74 resultaten
Zeist, van | 1279-05-28
Codex Dipl Neerl 2e serie dl 4 afd 2 p 28
Achternamenindex
"Nos Godefridus de Zeyst, miles, et Johannes, filius meus, universis presentia visuris notum facimus, quod contulimus propter Deum priorisse et conventui sanctimonialium in Oestbruech, cum filia mea Petronilla ibidem in s. recepta, aqueductum meum qui vulgo Ouweteringe dicitur, in quem curtis dictarum sanctimonialium qui Stoetwege dicitur, aquas suas diccit in Renum, jure proprietatis,..."; Godfried van Zeist en zijn zoon Jan schenken aan het nonnenconvent te Oostbroek
bezegeld door de bisschop (leenheer) en Amelis de Werde, miles
Bocholt, van | 1391
Quellen Stift Xanten
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: … misso Novimaum ad dominum Johannem de Boecholt pro litteris ab eodem dirigendis capitulo, 4 sol (p 271); 1396: pro medio sext vini, Johanni de bocholt, 3 sol 4d (p 2900, en nog een (p 291); 1399: nuntio misso per Johannem de Boecholt et Wilhelmum Reijde ut capitulum mitteret unum in Dulken, qui intro mitteret se de pensione ibidem 5 sol (p 300)
Cock, de | 1265-08-05
Sloet no 883, 884
Achternamenindex
Rodolphus miles dictus Cock oorkondt dat hij aan de graaf van Gelre heeft overgedragen al zijn goederen tussen Beesd en Leerdamme en tussen de Lek en Legenam [Linge]. In ruil daarvoor krijgt hij tres curtes suas, Heyen, Nederynen en Opynen, alto judicio ibidem et curte de Meteren... de berg te Hier munitionem ligneum de 300 £ Lov; Rodolphus, Henricus, Gyselbertus en Wilhelmus, nostrorum liberorum, castrum nostrum apud Reynoy
Huchtenbroek, van | 1424
Quellen Stift Xanten p 528
Achternamenindex
census curtis Rottum, Rijnheym: - de bonis quondam Theod Bruders 2 ½ sol graves, 9d pro panibus et unam aucam que redimitur cum 4d Henricus Huchtebroick de 1e, Herbergis, uxor sua, de 2e, Yda, filia amborum, de 3e hand; - de bonis in Eppinchaven 12d graves et 1 aucam, capientibus 15 maldrata et unam casam indes Wodelbeke, nunc supradicti Henricus, uxor et file; - ibidem de bonis in Mullen 12½ d graves cum obulo de ½ jugeribus terre, nunc Henricum uxor et filia
Rolland, van | 1282-11>
Bijdr Hist Gen 1901 p 262/De Fremery Nal no 3
Achternamenindex
lijst van de lenen van Teylingen: 30) Wilhelmus en Theodericus Vastradi manu conjuncti decimas de Nova ecclesia apud Haerlem [ten westen van Sloten, in de 16e of 17e eeuw verdronken in de Haarlemmermeer], tertiam partem ibidem sciliuet, alias duas partes habet Wilhelmus de Roelant [Rollant], nesciunt a quo illas partes teneat: Willem van Rolland houdt in leen ⅔ deel van de tienden van Nieuwerkerk bij Haarlem, het andere ⅓ deel houden Willem en Dirk Vastraadszonen in leen, tevoren leen van Teylingen
Bernhese, van | 1218~
De Fremery no 28, 48
Achternamenindex
Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc" ; (zie ook op Van Dinther); verder verkoop van een goed door de abdij, van heer Yuan van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen
getuigen: dominus Henricus pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier. testes voor Hendrik van Cuyk: me, filium suum Albertum, Albertum de Ossem Henricus de Splindere, Godenoy, Egene de Haren, Hermannum de Uden, Arnoldum fratrem eius, Macharius de Cheldunc
Herlaer, van | 1511-05-19~
Schepenprotocollen 's Hertogenbosch R 1282 fol 187
Achternamenindex
Henricus zoon van Henricus zoon van Johannis de Herlaer verkoopt een erfelijke rente van 12 gld per jaar te betalen door Petrus zoon van Godert van den Hovel aan Wilhelmus zoon van Lambertus zoon van Johannis Pauwelsz uit het huis en erve te 's Hertogenbosch bij de dijk, gelegen tussen portam (?) ibidem dictam de Vallick en Henricus Johannis de Arkel zoon van Henricus uxoris --- et Henricus Henrici de Zomeren uxor. Welk huis Petrus kocht van Wilhelmus en van Geerlacus f. uyten ook genoemd Agatha echtgenoot van Henricus
s Hertogenbosch
Hogesvort, van | 1218~
De Fremery no 48
Achternamenindex
Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen
getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc
Megen, van | 1218~
De Fremery no 48
Achternamenindex
Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen
getuigen: zijn vader Henricus de Kuc, Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc
Cuyk, van | 1218~
De Fremery no 48
Achternamenindex
Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen
getuigen: zijn vader Henricus de Kuc, Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc