53 resultaten

Alkemade, van | 1460-08-04

Arch Gasthuizen Leiden Regesten 69-696
Achternamenindex

Willem broeder tot Gelre heer tot Egmondt en Yselsteyn erkent volgens een uitspraak van scheidrechters in het geschil met Jan van Alckmade Janszoon veroordeeld te zijn tot betaling van 3500 kroon van 4 groot Vlaems. Hiervan moet hij nog 1333 kroon en 8 stuiver betalen, waarvan aan Geryt van Akmaed 333 kroon en 8 st met rente (Cartul C fol 135). Dezelfde dag: Willem erkent schuldig te zijn aan Jongen Jan van Alcmade 333 kron en 8 st waarvan de monniken te Ysselsteyn 12½ kroon en Jonge Jan 320 kroon en 20 st zullen ontvangen met rente (Cart C fol 136); dezelfde dag erkent bovengenoemde schuldig te zijn aan jvr Katharyne van Alcmaed Jansdochter 333 kroon en 8 st met de rente van 1 op 15 (Cart C fol 135-137v)

Egmond, van | 1162-08-28

v.d. Bergh I no 143
Achternamenindex

graaf Floris III geeft aan de abdij Egmond de kerk te Vlaardingen terug

laici: Robbertus frater comiti, Theodericus Persin, Hugo de Teylingen, Isbrandus de Harlem et fratres eius Gerard, Malot et Meinso, Simon Galo, Aelbrecht Banjaert, Dodo advocatus et fratres eius Theodericus [van Egmond], Bernoldus et Weremboldus, Wilhelm de Forenholda, Theodericus de Scoten, Odger de Riswic, Alard Oue, Bertolfus dapifer [van Pendrecht], Frethelif, Mauris, Ekbrecht Calvius, Lydolfus de Utgest, Stephanus, Adalard, Vastrad de Rinnighem, Isbrand Freso, Isbrand Ethelig; dominus Wicboldus abbas, Fritherius, Wlbodo, Walterus, Heinricus, monniken

Arkel, van | 1345~

Geneal Herald Bladen III p 551 ev
Achternamenindex

Robbert van Arckel heer van Renswoude, Berg, Stolwijck en Vlist zoon van Johan van Arkel en Cunegonda van Virneburg wordt als getuige genoemd van een uitspraak van zijn broer de bisschop, heer van Woudenberg; 1345: door zijn broer benoemd tot Stadhouder van het Sticht; 1346: bij zijn huwelijk gaf de bisschop aan Arnoud van Ysselsteyn enige goederen in leen, die eerst vande heren van Cuijck waren; 1346: getuige van de bisschop bij de privilegien van Almelo. Na zijn huwelijk in 1346 met Aleid van Asperen, dochter van Otto van Asperen en Aleyd bastaarddochter van Henegouwen, hield hij Asperen, Hagesteyn en Gasparnweerde in leen van Holland. Hij sneuvelt 1347 en werd voor het St Johansaltaar in de Dom begraven. Aleid hertrouwde met Walraven heer van Valkenburg. In 1347 wordt bisschop Jan van Arkel weer heer van Renswoude. Hij liet een bastaardzoon na, Johan heer van Rynestein, ridder en raad van de hertog van Gelre en huwde Lutgard van Sterckenborg. 1363 Robbert van Renswoude wordt door zijn oom de bisschop beleend: heer van Renswoude, Ter Zijl, burggraaf van Montenaken, heer van Grevenbroek en Hamout, met zijn broer Johan van der Borch met Renswoude. In 1371 was hij leenman van het Sticht, in 1372 ontving hij een jaargeld van de koning van Frankrijk en werd neef van bisschop Jan van Arkel genoemd. In 1375 leent hij geld aan de stad Utrecht en werd ridder en borchgraaf van Montenaken genoemd. In 1393 werd hij door de doomproost beleend met Ten Zijl onder Cothen. In 1394 had hij verschil met de monniken van Mariencroon te Heusden. Hij stichtte het gasthuis te Roermond en overleed in 1396. Hij huwde Elisabeth de la Saulsc weduwe van Daniel van Pallandt, heer van Trips en dochter van Wouter de Saulx heer van den Tempel en ... van Argenteau (zie verder op Grevenbroek)