62 resultaten
Millink | 1491-09-02
Grote Raad Mechelen Geextend Sententiën 1966 p 245
Achternamenindex
Daniel bastaard van de Merwede gedaagd door Jan Millinck en Adriaen van Drongelen; beroep tegen vonnis van het leenhof van Holland dat Daniel in het gelijk stelde in zake zijn aanspraken op de ambachtsheerlijkheid Zydewyn, grafelijk leen van Holland, dat na de dood van Dirk van de Merwede aan zijn natuurlijke zonen zou komen, maar door verzuim van Daniel om zich door de grafelijkheid te laten bevestigen aan eisers was gekomen; beroep ongegrond verklaard (vgl 1484-06-09)
Berendrecht, van | 1567-1570
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 607
Achternamenindex
Jan van Berendrecht, schout van Leiden, mede namens zijn broers en zusters, erfgenamen onder beneficie van inventaris van hun vader Nicolaes van Berendrecht, mede schout van Leiden, en Jan Pietersz v.d. Heyden op 1567-05-16 aangesteld tot curator over de goederen van Nicolaes van Berendrecht, contra Melchior van Berendrecht, inwoner van 's-Hage, die een vicariaat in de St Pieterskerk te Leiden verkregen had, waartoe 10 morgen land behoorden (zie 1567). Op 1547-03-02 had hij aan zijn broer Nicolaes van Berendrecht, vader van de eisers, opgedragen om dit land in erfpacht uit te geven. Op 1547-03-27 droeg Nicolaes de erfpacht over aan Frans Adriaensz, die deze dicrect daarop weer aan Nicolaes verkocht. Melchior wilde later restitutie van deze erfpacht. Van een te zynen nadele gewezen vonnis ging Nicolaas in appel bij de Grote Raad, 1567-01-28. Kort daarna, vóór 1567-03-15, overleed Nicolaas. Vóór 1568-07-17 krijgen eisers ongelijk; 1566-1567: Jan van Berendrecht, schout van Leiden, zoon van Nicolaes van Berendrecht en Jan Pietersz van Heyden, curator over diens goederen contra Hugo van Alkemade
Dobben, van | 1498-07-27
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 327
Achternamenindex
Gerrit van Dobben, mede namens zijn broer en de kinderen van wijlen zijn broer Hendrik, contra Otto Jansz en Pieter van Neck, deurwaarders van het Hof van Holland en Pieter Veymbertsz: eerste aanleg, het huis "de Tuyne van Holland" in Schoonhoven, dat voor ⅓ van Gheryt en voor ⅔ van de andere eisers is, is gerechtelijk verkocht aan Pieter Veymbertsz wegens het niet voldoen door Rutger Gerritsz aan zijn verplichtingen, waarvoor Gheryt van Dobben borg is; Gheryt weigert het huis te ontruimen; verzet ongegrond verklaard
Hornes, van | 1501-06-25
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën p 357, 358
Achternamenindex
Ernoul de Hornes heer van Gaasbeek gedaagd door Jehan de Montmorency: (eerste aanleg) eisers vrouw, weduwe van de vader van verweerder eist haar huwelijksgoed; verweerder stelt dat zijn vader slechts vruchtgebruiker en hij verweerder eigenaar van het goed in kwestie is. Partijen dienen binnen een maand de arbitrale uitspraak waarover in het geding steeds wordt gesproken, over te leggen (zie: 1501-12-23, 1502-04-08, 1502-04-22, 1502-05-06, 1502-05-13, 1502-06-17 en 1502-06-30)
Culemborg, van | 1500-02-22
Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 354
Achternamenindex
Jasper van Culemborch contra Vrederick van Egmond: eerste aanleg, eisers grootmoeder had goederen geschonken aan de zoon van de verweerder. Eiser, haar enige erfgenaam, weigerde verweerder in het bezit van de goederen te stellen; verweerder verkreeg de goederen met geweld, waarop de Grote Raad ze sequestreerde; eiser gehandhaafd in het bezit van de heerlijkheid Schoten; verweerder gehandhaafd in het bezit van de heerlijkheden en tienden van St Maartensdijk, Scherpenisse en van het huis Oostervant in den Hage; rechten ten petitoire voorbehouden
Vuren, van | 1436-03-10
Reg Bisschoppen Utrecht no 2903
Achternamenindex
bisschop Rudolph van Utrecht verbindt zich om, als Aernt Jansz van Wernsteyn, Derijc van Schawijc en Gijsbert van Lewen, Geryt van Vueren, die indertijd door Peter Grawert, maarschalk van het Overkwartier, wegens gewelddaden tegen het goed ter Weerse, aan de Nye Vaert gearresteerd is, in recht mochten aanspreken, geen vergelijk met hem te treffen, tenzij met goedvinden van de eisers, en om aan dezen, wanneer zij het proces winnen, de helft van de boeten af te staan en hun in het tegenovergestelde geval ter zijde te staan
Fick | 1560-1562
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 555
Achternamenindex
Jacob Fick en Cornelis Loefsz, te Amsterdam, met Hans Spenckhuizen en Wynolt Felinck, reders, lieten een door broei aangetaste lading uit het schip dat daarom naar Amsterdam was teruggekeerd, overladen in kleinere schepen; de andere helft zou naar Spanje vervoerd worden door een schipper uit Stavoren. Jacob Fick schreef een wissel uit op Hans von Pelcken in Spanje van 150 dukaten; schipper kon wegens ongunstige wind niet vertrekken. De reders haalden het schip leeg, schipper eiste schadevergoeding die het gerecht van Amsterdam hem toekende op 1560-03-27; eisers gingen in beroep bij het Hof, Hans Spenckhuysen en Wynolt Felinck berustten in het vonnis van Amsterdam
Dalem, van | 1534-06-03
Arch Nassau Domeinraad regest 2884
Achternamenindex
Claes Vierling, griffier, oorkondt dat Willem van Dongen Willemsz ten overstaan van hem en de rentmeester van de graaf van Nassou, aan deze heeft opgedragen zijn recht op de warande en erfcijns van Dongen, tbv Willem Hubrecht Egelsz geheten In de Swaen aan wie hij 80, en van Geert Cornelisz van Arendonck aan wie hij 19 Rijnse gld schuldig is, met belofte die goederen niet te vervreemden of te bezwaren, zolang zij niet voldaan zijn. Aan de voet staat dat beide eisers verklaard hebben hun rechten eerst te zullen doen gelden, wanneer Willem van Dongen niet met de graaf van Nassau tot een schikking kan komen
Lockhorst, van | 1630-11-19
R.A.H. Recht Arch no 2821
Achternamenindex
schepenrol Weesp: Cornelis Willemsz tot Abcoude contra Boudewyn Willemsz: uitstel van executie van 3 maanden door mr Ghysbert Beerensen gedaan, schepenen staan het toe; executie bij Jan Cornelisz vanwege Albert Hermansz tot Utrecht, eisers, contra Boudewyn Willemsz gedaagde, die binnen 14 dagen de eiser tevreden moet stellen met uitzicht op zekere vaste goederen; verzoek tot executie bij Jan Cornelisz Verlaen tegen Weyntgen Boudewyns, gezien het extract uit de rol van kleine zaken van de stad Amsterdam dd 1628-07-05, "ordonneren dat also de gedaechde sustineert de saecke in appel getrocken te hebben voor schepenen van Amsterdam, dat de requirant acte van verloop van t appel ten naesten recht sal doen blycken ende inbrengen"
Spiering | 1527-1551
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 618
Achternamenindex
Gherrit Spierinck van Wel, castelein van Heusden, Jan Spierinck van Wel mede namens de andere erfgenamen van Willem Spierinck contra Hughe Spierinck van Aelburg: Willem Spierick kocht 5 morgen te Veen in het land van Heusden belast met rente tbv jvr Adriane Spierinck van Aelburch weduwe van Tielman van Questenborch; toen Willem stierf, was er een renteschuld en Adriana wilde executie, kreeg in 1527 gelijk van het Hof; 1538: eisers veroordeeld in de helft van de kosten; 1533: Adriane was overleden, haar nicht Adriane Spieirnck van Wel zette het proces voort; 1541-01-15: de Grote Raad eist rekening en verantwoording; 1543-1551: Adriana overleden en in haar plaats trad op Hughe Spierinck van Aelburch; 1568-1569: Gerrit Spierinck van Wel, kastelein en dijkgraaf van Heusden