60 resultaten

Heukelom, van | 1409-07-23

Stichtse en Gaasbeekse Lenen in Gelderland p 12, 102/Arch Culemborg regest 519
Achternamenindex

Lysbet vrouwe van Hoekelem en Millingen [weduwe van Otto van Arkel heer van Heukelom], na dode van haar broer Dirc van Lienden beleend met de rottienden in de Mersche bij Rhenen, hulder: Dirc van Aelst; verder door de bisschop van Utrecht beleend met de tienden te Hirten en die te Heelzem op de Veluwe

Haer, van der | 1629-12-07>

Ons Voorgeslacht 02-1993 p 55; Navorscher 1879 p 481
Achternamenindex

gestorven Claas Cornelisz van der Haer, burger te Gorinchem x Lysje Dircsdochter van Blokland, 1594-12-04: getrouwd te Gorinchem, waaruit 8 dochters en 2 zoons, Aert en Peter; 16---: Jan van der Haer genaamd de Kemp x Maria Vonck van Lynden, hieruit: Wouter van der Haer genaamd de Kemp, secretaris van Rhenen 16-- x Alyt van Someren

Amersfoort, van | 1285-10-16

De Fremery no 236
Achternamenindex

brief van Wouter van Amersfoord, ridder, "van de broike alse ick ende heer Henryck, mijn zone, hebben verbroken jeghens den edelen here Florens van Hollant den greven, aen den peerdeneren Marsilis, des abits van Ostbruck, te Reynen in te vaeren…" [d.w.z. hij verbindt zich jegens graaf Floris terzake van de paarden die hij de abt van Oostbroek had ontnomen, te Rhenen in leisting te komen]

aanwezig: Hennekin van Luchorst, Gheraert van Lewen, Sander van Bilare, Ghysebrecht van Dubbe

Oem van Arkel | 1390~

Reg en Rek Bisdom Utrecht II p 707
Achternamenindex

lenen van de bisschop van Utrecht: Claes Oem houdt - Reynreaert [Renswoude]en Norderart gelegen in het kerspel van Rienen; - het goed van Loeden Aelbertsz en Wouter Ghevertsz, burgers van Rhenen; - het huis en hofstede van Scerpenseel, met gerecht, tijns en tienden, tot een borchleen ter Horst; - de Gulden hoeve in Werconden; - 6 morgen op Loetervelt, belend aan beide zijden Jan van Sulen, in het kerspel van Wyck

Dobbe, van der | 1285-10-16

De Fremery no 236
Achternamenindex

brief van Wouter van Amersfoord, ridder, "van de broike alse ick ende heer Henryck, mijn zone, hebben verbroken jeghens den edelen here Florens van Hollant den greven, aen den peerdeneren Marsilis, des abits van Ostbruck, te Reynen in te vaeren…" (d.w.z. hij verbindt zich jegens graaf Floris terzake van de paarden die hij de abt van Oostbroek had ontnomen, te Rhenen in leisting te komen) Daarbij waren aanwezig Gheraert van Lewen, Sander van Bilare, Ghysebrecht van Dubbe

Pynssen | 1550-07-15

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 632
Achternamenindex

Dirck Pynssen [schout van Delft] verkoopt aan Frans Adriaensz Gorter een losrente van 150 Kar gld verzekerd op zijn hofstede te Rijswijk; 1550-08-20: hij leent van gasthuismeesters van Delft nog een s 18 gld op hetzelfde onderpand; hij verkoopt de hofstede te Rijswijk aan Hadewy Pynssen, weduwe van Adriaen van Duyn en vestigt zich op het kasteel Levendaal bij Rhenen ; crediteuren van de niet betaalde renten eisen executie van de hofstede te Rijswijk; ± 1570: proces, hij wordt Dirck Pynssen van der Ameide, schout van Delft, genoemd

Hemerten, van | 1459-08-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 293, 38
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt oorkondt dat Jan van Hemerten hem opdroeg 14 (4 ?) morgen land in de Mersch in het kerspel van Rhenen, en Pelgrim de Kamp gebruikt, Heijmerhaer geheten, en dat hij dit in erftijns gegeven heeft aan Henric Holl; dezelfde dag draagt Henric Holl dit tijnsgoed over tbv Vrederic van Hemerten Janszoon van Hemerten; onder staat: daarna heeft dit ontvangen Loedewijc van Leefdael; 1460-10-21: Jan van Hemerten draagt dit op en Danijs van Leefdael ontvangt dit in erftijns; "nu: die jonge Loedewijck ejus filius, nu: Zeger van Wyck"

tijnsgenoten: Zoude van Rijn, Aelbert Proeijs; Gheryt Scade, Jacob Jansz

Ingersmitten | 1546-1556

Rep Stichtse Leenprotocollen p 502
Achternamenindex

leenman en getuige van Gaasbeek (Utrecht): Henrick Ingersmitten (1546-10-05, 1545-08-04, 1548-02-10, 1549-08-08, 1549-09-06, 1550-05-24 [Ingersmit], 1550-07-02, 1551-07-04, 1552-09-28, 1552-10-12, 1552-11-28, 1553-11-17, 1553 [09], 1555-10-27, 1556-02-28); 1547-04-22: hij doet de leeneed voor Adriaen Cornelisz, zoon van Cornelis Anthonisz, beleend in Elsterveen; 1556-04-20: hij doet de leeneed voor Alyd, dochter van Willem Vonck en van Nenne voor ⅓ van de helft van 36 roeden veen in het kerspel van Rhenen, en draagt deze over

Beijnhem, van | 1436-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 35
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henrick Bor van Amerongen, als hof en tijnsmeester, oorkondt dat Alert van Ecke Lamphollenz, zijn vrouw Lysbeth van Beijnhem en hun zoon Johan van Beijnhem afstand heeft gedaan van het momberschap over zijn vrouw Lysbeth, en dat deze vervolgens tot momber heeft gekozen Henrick Borre van Pluderen; Alart, Johan en Lysbeth dragen vervolgens over aan het St Franciscusklooster binnen Rhenen 6 morgen land in de Neder Betuwe in de maelscap van Ecke, belend boven: Alert van Eck Lamphollenz, beneden: Joest Doijs, Henrick van Mauderick en zijn vrouw Maria, zuster van Joest; Otto van Welle, priester, ontvangt dit land van het klooster in erftijns; (fol 33v) ongedateerde aantekening: Alart van Eck Lamphollenz verklaart jaarlijks schuldig te zijn aan St Pouwels de tijns en 4 scepel guets maets, te betalen binnen Utrecht, onder Rodenborgh brugge

tijnsgenoten: Bernt Freys van Dolre, Willem van Hemert

Cuyk, van | 1176-03-09 - 06-18

Oorkbk Sticht Utrecht no 485; Noordbrabantse Charters p 283
Achternamenindex

bisschop Godfried beslecht de twist over de hof te Beusichem tussen het kapittel van St Jan te Utrecht en Iwainus de Gokesforde, de hof die eertijds door het kapittel gekocht was. Iwainus fidejussores dedit dominum Heinricum comitem de Chuic et Herimannum comitem de Novimagio

nobiles: Henricus de Chuic, Gerlagus castellanus [van Rhenen], Wilhelmus Strabo [van den Goye], Wilhelmus de Lureke (Luzeke), Henricus de Berebache, Winricus de Wegesate; ministeriales: Elias, Giselbertus de Amestelle, Giselbertus de Wercunde, Albero Pavo, Otto capellanus. Borgen: comes Henricus de Chuic en Herimannus de Noviomago