Herlaer, van | 1460-04-09 (1459)
Coll Aanw 102 Caput Z.H fol 98
Achternamenindex
hertog Philips oorkondt dat Martijn van Poederoyen hem verzocht heeft namens zijn vrouw jvr Kerstyne van Gent beleend te worden met een deel van de tiende van Hardinxsvelt die haar vader Aerndt van Gent gekocht had van zijn broer Wouter van Gendt; de stadhouder had belening geweigerd daar heer Aernt de gehele tiende van de grafelijkheid in rechten leen had gehouden, die dus na zijn dood zonder zoon aan de grafelijkheid vervallen was; Martijn voert hiertegen aan dat heer Aernt hem de tiende te medegave met zijn dochter gegeven had. De hertog beleent hem nu met dit deel van de tiende