80 resultaten

Muijl | 1476-10-01 - 1477-09-30

A.R.A. Graf Rekenkamer Rek Rentmeester van Arkel, Asperen no 2212 fol 7, 8v, 9, 22v
Achternamenindex

van de grote en de kleine Twijscilt, die Huyge Muyl en Herman Stevensz gepacht hebben; ontvangst van tienden: van stalkeersen p de Leege Hair, 9 ½ morgen 2 hont, gekocht door Govert Muijl Jacopsz per morgen voor 4 £ 15sc; Scheywijck: van Jans Burchgraven land tot het land van het Duitse huis, 1 morgen vrij en de tiende ut 1 morgen, gekocht door Henric Muijl, de morgen voor 3 ½ £; rekening van Asperen: van 5 morgen in de Geerskamp, 6 morgen en 4 hont groot, in pacht genomen door Dirc Ricoutsz, Adriaen Huberts en Geeryt Muyl

Hawe | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5, 22
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hadewich Hermansdochter van Muswinkel (doorgehaald en boven geschreven: Aernt Hawe ontvangen van mijn heer Johan van Culemborg) 4 gheweren land gelegen over de Zoele aan de Gruenen weg, belend nederzijde: moniken land van den weerde, overzijde: Hubert Struvenland (1422: Pelgrim Jacopsz); lijftocht Bertraet zijn vrouw. In margine: dit hevet Bertraet Arndeswijf Zuermont (fol 5 en 91v)); - Aernt Hawe die paep 6 ½ morgen te Mauderic in de Nyenslach; - Florens Enghelsz 4 morgen die van heer Aernts Hawen waren; - Mechtelt Florensdochter 2½ morgen die van heer Aernts Hawen waren (deze laatste 2½ morgen gaan over op Jan van Culemborg (fol 22)

Burch, van der | 1485-12-20

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 240
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Steven van den Burch draagt op een stuk land geheten "die Spijcke", gelegen op die Melm in het gerecht van Zoes, belend tussen Vranckencamp en Lambert Pijls nakomelingen, strekkende van de Eme tot aan Scutten land toe; vervolgens worden Gherijt Jacopsz en zijn vrouw Hildegont ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen; "dese helfte heeft Thomas [?] Gerritsz bij dode synre moeder", "die ander helft van dit leen heeft ontvangen Griet Gerrit Jacopszdochter ende terstont weder overgegeven ten behoeve van Peter Aerntsz en Geertruide, zyn huisvrouw, ut in libro abbatis Goch fol 23"

mannen: Mouris Lamphensz, Peter van Heze

Struve | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5, 11, 47v, 48v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hadewich Hermansdochter van Muswinkel (1422: Aernt Hawe) 4 gheweren land gelegen over de Zoele aan de Gruenenwech, belend nederzijde: moniken land van den Weerde, overzijde: Hubert Struvenland (1422: Pelgrim Jacopsz, fol 47v staat: Jacob van Kaets); - Hadewich Hermansdochter 4 morgen te Ravenzwade op de Gheweren, belend boven: de heren van Aernhem, beneden: St Marienweerde, hulde doet voor haar Hubert Struvenz.z.; - Hubert Struevenz 4 gheweren over die Zoele aan de Groteweg, belend boven: Jacob van Cats (latere aantekening: Hadewich Hermansdochter van Muswinkel beleend); - Alaert Heymericsz en Goesen Pot 1 weer die Hubert Struvenz kocht van Pot Guebelsz

Zael | 1381-05-07

G.A.Amsterdam Inv Arch Gasthuizen no 14, 23, 36, 37
Achternamenindex

schepenen van Amsterdam: Sijman die Zale en Rolof Jansz; zegel van Sijman: 2 dwarsbalken, de bovenste beladen met 3, de onderste met 2 St Andrieskruisjes; 1386-03-25: Claes Zael Jacobsz (zegel: een dwarsbalk beladen met 3 St Andrieskruisjes, in het schildhoofd in het midden een bol) en Zurvaes Rolofsz; 1389-04-01: Dyrc Zael Jacobsz (zegel: 2 dwarsbalken de bovenste beladen met 3 de onderste met 2 St Andrieskruisjes, in het schildhoofd een ....) en Pieter Gherijtsz; 1389-11-24: Dirc Zale Jacopsz (zegel als voren) en Jacob Ghisebrechtsz (zegel: 3 harpen (2,1) in het midden een ster)

Splinter | 1476-03-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 302
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splinter en Symon Gerytsz van Riedwijck dragen op, Jacob ⅔ deel en Symon ⅓ deel van de ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen in het kerpsel van Zoes, waarvan Nelle, weduwe van Reyer Snijer, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutger Jacopsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren; vervolgens ontvangen Albert Petersz en zijn vrouw Ruesselt Gerrit Trantsdochter deze helft tot een goede onversterfelijke erftijns van 1 goede oude Joh. Bourgoense braspenninck, te betalen in den hove tot Emminclaer; "dit hebben Aelbert ende Ruesselt overgegeven ende heeft ontfangen Luman Aerntsz"

tijnsgenoten: Gerrit Schaey, Jan uten Broeck

Asperen, van | 1548-08-04

Leenregister Ackoy fol 13
Achternamenindex

Maximiliaen van Egmond als heer van Ackoy beleent Wouter Jansz met 1 morgen te Ackoy, belend boven: de gemeen Liesdel oft gemeente, beneden: Jan Aelbertsz erfgenamen, na dode van zijn vader Jan Woutersz. Ten Zutphenschen rechte. Hulde doet voor hem Peter Jansz, schout tot Ackoy; zijn moeder Meyn Jans Wouters heeft haar lijftocht hieraan; 1548-08-07: hij doet zelf de eed. In margine: laest verheven op St Martensavond 1524 fol 11 (vgl 1513-03-13, 1569-04-23)

mannen: Heynrick die Bruyn Jacopsz, Claes Walichsz; Claes Walichsz, Peter Jansz van Asperen

Holland, van | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Claes van Wijc 1 hofstad te Mauderic in Wikermaet, belend boven: Gherijt die Veer en Henric Enghelsz, beneden: Herman van Hollant (fol 4); - Dirc van Duven 1 hofstad te Mauderic en 3 ½ hont in de Muelschen camp, belend boven: Herman van Hollant, beneden: Jan Vranckenz (fol 12); - Jacop Spaen Jacopsz (gesteld iplv Geryt van Duven) een hofstad met huis te Mauderic op de Slach, 4 hont, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Gerefaes van Hollant (tevoren: Gerijt van Duven), van de gemene strate tot aan meren riet (fol 12v); - Herman van Hollant 3 morgen in de Nuwe Weijden, belend boven en beneden: de heer van Culemborg (fol 16)

Borch, van der | 1439-05-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 134
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet, vrouw van Steven van der Borch draagt over: - de helft van 2 dachmaet land gelegen in het gerecht van Zoes, belend landwaards: Evert Bot Volquinsz, zeewaarts: de heer van Abcoude; vervolgens wordt Willem Rijck ermee beleend tot een onversterfelijk erleen, - het Overveen "mitten wege halff onderdeylt alzoe dat gelegen is in den gerecht van Zoes", belend landwaarts: Willem Heijland, zeewaarts: Goede Scilt, - een vierendel land half gelegen op ten enge, dat van Aernt Gherijt Noydenz was, belend landwaarts: Jacop Stuep met 1 vierendeel slaecht ut Vliechenfengershoeve, zeewaarts: de heer van Abcoude; vervolgens wordt Evert Jacopsz hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen

mannen: Jacob Goedenz, Jacop Scaij

Muijswinkel, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5, 11, 47v, 110
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Hadewich Hermansdochter van Muswinkel (1422: doorgehaald en boven geschreven: Aernt Hawe ontvangen van mijn heer Johan van Culemborg) 4 gheweren land gelegen over de Zoele aan de Gruenen weg, belend nederzijde: moniken land van den weerde, overzijde: Hubert Struvenland (1422: Pelgrim Jacopsz), op fol 47v staat: Jacob van Kaets); - Hadewich Hermansdochter 4 morgen te Ravenzwade op de Gheweren, belend boven: de heren van Aernhem, beneden: St Marienweerde, hulde doet voor haar Hubert Struvenz.z.; - Hubert Struevenz 4 gheweren over die Zoele aan de Groteweg (latere aantekening: Hadewich Hermansdcohter van Muswinkel, met belending boven: Jacob van Kaets); tijns van Culemborg tot Mauderick: Herman van Muswinkel 4 morgen in de Piercamp, 2d