21530 resultaten

Monemento, van | 1400

Memorien Stift Xanten p 259, 261
Achternamenindex

census in platea Maris te Xanten: - ex parte Johannis de Monementen, 6 sol; - de domo proxima nunc Johannis de Monementen 1 mark; - de domo Jacobi Duvel ex parte Johannis de Monementen, 6 sol; - de domo Nicolai de Monementen, 15 sol

Ravesteyn, van | 1436

Reg Geld Leenaktenbk 11e stuk p 572; Alg Ned Familieblad jg 1885 p 6
Achternamenindex

leen van Gelre: 13 hont en 7 hont in het kerspel van Deyl, ontving de bastaard van Erckel geheten Ravensteen; 1473: de bastaard vam Arckel geheten Ravestein, 13 hont land in Dyel

Oostrum, van | 1468-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op: 1) 4 morgen veen onderdeylt gelegen in de Zoesscher Venen, waarvan Willam van Doem vroeger de helft aan Dirc overgedragen had, en de andere helft door de broers Claes Meusz en Geryt Meusz overgedragen zijn, belend zonnewaarts: Lambert Pijl, zeewaarts: Dirc van Oestrum, 2) een viertel veen in het kerspel van Zoes, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van Doem, zoals Dircs vader Claes van Oostrum in leen hield; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met deze 8 morgen land beleend, na zijn dood te komen op zijn zoons Jan en Willam, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Haze Jan de Boelendochter, behalve haar lijftocht, met voorwaarden voor zijn oudste zoon Claes, die zijn broers Jan en Willem 1500 Beyers gld moet betalen waarmee zij de 8 morgen kunnen lossen, of de helft voor 750 gld; na de dood van Dirc van Oestrum en zijn zoon Jan: "Willem van Oestrum, sijn soen, heeft dit ontfangen, vide in libro abb de Stege fol 4"

mannen: Alfer Ruijsch, Tyman Mouwer van Heersell

Hombout | 1425-10-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Janna Johan Homboutsdochter verzocht ⅓ deel van ½ van de tiende op Emenesse, hulde doet voor haar Roloff van Wisschel; Lysbeth Jan Homboutsdochter verzocht het andere ⅓ deel vab ½ tiende op Eemnes, voor haar doet hulse Jacob Johan Walmersz "Item des Manendages na omnium Sanctiorum 14125 dede de abt een opsetten van den leen dat joufroue Margriet hoerde te versoeken van dode Jan Hombouts hoers vaders, bi Willem van Alendorp ende Jacop de Voecht"

Schaep | 1545-02-13

Leenregister Huis Bergh no 91 p 86
Achternamenindex

Schaepshoevell in het goed te Averdick, tot 1 £: Daem Splynter na opdracht door zijn moeder, die een zuster is van Aelbert Schaep, en dit goed als haar kindsdeel ontvangen had; Daem Splyntersz maakt zijn vrouw Alijdt Louwermans een lijftocht

Drempt

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Riebeek, van | 1423-07-29

Leenregister Culemborg fol 97
Achternamenindex

leenregister Culemborg ± 1410: - Gysbert Speijgert Bertousz [Speijaert] 2 ½ morgen in het gericht van Goije op Dele [Delf], belend boven: Diric Frederickxz, beneden: Henric Rijebeek en Gerijt Andriesz

Egmond, van | 1379-09-12

Reg Rotterdam en Schieland no 1020
Achternamenindex

Gysbert Jans van Vorenbroeck draagt aan Arent van Egmond op 5 ½ morgen land in het ambacht van Cralinghe, in een weer land, gemeen met Oudtzier van Cralinge en Damas Claesz [Daem van der Duyn ?], strekkende van de Merwede tot de Cralingewech toe; belend oost: Oedzier van Cralinge, west: Daem van der Duyn (1360), en wordt er vervolgens mee beleend; 1410: Katryn Voppen, daarna haar zoon Voppe die seijer

Gelmen, van | 1250

H. Pirenne: Livre abbé Ryckel abt van St Truyen p 167, 168, p 88, 311
Achternamenindex

"item vestes non forratas habuerunt Arnoldus" [van Gelmen]; 1264-11-25: Arnoldus de Gelmen apud Borlo; de abt commisit dulo Arnoldo jurisdictionem suam de censibus quos solvit que tenet de predita domo Adam de Fine

Doem, van | 1464

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willam van Doem draagt op ½ van 4 morgen veen, onderdeijlt, gelegen in de Soesche Venen, waarvan de andere helft van Ricout Geryt Rutgersz.z is, belend zonnewaarts: Lambert Pijll, zeewaarts: Dirc van Oestrum; vervolgens wordt Dirc van Oestrum met dit leen beleend, tot een goed onversterfelijk erfleen; "Dyrck van Oestrum is doet ende dit heeft ontfangen Willem syn soon"