25927 resultaten
Weteringe, van der | 1459-03-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 157
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meus van der Weteringe verzocht zijn goed na dode van zijn moeder en maakt voor zijn zuster Eese 6 Joh Beyers gld erfrenten uit zijn leengoederen, die zij in leen ontvangt; "daerna ontfeng Eese dat heele goet, doe was die verlidinge doet; nu Eese zyn zuster, Jan Brantz wijf"
mannen: Goessen Bosch, Jacob Meusz
Donk, van der | 1514-05-09
Ons Voorgeslacht 06-1986 p 528
Achternamenindex
leen van Vianen: [welk leen ?] Hendrik van der Donk voor Maria, dochter van Henric die Wilde, bij dode van haar moeder Jutte; 1517-04-28: Hendrik van der Donk voor Maria de Wilde tekomen op haar neef Jan van Heteren Bertoutsz of Dirkje Jansdochter; 1537-03-03: Cornelis van Zandwijc Swedersz voor Maria de Wilde na dode van Henric van der Donc
Arkel, van | 1341-06-28
Arch Schoonhoven Inv no 196/Reg Hann p 280;/Versl Rijks Oude Arch 1918, dl I p 809/Wuller Zeper Regest 217
Achternamenindex
Jan van Beaumont en heer Jan van Arkel geven aan die van Bergambacht en nabij gelegen plaatsen een watergang te maken van de Lek naar Haestrecht; 1341-29-06: Jan van Henegouwen en Jan van Arkel komen overeen een waterloop te doen graven "die ave sal gaen ende beghinnen ane den Leckedijc, strekkende bij Ammerslane in dien Vliet doergaens door Scoenhouwen, door Stolwyck, doer Bilwijck ende doer Haestrechter lant westwaerts der vriheijt van Haestrecht doer dien dyck te halver Ysselen""
Heyden, van der | 1394, 1395. 1400, 1403
De Raadt II p 469
Achternamenindex
Chrétien van Rincbergh (Rimburg, uit Merode), chevalier, reçoit une rente sur Maestriecht; il append son sceau aussi à un acte dont nous avons oublié d'annoter la date, et qui l'appelle: Kersthen van Rengberghe, ritter, heere zu der Heyden, châtelain de Roede (Rolduc)
Bentheim, van | 1201-02-20
v.d. Bergh I no 188
Achternamenindex
graaf Dirk VII en zijn vrouw Aleid bevestigen aan het klooster Rijnsburg de gift door zijn vader graaf Floris III gedaan voor het zieleheil van zijn overleden broer Robert, van goederen en renten te Lier, "LX libras in Liere super duos mansos id est duas hovas"
Otto de Benthem en zijn broer Florentinus, Symon de Harlem, Willem de Teiling, Arnoldus dapifer, Jacobus castellanus, Willem de Osgest, Franco de Warmund
Rostocke, van | 1284-05-13
Oudste Stadsrekening Dordrecht p 1
Achternamenindex
"doe finirden scepenen ende Raet omme dat heme grote scult anquam van dienghenen die voer heme scepenen ende Raet waren ende coften rocke ieghens Coelike van Rostocke, daer of versceen 136 £ 16 sc 9d, die Vastrard innam ende Claes die Vrode van der stede weghen"
Does, van der | 1628-09-23
G.A.Amsterdam Not Arch 397 fol 472, 474/notaris Nic. Jacobs
Achternamenindex
Symon van der Does en zijn zuster Maria van Buyren, weduwe van Willem van Buyren, verklaren dat de transportakte door Jan Claesz Bruijningh voor hemzelf en namens zijn zwager Bastiaen Niesen, tezamen erfgenamen van Jacob Thomasz van Dael, tbv Maria van Buijren gepasseerd is, medebrengende dat de getransporteerde actie of schuld ten laste van Artus van de Voorde en Willem van Cappelle als borgen komt
Ping | 1387-11-19
Rechtspraak Graaf van Holland II p 178
Achternamenindex
"19 dage in november doe bleef Willem her Dirc Piing aen minen here des hi misdaen mochte hebben voer tscoutenhuys van Haerlem"
Zaenden, van | 1404-03-11
G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex
Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"
Bot | 1472-06-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen
mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell