55 resultaten
Goye, uten | 1288-07-13
R.A.U Inv H.S. no 361 dl VIII fol 104v/Ned Leeuw jg 1949 p 341/Brom regest no 2257
Achternamenindex
testament van Mabilia, weduwe van Giselbertus de Goye: haar huis gelegen in de immuniteit van St Maarten te Utrecht na haar dood in handen gesteld wordt van de Domproost en de Dom deken om het te verkopen en de opbrengst in 3 gelijke delen te bestemmen voor een memoriedienst op Allerzielendag voor haar eerste man Godescalcus de Merwede, ridder. Het tweede deel voor haar tweede man Giselbertus in vigilia beate Gertrudis [16 maart] en het 3e deel later voor gelijke diensten te houden voor haarzelf, alle te verrichten in de Dom te Utrecht. Zij verzoekt Johannes de Herkele, ridder, en haar beide zoons Johannes en Daniel, zoons uit haar vorig huwelijk met Godescalcus van der Merwede, deze uiterste wilsbeschikking te willen bezegelen
[volgens Vermast: Mabilia van Arkel x Ghiselbertus de Goye geboren rond 1200, overleden te Utrecht 16 maart 1271; Mabilia zou geboren zijn rond 1210,gestorven na 1288 en een zuster zijn van Jan I van Arkel]
Lisse, van | 1373-03-28
Arch Kerken Leiden regest 1098, 1101/Arch St Pancraskerk Cartul Inv no 493 fol 41v, 41
Achternamenindex
Hughe Heynrixz, pastoor te Scoerle en kanunnik van St Pancraskerk op het Hogheland, priester, sticht de prebende van St Aechte en schenkt hieraan 5 ½ morgen land bij de Does in Leiderdorp, 1 ½ morgen bij Boshusen in Soeterwoude en verschillende renten op huizen in Leiden, o.a. achter het gasthuis aan de Rijn, aan de Weversteghe, aan de Matthys Bronxkiaensteghe en op het Hoghelant.Hij geeft ook verschillende renten voor zijn mensurale en een rente van 1£ Holl verzekerd op 4 ½ morgen land in Soeterwoude en zijn "besleghen kiste" om hiervoor memorie diensten te houden voor zijn ouders en familie. Eveneens: 1373-04-03, rechten in de 7 doorstoken brieven genoemd, d.d. 1336-12-14, 1337-06-07, 1337-06-27, 1344-10-13, 1366-12-20, 1371-02-05, 1373-04-03
Ruijchrock | 1493-03-29 (1492)
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 19v/Navorscher jg 1893 p 514/Reg Finis MP Caput Zeeland fol 11
Achternamenindex
Max. en Philips oorkonden dat onse geminde heer Jan Ruychrock van den Werve, ridder, den stadhouder te kennen gegeven heeft hoe dat hij suppliant levende heeft twee bastaard dochteren als Catheryne en Claera, gewonnen en geprocreert bij Aechte Jacobsdochter, "ten tijden van der procratie een lopen en ongehylickte deerne". Als hij hun niets vermaakt zullen zij na zijn dood in armoede moeten leven "uijt welcke armoede dickwyle groote sorge ende last van lyve en ziele pleecht te comen, t welck hij suppliant sonderlings in dit stuck nae zijn vermoghen gaerne verhoeden soude". Hij verzoekt nu consent om hen uit zijn lenen en eigen goederen te mogen voorzien. Om getrouwe diensten geven zij hem hiertoe consent om aan elk van hen beiden 10£ gr Vls sjaars te maken. De eene zuster op de andere te erven, en bij gebreke aan oir weer op de suppliant. Niettegenstaande dat beide bastaarden staande huwelijk van de suppliant geprocreert zijn
Arkel, van | 1288-07-13
R.A.U Inv H.S. no 361 dl VIII fol 104v/ Ned Leeuw jg 1949 p 341
Achternamenindex
testament van Mabilia, weduwe van Giselbertus de Goye. Zij wenst dat haar huis gelegen in de immuniteit van St Maarten te Utrecht na haar dood in handen gesteld wordt van de Domproost en de Dom deken om het te verkopen en de opbrengst in 3 gelijke delen te bestemmen voor een memoriedienst op Allerzielendag voor haar eerste man Godescalcus de Merwede, ridder. Het tweede deel voor haar tweede man Giselbertus in vigilia beate Gertrudis [16 maart] en het 3e deel later voor gelijke diensten te houden voor haarzelf, alle te verrichten in de Dom te Utrecht. Zij verzoekt Johannes de Herkele, ridder, en haar beide zoons Johannes en Daniel van der Merwede deze uiterste wilsbeschikking te willen bezegelen [volgens Vermast: Mabilia van Arkel x Ghiselbertus de Goye geboren rond 1200, overleden te Utrecht 1271-03-16; Mabilia zou geboren zijn rond 1210, gestorven na 1288 en een zuster zijn van Jan I van Arkel]
Brederode, van | 1485-03-07
G.A. Haarlem Cartul Karmelieten (hs Ryk no 34) fol 43v, 44
Achternamenindex
Walraven heer tot Brederode, tot Vyanen, burchgrave te Utrecht en heer tot Ameiden, oorkondt dat "wijlen zijn vader het clooster O.L.Vr. broeders tot Haerlem bij zijn leven ghegont ghegheven ende minen lieven oom den domporoost van Utrecht heren Gysbrecht van Brederoede als doe leenvolger ende broeder van minen lieven here vader, belieft heeft die capelle van der Zantpoort mit hueren officie ende renten dairtoe ghesticht ende van oudts daertoe gheweest na inholt s briefs van minen lieven zeleghen heer vader hem luyden verleent op der giften voorg. vanwege de affectie die hij heeft voor het clooster en die het clooster heeft tot de hofstede van Brederode, so ist dat wij dairvoor voor ons en onze nacomelingen tot voldoeningen van allen diensten ofte achterwesen die t selve clooster van onbetaelde sculden van memorien of andersins ander hofstede van Brederode ontbreken of hebben mach die van de voors clooster verdraghen ende verticht hebben, verdragen ende vertichten mits desen van eenre missen ter weeck op die voors officium als daer dat voirs klooster in den brief mijns zeligen heer en vader verbonden waren 3 missen ter weeck te doene of te laten doen in der capelle voors, dat si van nu voortan also gheringe als te selve officum an hueren clooster ghecomen sal wesen met 2 missen ter week in de vors capelle op dit officum te doen of laten doen. Met behoud van de inkomsten zijn 25 oude Dordr gulden uit onse visschery te Sparendam, jaerlix op St Bartholomeus avond" [korte inhoud: Walraven oorkondt dat wijlen zijn vader aan de Carmelieten had gegeven de capel te Santpoort, waarvoor het klooster in deze kapel 3 missen per week moest doen. Walraven vermindert dit aantal tot 2 missen per week, met behoud van de inkomsten van 25£ uit zijn visserij te Sparendam] (vgl 1465-05-07)
Haarlem, Spaarndam, Santpoort