7619 resultaten

Dus, van der | 1743-06-02

G.A. Amsterdam DTB no 110 fol 368, 82 fol 16
Achternamenindex

gedoopt Westerkerk te Amsterdam: Johanna, dochter van Jacob van der Dus en Maria Oderheymers, getuigen: Tymentje Kok en Hendrik Voogelaar; 1745-01-27: gedoopt Noorderkerk , Jacoba dochter van Jacob van der Dus en Maria Oderoijmers, getuigen: Hermanus Verbrug en Jacoba van Groenenwegen

Duven, van | 1295

Batavia Illustrata bl 1197
Achternamenindex

genoemd: Floris van Duven, ridder

Duven, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 6v, 12, 12v, 15v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Claes van der Ham 1 hofstede die van Heyne van Duven was, met een weerd aan het einde; - Dirc van Duven 1 hofstede tot Mauderic, belend boven: Heynric Roelantsz, beneden: de heer van Culemborg; - 1 oude weijde in de Aude Weyde te Mauderic, belend boven en beneden: Geryt uten Weerde (fol 12); - 3½ hont in den Muelschen camp, belend boven: Herman van Holland en beneden: Jan Vranckenz, was van Gheryt van Duven; - Geryt van Duven (doorgehaald en vervangen door Roelof Spaen Jacobsz) 1 hofstat met een huis tot Mauderic op den Slach, 8 hont, belend boven: de heer van Culenborg, beneden: Gerijt; - Hubert Zas 13½ hont op t Hornincsveld, belend boven: Gerijt van Duven en beneden: Heymeric Roelantsz; - Heinric Mus 1 morgen in de Oude Weijde die van Dirc van Duven was geweest, belend boven en beneden: Geryt uten Werde

Duven, van | 1422-12-07

Leenregister Culemborg fol 92
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Mewe ⅓ deel van 6 morgen op Parijs samen met Willems erfgenamen van der Lochte, dat geheten is Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers mit hun kinderen, beneden: Heinric van Duven

Duven, van | ….

Memorien Stift Xanten p 295
Achternamenindex

er is sprake van een rente van 600 de domo Petri Molendinarii in Platea Maris in fine, nunc Henrica de Duven, nunc Godfrdi van den Oever

Rode, de | 1340

De Raadt II p 359, III p 242
Achternamenindex

Johan van der Lynden, Johan et Franke van Rode, bourgeois d'Aix la Chapelle promettent de ne plus jamais rien entreprendre contre l hopital de St Marie de Jerusalem de la maison Teutonique, des ungevallis van deme doytslaghe, die geschijt is an Conrarde van der Lijnden, leur frère et neve, van heren Mychaels weghen van der Juncheyt, frère dudit ordre

Rolland, van | 1282-11>

Bijdr Hist Gen 1901 p 262/De Fremery Nal no 3
Achternamenindex

lijst van de lenen van Teylingen: 30) Wilhelmus en Theodericus Vastradi manu conjuncti decimas de Nova ecclesia apud Haerlem [ten westen van Sloten, in de 16e of 17e eeuw verdronken in de Haarlemmermeer], tertiam partem ibidem sciliuet, alias duas partes habet Wilhelmus de Roelant [Rollant], nesciunt a quo illas partes teneat: Willem van Rolland houdt in leen ⅔ deel van de tienden van Nieuwerkerk bij Haarlem, het andere ⅓ deel houden Willem en Dirk Vastraadszonen in leen, tevoren leen van Teylingen

Herlaer, van | 1460-04-09 (1459)

Coll Aanw 102 Caput Z.H fol 98
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt dat Martijn van Poederoyen hem verzocht heeft namens zijn vrouw jvr Kerstyne van Gent beleend te worden met een deel van de tiende van Hardinxsvelt die haar vader Aerndt van Gent gekocht had van zijn broer Wouter van Gendt; de stadhouder had belening geweigerd daar heer Aernt de gehele tiende van de grafelijkheid in rechten leen had gehouden, die dus na zijn dood zonder zoon aan de grafelijkheid vervallen was; Martijn voert hiertegen aan dat heer Aernt hem de tiende te medegave met zijn dochter gegeven had. De hertog beleent hem nu met dit deel van de tiende

Scheven | 1414

De Raadt I p 227
Achternamenindex

Godert van Benroide dit van Scheven, Catherine sa femme, et Jean van Benroide dit van Scheven, frère dudit, font un accord avec le chapitre de Notre Dame à Dusseldorf

Cuyk, van |

Wapenheraut jg I p 149, 5 en II p 5, 152; Batavia Illustrata bl 921, 1195, 903, 1161, 1147, 1148, 988, 1164, 1140, 847, 1022, 984
Achternamenindex

genoemd: leden van de familie van Cuyk en van Cuyk van Mierop; 1561: in domino Kuijkensi: opsomming van plaatsen (Miraeus Opera Dipl I p 483)