76 resultaten
Burger | 1414-01-31
Rechtspraak Graaf van Holland II p 249
Achternamenindex
hertog Willem doet uitspraak tussen Dirc Willemsz van den Woude en Jan Willem Dirc Claes Burgersz.z wegens de doodslag door Dirc op Pieter Droem gepleegd: Dirk moet 750 £ zoengeld betalen, heffers zijn Dirc Brunincsz, Dirc van Tetroede, Florys van Spaernwoude en Jacob Jansz (in wiens huis de moord gepleegd werd), die 500 £ onder de familie moeten verdelen, de hertog behoudt 250 £. In mindering van de 750 £ zullen 200 £ komen die Jan Willem en de 25 pnd die Claes Simons bastaardzoon van Zaenden nog aan Dirk verschuldigd zijn wegens de zoen voor de doodslag op Willem van den Woude
Herlaer, van | 1429-05-09
R.A.H. Coll Aanw 56 fol 170; 98 Caput Sticht fol 49v
Achternamenindex
gravin Jacoba oorkondt dat Jan van Hairler van der Huel tot medegave in zijn huwelijk met jvr Margriet van Gent aan eigen goed 800 cronen, die hij vervolgens belegd heeft. Hij wil haar nu ander goed geven en draagt daartoe op het huis ter Huele [Heule Holle] met 26 morgen land in het kerspel Lopik, zoals Jan die van de Grafelijkheid in leen houdt; jvr Margriet wordt vervolgens beleend onder voorwaarde dat hij dit goed met 800 cronen mag lossen; Jan van Harler behoudt zijn lijftocht aan dit leen. Jan van Harler ontvangt ook de hoge heerlijkheid, huising en hofstad in het Oosterwijk
getuigd hebben Arent van Gent, Gysbrecht van Vyanen en Floris van Kyfhoek
Clarenburg, van | 1423-05-08
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 62v, 63
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat jvr Vrederic Dirck Ruuschendochter met haar man Jacob die Voecht van Rijnenveld als voogd, opdroeg tbv Jacob van Clarenborch "enen tienden also als die gelegen is tot Bunscoten, groff ende small", die zij van de abdij in leen hield, en waaraan zij haar lijftocht behoudt; "Dit goet heeft ontfangen Ghysbert van Raephorst"; 1425-01-20: jvr Gheryt Jans wijf van Clarenburch met haar zoon Jacob als momber, droeg op de lijftocht die zij had aan een tiende te Bunschoten, tbv Ghysbert van Raephorst, die er mee beleend wordt
leenmannen: Tyman die Lange, Willam van der Meerne; 1425: Jan over die Vecht, Willam van Colveschoten, Evert van Doem
Doem, van | 1466-02-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 192, 179v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Wouter Scaeij als voogd van zijn vrouw Evert, wordt na dode van haar vader Willem van den Doem, beleend met ½ van een stuk erf gelegen tot Soes, onderdeylt met haar zuster Geertruyde, vrouw van Jan Taetsen, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudemunster, "alse Willam van Doem hoir vader beijde sinen dochteren dat gelijc gemaeckt hadde"; Everts moeder Janna, vrouw van Willam van Doem, behoudt haar lijftocht aan dit goed; dezelfde akte: Jan Taets als voogd van zijn vrouw Geertruijd beleend met ½ van dit erf te Zoes, onderdeijlt met haar zuster Evert (ander fiche heeft: 1476-02-01)
mannen: Jan Camp, Aelbert Botter, Evert Petersz van Heesse
Ackoy, van | 1424
Reg Geld Leenakten 10 e stuk p 539
Achternamenindex
1424: Johan heer tot Heukelom ontvangt 60 morgen, gelegen in Tielreweert, in het gerecht van Meteren en Malsen, geheten de Rysacker, de Bergacker en het Hontzgemet; 1427: Johan van Heukelom van Ackoy, als hij zonder nageslacht sterft te komen op zijn zuster Catrin van Ackoy, vrouw van Wolter van Emskerk; 1428: Catrina van Ackoy ontvangt: - 70 morgen land, nl deRijsacker, 26 morgen, de Berchacker, 20 morgen, een hofstat van 1 morgen an de Marck en 2 morgen aldaar, in het Hontzgemet 9 morgen; - op Malsenreoirt 7 ½ morgen, - de Calenberch 4 morgen; 1461: Gerrit van Hemskerck, erve van zijn moeder Catrin, die haar lijftocht behoudt
Beets, van | 1428 (nr 140)
Libro III no 137
Achternamenindex
Floris van Beets Barthout Willemsz.z, Ave Barthout Willemsdochter, Aechte Florisdochter: van zijn eigen goed droeg hij op aan heer hertog Albrecht, in de ban van Purmer en Purmerend (waarvan zijn zuster Ave ¼ deel vrij goets of behoudt): 1) 5 vierendeel lants gelegen after Claes Mathysz huys, 2) 5 vierendeel lants gelegen an die zuidzijde van Jan Auwelsz, 3) ½ fat [?] van den vooreinde van Tyman Scoutincs hofstede, 4) ⅙ deel van 5 deymden lants an die noordzijde van Jacob Pieters Hogen huys, 5) ½ deymde lants gelegen after Pieter Hogen hofstede, 6) 2½ deymden lants, die Floris gemeen heeft mit Claes Hermansz, Tyman Scoutincs en Pouwels sinen broeder. Al ten eygen gegeven
Poelgeest, van | 1353-02-16
A.R.A. leenkamer 32 Copie fol 47/EL 25 fol 29
Achternamenindex
de baljuw van Rijnland en de stad Leiden gaan voor de hertog een zoen aan met heer Gheryt van Poelgeest "en mit sinen gesellen die met hem t huys tot Poelgeest gehouden hebben", onder volgende voorwaarden: 1) zij zullen in slechte kleren en ongewapend het huis verlaten, 2) mogen niets meer tegen de hertog ondernemen, 3) Gherit krijgt als welgeboren man en ridder gratie, hij verbeurt het slot en ambacht van Coudekerke; het verbeurde land te Coudekerke wordt verkocht; van zijn gezellen behoudt de hertog de helft van hun goed, hun vrouwen en kinderen ontvangen de andere helft, 4) zij zijn hun renten kwijt etc
Bort | 1396-04-29
Arch Kerken Leiden regest 47/Arch St Pieterskerk Inv no 322, Fundatieboek fol 16
Achternamenindex
Willem Foytgen zoon van Wilhelmus Bort, sticht bij akte voor notaris Jan Willemsz een kapelanie ter ere van St Catharina en St Antonius abbas op het altaar in het midden van de St Pieterskerk te Leiden, en schenkt hieraan de overschotten van de kapellanie de 1367-04-27 gesticht ter herinnering aan Wilhelmus Nanne. Hij schenkt hieraan 10 hont land in de Waerd in Warmond, een rente van 2 £ Holl uit land in Wadinxveen, verschillende renten op huizen in Marendorp, 6 sch op huizen bij de Duysentraettoren en 20 sch op een huis "in nova civitate oppidi Leydensis". Hij behoudt voor zich en voor zijn vrouw Machteld hieruit 4 £ in lijftocht en regelt het begevingsrecht
Persijn | 1282-07-27 (28)
v.d. Bergh II no 460, 461
Achternamenindex
Johannes Persin, miles, staat totum dominium nostrum in Waterland et in Sevenvanc, af aan graaf Floris V in ruil voor Liere en Zoutenvene; met dien verstande dat de graaf de helft van de inkomsten van Waterland zal ontvangen, de andere helft zal Nicolaus, filius noster, in leen houden. Ook verkoopt hij in Aemstelredamme wat hem met consent van de bisschop toekomt, cum domibus, munitionibus et ceteris; heer Jan ontvangt ook het gerecht, behalve het baljuwsgerecht, ook de helft van de boeten. De graaf behoudt de leenmannen, en heer Jan staat af de helft van Waterland en de Zevenvanc; zijn zoon Claes hield die andere helft die hij nu voortaan van graaf Floris zal houden
Foreest, van | 1499-12-13
R.A.H. 111 Caput N.H. fol 121, 124-129/Reg Archidux fol 28
Achternamenindex
hertog Philips vergunt aan Harper van Foreest om over zijn leengoederen te mogen disponeren tbv zijn drie dochters, Ursula, Anna en Maria, bij zijn wettige vrouw Maria de Catus [!] domina de Leyenburch. Testament van 1501-09-18~ en 1499-09-18: bij kinderloos overlijden van jvr Anna of jvr Amria zal de langstlevende haar aandeel erven. In zijn andere goederen zullen zijn drie dochters erven, maar behoudens zijn huisvrouw vrouwe Maria van Leyenburch Wolfertsdochter van Cats haar lijftocht hieraan. Zij zal de doodschulden moeten betalen, ook behoudt zij in bruikwaar hun huisinge, huisraet, inboel en juwelen. Ook zal zij haar lijftocht hebben aan het huis dat hij heeft tot Abbenbrouck. Gepasseerd ten woonhuize van de testator, staand "in parte occidentali ville Hagensis". Philips confirmeert zijn testament
testes: Johannes de Vries, Cornelis Gerritsz, schoenmaker, Goswinus f. Henrici pistoris, inwoners van den Hage; notaris Thomas filius Theoderici de Medemblick, clericus et noataris publicus; Theodericus filius Wolteri de Bekensteyn en Philippus Wilhelmi Schuten, leenmannen