53 resultaten

Herlaer, van | 1568~

W Moll en JG de Hoop Scheffer: Studien en Bijdragen Historische theologie p 333, 339, 341
Achternamenindex

Noordholland in het Geuzenjaar, naar de verhoren in het Belgische Rijksarchief: - (p 333) Warmenhuizen, 1566-10, toen Loef van Herlaer baljuw was, is gebeeldstormd (sedert 1567 is Joost van Veen baljuw etc); verder genoemd: Willem Ysbrantsz, kapellaan van Schoorl, Adriaen Cornelisz die de predikant met zijn wagen ingehaald had, pastoor heer Reijer die op zijn Geusch begon te preken hoewel de heer van Brederode het verboden had, Pieter Jansz Snoick, baljuw van Egmond Harlar, Pieter Jansz, schout; (p 339): Dierik van Geldorf van Herler, schout van Egmond binnen en de Hoef, 33 jaar oud en 9 jaar schout, zegt dat op het huis te Egmond is geweest wijlen de heer van Brederode, de graaf van Egmont, om de Berger- en Egmondermeer te bedijken (....) en verklaart dat de abdij van Egmont en het slot ongedeerd gebleven zijn; Pieter Ossewijer, kapellaan te Egmond, oud 40 jaar, 2 ½ jaar vice cureit zegt dat Loijs Fransz [=Lodewijk Frnasz] tegenwoordig om zijn koopmanschap in Duitsland is, voor wijnen te Straatsburg, en zich niet met de nieuwigheid bemoeit; Jan Vermeije, pastoor van Oud-Karspel, preekt nog steeds Katholiek hoewel Loeff van Herler, hem geraden had de dienst wat te laten cesseren, idem heer Frederik Viti, pastoor van Harinckcarspel

Holland, Merwede

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz

mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (3)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: Jan van Bekesteijn ontvangt: 1) een hofstede met 2 weyden ende saetlants by den Aerdenhout en bruijct Jan Dircsz om 26 R gld sjaars; 2) 3 stucken weylants bij den Aerdenhout bij de voors. hofstede en bruijct Jan Gerritsz om 45 R gld sjaers, belast deze voors percelen met een erfhuur van 12 st en 5 ducten sjaars; 3) een stuck saet- en weylant tot Castricum, bruijct Wouter Pietersz om 21 R gld sjaers; 4) een stuk lands te Assendelft, bruict Baert Dircx weduwe om 14 R gld sjaars; 5) een stuk lands te Assendelft, bruict Roelof Henricsz om 10 R gld sjaers; 6) 25 R gld sjaers losrenten, den penn. 16 op de stad Haerlem, sprekende op Wouter van Bekesteyn, dd 01-11-1485; 7) een losrente van 32 R gld sjaers op de stad Haerlem, sprekende op Dirck van Bekesteijn, in 2 brieven d.d. 01-08-1514, den penn. 18; 8) 7½ gaerden in Assendelft, bruict Dirc Nijelsz om 20 R gld sjaars; 9) 7 ½ gaerden te Assendelft, bruict Willem Mels om 20 R gld sjaars; 10) een stuk weiland bij de Siecken buiten Haerlem ende Reijer Jansz int Lam om 24 R gld sjaers; 11) een stuk land bij de Siecken tussen St Jans wech en die Cruijspoortwegh, bruict Dirc Symonsz om 5 R gld 5 st sjaers, op 10 en 11 staen 9 R gld tot een capelrie; 12) twee stucken weylands buyten Haerlem daer men gaet nae te voetpadt na Sparendam, bruict Jan Gerritsz om 18 R gld sjaers, belast met een erfhuur van 13 st 4 penn die mijn heer van Brederode daarop heeft; 13) ¼ deel van Gerrit Dircksz huijs en lande gelegen in de ban van Heemstede, met wat lands gelegen achter t huijs in de ban van Tetrode, bruict Aelbert Gerritsz om 2½ R gld sjaers. Ende nog op deselvs goeden 7 R gld sjaers pacht die Aelbert Gerritsz betaalt; 14) een stuk saet- en wijlants gelegen over t uijterste huijs (de andere copie leest: t Veersche huijs) aen geen sijde Schoter capelle en bruict Outger Simonsz en Willem Dircsz om 16 R gld sjaars; 15) 22 geersen lants gelegen te Utgeest en bruijct Simon Claes Vredericxz om 30 R gld sjaers; 16) 5¼ morgen lands in de ban van Limmen, bruijct Reijntgen Dirck Reyntgensz.z. en Aris Claesz om 90 R gld sjaers; 17) 8 ½ geersen in Utgeest, bruict Dirc Bruijnsz om 18 R gld sjaars; 18) een stuck lants buiten St Janspoort (Haarlem), bruijct Dirc Pietersz om 2 R gld sjaars

Haarlem en Heemstede