65 resultaten
Arkel, van | 1397-08-06
Van Mieris III p 660
Achternamenindex
Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"
Rijswijk, van | 1543
Leenkamer Holland no 237 fol 140 Rep Altena; no 237 fol 139 Rep Altena
Achternamenindex
de ambachtsheerlijkheid van Ryswyk met dagelijks gerecht tot 10 sch, ⅓ deel van de breuken, met het huis te Ryswyck en 6 morgen land geheten de Gerstcamp, 2 morgen geheten de Almdijck, 5 morgen 1 hont gelegen achter het huis, beleend Sweer van Ryswijck Gerytsz bij dode van zijn vader; 1543: Cornelis van Ryswyck Sweersz na dode van zijn vader Sweer; 1560: Cornelis van Clootwyck bij dode van zijn moeder Floren Sweer van Ryswyckdochter ....: 5 morgen in Rijswijk in het land van Altena, waarvan 4 morgen liggen op te Linge over Spyck, belend oost: Jan van Ryswyk Florisz en west: de abt van Bern
Baarn, van | 1440-06-21
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem fol 28v/Cartul Zeven Getyden fol 28v
Achternamenindex
Jan van Bekensteyn en Gheryt van Noortich, schepenen in Haerlem, oorkonden dat Pieter Claesz die stillegancmaker verkocht heeft aan Ysbrant Pietersz van Bairn deze nageschreven renten: 1) op Florys Jansz die schoemakers huis en erf 4 sc Holl per jaar; 2) 3 sc Holl per jaar op Lysbeth Gerrit Jansz huis en erf, welke twee huizen en erven aan elkaar liggen en staan in de Coninckstrate, belend: aan de ene zijde Dirck Martynsz, aan de andere zijde Arnt van der Horst, afterwaarts strekkende aan Dirck Martynsz voors. [kanttekening (anno 1565?): het 1e huis nu toebehoort Gerrit Willemsz den Abt, het 2e aan Adriaen Symonsz metselaer] (vgl 1457-01-05)
Haarlem
Arkel, van | 1383-07-14
Geneal Herald Bladen III p 556
Achternamenindex
bisschop Floris van Utrecht oorkondt dat heer Johan van Rynensteyne, ridder hem heeft opgedragen: 1. "dat dagelix gerichte ende tiende tot Immichusen dat heer Aernts van Arkel te wesen plach, dat is te weten mitten tiende van dezen …….. die hier nae bescreven staen, alsoe borchsteden ...... Langelaer, Daessler, Veenscoten, Waghensvelt, Appelderlaer, Ubbelscoten, Engelaer, Wyttenoerde, Overeem ..... Dashorst, Wolfswynkel, Spichorst, Vliedert, W........... en .......bosschen gelegen in den kerspel van Rienen en 4 hoeven land gelegen in den kerspel van Woudenberch, dewelke hoeven liggen op Voskuyl en Colvershoeve en een hoeve daar Gheerloch die Valkener zijn lijftocht aen heeft". De bisschop beleent hiermee vervolgens Claes van de Zevender
Hallinck | 1500-07-10
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 183/Geëxtendeerde Sententiën p 347, 348
Achternamenindex
Jan Hallinc de jonge, namens zijn vader oude Jan Hallinck, gedaagd door de weduwe van Jacob Claesz, poorteres van Schoonhoven: beroep tegen het vonnis van het Hof van Holland waarbij de uitspraken van de deken van Gouda en het gerecht van 's Heeraartsberg, waar de gerechtelijk te veilen goederen van eiseres liggen, werden bevestigd; wijlen haar man had een schuld die al 25 à 30 jaar oud is, waardoor zij veroordeeld wordt tot executie van haar land; beroep tegen het vonnis van het Hof, waarbij de bewering van eiseres dat verweerder zijn zoon opdracht had gegeven haar voor de deken van Gouda te dagvaarden, van de hand werd gewezen; beroep ongegrond verklaard
Roon, van | 1422-12-13
Reg Rotterdam en Schieland no 2145
Achternamenindex
Pieter van Roden draagt de schouw van de bedijkingen van Nyen-Rode op aan Jacob heer van Gaesbeke, Putten en Strijen, met bepaling dat deze een dijkgraaf zal aanstellen en de dijk doen keuren volgens het recht van het land van Poortegale, gedurende twintig jaren, of wel daarna zolang hij Pieter leeft, behoudens de brieven door hem te voren aan de lieden van Delf gegeven, en op voorwaarde dat zijn vrij land vrij zal blijven en niet belast zal worden, behalven dat het land dat hij heeft liggen in Oude-Roden de eerste keer mee zal betalen evenals Zuedersijk, terwijl het zal mogen afwateren door Nyen-Roden, en de dijkgraaf hem rekening en verantwoording zal afleggen
Ploech | 1442-09-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 14v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem beleent Steven Ploech na dode van zijn vader Dirc Ploec met de tienden, grof en smal van den goeden: 1) tot Aller, 2) tot Bruechusen, 3) in der Elst, 4) tot Tutenberge, 5) t Overenge, 6) van den geesteliken heren van Monnickhusen te Vuerhout, 7) tot Wambeke, 8) tot Oppenbrug, 9) Lelijenberge, 10) van Jacob Lambertsz, 11) tot Campe, 12) Henrick ter Olymuelen, 13) Roeters geheten Duvels, 14) land van Evert Goessenz; vervolgens draagt Steven Ploech dit goed op tbv juffr. Jan, weduwe van Gysbert van der Hoeve, die ermee beleend wordt, Steven doet hulde voor haar; boven staat: deze goederen liggen in het kerspel van Velp
leenmannen: Ghysbert van Hamelenberg, Aelbert Willemsz
Marxem, van | 1353-04-18
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 56v/Reg EL 23 fol 35
Achternamenindex
hertog Willem verkoopt aan zijn trouwe ridder Gheryt van Marschem ten vrijen eigen, de helft van 18 morgen land in het ambacht van Rijswijk, waarvan 15 morgen belend zuid: het kerkhof te Rijswijk, noord: het ambacht van den Hage, oost: land dat van Willem van Outshoirne was en waar Willem die Wise land in heeft, welke 15 morgen Willem Andriesz van der Borch van de hertog te leen hield; de andere 3 morgen liggen in hetzelfde ambacht in een woning die Willem van outshoirne hield van den kinde van der Binchorst en verbeurd heeft; koopprijs per morgen 10 Holl schilt, die heer Gerrit voldaan heeft en het land weer door verkocht aan Willem de Moir, die belofte van vrijwaring ontvangt
Olivier de Everingen, Baldwinus de Reymerswale, Florens de Borsalia, H. Amerongen
Beer, de | 1463-11-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 172, 172v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan en Gysbert Jacob die Beer Rutgersz verzoeken belening met ⅓ deel van 5 morgen veen gelegen in Hezerveen, strekkende van der meer ter graft waert, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; Gysbert Henricsz draagt zijn deel op en zij worden ermee beleend; "Jan de Beer heeft ½ versocht na dode Gysberti ejus filii fol 202" ; op dezelfde dag draagt Gysbert Henricsz 3½ vierendeel veen in Hezerveen op en wordt ermee beleend, behalve het ⅓ deel dat Jan en Gysbert Jacob de Beer Rutgersz.z daaruit hebben, op voorwaarde dat dit veen en alle venen die Evert van Lodensteyn daarboven heeft liggen, "over malcanderen wegen en weteren sell als redelic ende mogelyc is"
mannen: Rutger die Beer Jacobsz, Tyman van Heersel
Herlaer, van | 1584-04-07
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden 243 VIII a/3 fol 7, 7v
Achternamenindex
Frederick Cornelisz heeft gericht op Lambert Jansz voor 90 gld, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz (fol 7); 1584-05-17: Frederick Cornelisz koopt van Lambert Jansz goed voor gld, en verkocht Frederick Cornelisz (aan) Conraedt van Stenhuys Lambert Jansz goed; Conraerdt van de Stenhuys heeft dat zelfde goed met transport weer opgedragen Frederick Cornelisz, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz; 1584-06-02: Frederick Cornelisz heeft insettinghe gedaan in Lambert Jansz goed vermogens zijnen schepenschuldbrief, voor schepenen Frederick Jansz en Jan Adriaensz; 1584-06-06: Frederick Cornelisz als beseten wesende van Lambert Jansz geeft te kennen dat hij wil weten waarvoor Lambert Jansz hem beseten mach hebben, ofte bij alsoe verre nijet, soe presenteert Frederick dat Lambert hem laet lieggen [= liggen, = gijzelen] in een herberg
Ammerzoden