68 resultaten

Pot | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Alaert Heymericsz en Goesen Pot, 1 weer land die Hubert Struvenz kocht van Pot Guebelsz (fol 48v); -Konegont vrouw van Jorden Doijs, 3 morgen en 1 ½ hont land te Ravenswade; dit land heeft zij opgedragen en Jan Herman Potzoon heeft het ontvangen (fol 59); - Jan Claesz (na hem Claes Jansz) 5 hont land op Buesinchemervelt op de Cortestucken, belend boven: Herdberen Rutgersz, beneden: Sweder Ludekensz (fol 19); - beleend Alyt Johan Claesz dochter met 5 hont geheten de Cortestucken te Waterbuesinchem, belend boven: Zurmont Petersz kinderen, beneden: Kasijn Pauwe Guedekensz, hulde doet: Grote Maes; 1417: beleend Lysbeth Eerstsdochter (fol 19)

Vianen, van | 1392-07-10

Ons Voorgeslacht 06-1986 p 527, 528, 525
Achternamenindex

leen van Vianen: 5 ½ morgen in Boeicop in heer Arnoutsgerecht, Gerrit en Claes Holle ieder voor de helft beleend, belend boven: Christina dochter van Voorn van Vianen x Gysbert van Tienhoven, beneden: Sibrant Hermansz; 13..: Voorn van Vianen, oom van de leenheer als getuige vermeld; 1392-01-18: Christina dochter van Voorn van Vianen x Gysbert van Tienhoven beleend, belend boven: Jan van Ginkel, gemeen met Legmer, beneden: Gerrit en Claes Holle; 1437-12-17: Machteld na dode van haar vader Wouter Rutgersz beleend met de helft van 8 morgen land in Boeikop in heer Arnouts gerecht, belend beneden: de erven Voorn van Vianen

Aelst, van | 1470-04-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 43v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: hof- en tijnsmeester Dirc Foijert oorkondt dat Geryt van Aelst met zijn vrouw Fije, Willam van Zomeren met zijn vrouw Geertruid, Henrick van Zommeren met zijn vrouw Lysbeth, Jan van Wyck met zijn vrouw Griete, Bernt Rutgersz met zijn vrouw Beatrijs, Jan van Rijn met zijn vrouw Fije, hem opdroegen tbv Wouter Foeijert een kamp land geheten "den Moutkamp", gelegen in het kerspel van Lyenden in de maalschap van Aelst [Gelderland], 5 morgen land, belend oost: heer Ott van Bijlant, ridder, zuid: de landwetering, west: Reyner van Aelst met zijn moeder, noord: heer Jans vicarie van der Heest; vervolgens ontvangt Wouter deze camp in erftijns om 3½ mouwer mout

tijnsgenoten: Claes van Triest en Willam Zuermont

Hilhorst | 1436-04-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 66v, 149
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Alijt Jan Gysbert Hilhorst's dochter met haar wettige voogd Jan van Rijck Jansz, dragen op: 1) land strekkende van de brinck tot aan de biscopsweert toe, belend landwaarts: Jacob Rutgersz, zeewaarts: Jacob Goedenz, 2) land op ten Enge, strekkende van de Baernwecht tot aan het Heetvelt toe, landwaarts: Gerrit van Hilhorst, zeewaarts: Jacob Goedenz, 3) land op ten Enge, landwaarts: Jacob Goedenz, zeewaarts: de Heetacker, 4) land op ten Enge, zuid: Aernt van Hilhorst, oost, aan beide einden: Jacob Goedenz; vervolgens wordt Henric Jacop Goedenz hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1452-08-22: Heynric Jacopsz beleend met het leengoed van zijn vader Jacob Goedenz, volgens leenbrief van 1436

tijnsgenoten: Rycout Rycoutsz, Herman Gout; mannen: Aelbert van Baren, Goessen Bosch Willemsz; 1452: Evert Jacobsz, Willem Ricoutsz

Lockhorst, van | 1602-05-19

R.A.H. Recht Arch no 2753 fol 131
Achternamenindex

Jan Claesz Bout, Jan Claesz Pee elk voor zichzelf en als ooms en voogden van de weeskinderen van wijlen Trijn Claesdochter, Lambert Jacobsz Leijser voor zichzelf, Marten Willemsz als oom en voogd van de weeskinderen van Claes Claesz en Lobbetgen Jacobsdochter, Frederick Lambertsz als man en voogd van Tymetgen Jacobsdochter en Jannege Cornelisdochter geassisteerd met Ellert Jans en Rutger Jansz als ooms en voogden van haar kinderen bij wijlen Jan Rutgersz, en de weesmeesters, alle erfvolgers van wijlen Marrigje Jan Bouten, transporteren aan Jan Jacobsz Bout een huis en erf strekkende van het middelste erf tot in de Vecht, binnen Muiden aan de westzijde van de Vecht, belend zuid: Lyntgen Luytenants huis en noord: Aryn Gysberts en Jacob Jansz

Bot | 1466-02-12

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 467
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bot Petersz maakt zijn 2 zusters Ermgairt en Dibborch: 1) de rechte ½, onderdeylt, van de helft van 7 vierdel veen in Hezerveen, belend boven: die Soessche Venen, beneden: Aelberts erfnamen van Baern, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Soesserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) ½ van een stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeser Veen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten

mannen: Heynrick van Duven, Evert Petersz van Heesse

Beer, de | 1463-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 172, 172v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan en Gysbert Jacob die Beer Rutgersz verzoeken belening met ⅓ deel van 5 morgen veen gelegen in Hezerveen, strekkende van der meer ter graft waert, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost, west: Peter Lambertsz van Hamertvelt; Gysbert Henricsz draagt zijn deel op en zij worden ermee beleend; "Jan de Beer heeft ½ versocht na dode Gysberti ejus filii fol 202" ; op dezelfde dag draagt Gysbert Henricsz 3½ vierendeel veen in Hezerveen op en wordt ermee beleend, behalve het ⅓ deel dat Jan en Gysbert Jacob de Beer Rutgersz.z daaruit hebben, op voorwaarde dat dit veen en alle venen die Evert van Lodensteyn daarboven heeft liggen, "over malcanderen wegen en weteren sell als redelic ende mogelyc is"

mannen: Rutger die Beer Jacobsz, Tyman van Heersel

Asperen, van | 1503-03-18

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 20
Achternamenindex

Rutger van den Boetselaer heer van Asperen beleent Herman Rutgersz met 2 morgen land in de heerlijkheid asperen in Willem Ottenzhoeff tusschen erve die papelicke provende onser Vrouwen altaer erve aen d'een zyde ende Symon Jansz aen die ander zyde. Hulde doet voor hem sijn vader Rutger die bastert, met voorwairden dat mr Dirc Folpertsz pastoer van Ackoy ende Guelt Folpertsdochter mr Dirc voirs suster hoir lijftocht aen dese twee morgen land behouden sullen. Voirt noch synt voirwairden wairt sake dat Herman voirs. storve so soude dit voirs. leen sterven opten naesten Herman die Rutger die bastert bij Margriet sijn echte huysfrou nu in der tyt crigen mocht. Ende waert sake dat sij ghenen soen en crege die men Herman noemde so sou dit voors. leen erven op Ott Rutghersz, sinen broeder

Crachwijc, van | 1424-04-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 123
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatris Henricsdochter van Cracwic draagt over: 1) een stuk land met hofstede waar Aernt Rutgersz nu op woont, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 6) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 7) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 8) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Cracwijc, landwaarts: Gysbert Dircsz, 9) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 10) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Guedenz

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Willam van Colvenschoten, Gysbrecht Goidscalc

Leyden, van | 1331-06-24

Arch Kerken Leiden Regest no 9/Arch St Pieterskerk Fundatieboek Inv no 322 fol 5
Achternamenindex

Johannes Rutgersz, kanunnik van de St Pieterskerk te Utrecht en van de St Lebuinuskerk te Deventer en cureit van de halve kerk te Clotingen [genoemd in het testament van Pieter van Leyden van 1316-11-09] sticht een kapellanie ter ere van St Johannes in de St Pieterskerk te Leiden en schenkt hieraan: - 2½ morgen land genaamd Oudemade naast de weide van St Pieter; - 2½ hont land in Floremansland "super fossam oppidi de Leyden"; - ½ morgen in Bredencampe bij Waddinghe; - een rente van 13 sch uit een huis in Leiden; -4 en 1 morgen bij Ockenburg in Rijswijk; - 1 morgen aldaar; - 5 morgen bij Gronendike; - 26 sch uit 4 erven bij zijn stenen huis en na zijn dood zijn brevier, zijn missaal en zijn stenen huis met 4 huisjes en een rente van 9 sch en 6 penn, verzekerd op twee huisjes in de nieuwe wijk