13578 resultaten

Dier | 1334

Rek Rentmeester Noordholland p 199
Achternamenindex

renten in Noordholland: in Pinackerambacht, in die Leede: Dier Hughenz 12d

Dier | 1334

Rek Hen Huis I p 176
Achternamenindex

ontvangsten in Noordholland: de renten in het Hagheambacht: Gheret Dier 2d

Dier | 1334

Rek Hen Huis I p 187, 188
Achternamenindex

ontvangsten van lammegeld, hofstede- en landhuur in Delfland: van het poorters land binnen Delft: - Gheret Diers weduwe 26 sc 4d 2 miten; - Pouwels Tedemansz 20 sc por 20d

Dier | 1357

Van Brandeler: Wapens Magistraten Amsterdam p 10
Achternamenindex

burgemeester van Amsterdam: Jan Dier, schepen in 1365, met zijn zegel

Blokland, van | 1468-08-02

R.A.H. Coll Aanw 104 Z.H fol 5, 5v/Reg Karolus A I Z.H. fol 2
Achternamenindex

hertog Karel beleent Bruenis van Blocklant, na dode van zijn vader Wouter, met: 1) ⅓ deel van het dorp Neder Bloclant; 2) hoeve met husinge; 3) ¼ deel en ⅙ deel van al de tienden op de zuidzijde van Bleskensgrave; 4) ⅙ deel van de tiende van Bleskensgrave op de noordzijde van Abbekensdoel. Hij maakt de helft van dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw Beatrijs Woutersdochter van Stoutenberch

Wadard | 1346-06-01~

Bijdr Hist Gen jg 1901 p 144
Achternamenindex

Albrecht Deen 5 ½ morgen in Hagheambacht, belend door Aelwijn Wadartsz

Brien | 1232

De Raadt I p 381
Achternamenindex

Arnoldus dominus de Diest scelle avec Jean dit Brine de Diest, fils de Gérard, une charte de Gerard de Diest, fils de Gerard, frère de Jean

Dunen | 1473-1474

Rek Rentmeester Kennemerland 905 fol 10v
Achternamenindex

[of Duven ?] Jan Dunen Garbrandsz: schepen van Beverwijc, certificatie

Dunen | 1450

Kerkelijke Rek Haarlem fol 2v
Achternamenindex

Gherijt Dircsz Dunen, bi Schoterkapel, 1 Wilh sc van besprec

Putten, van | 1339-07-24

Reg Hann p 263, 280
Achternamenindex

Willem van Duvenvoorde heer van Oosterhout doet uitspraak tussen de vrouwen van Putten en van Rosendael en bepaalt hoeveel de laatste aan de heren van St Pieter zal betalen; 1341-10-09: de heer en vrouw van Putten schrijven aan het kapittel dat hun moei de vrouwe van Rosendael, een deel van het door hen gepachte goed overgenomen heeft en dus gehouden is, haar deel te betalen