Zuylen, van | 1434-11-05

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 218

Achternamenindex

leen van Honthorst: no 5) ½ van het goed in Cromwyc en Bulwyk, onder Alphen, voor het huwelijk van Dirc van Zuylen met Joost dochter van Gysbert van der Haer zal haar broer Werner van der Haar afstand doen van 20 morgen bij Woerden; voorts brengt zij in: 1) 14 morgen in Lopik beneden de kerk, 2) 31 morgen bij de Vaart, 3) 4 morgen in Wierserbroec, 4) 20 morgen in Kockengen, 5) halve hoeve in Portengen, 6) het goed te Geestdorp, tot een waarde van 100 Vrancr scilden of 200 Beyerse gld

Rietwijk, van | 1328-05-17

R.A.H. 32 fol 64v/Reg EL 39 fol 19v

Achternamenindex

Jan van Rietwijk Willemsz van Velsen draagt aan graaf Willem op ten vrijen eigen 1 ½ hoeve lands in het ambacht van Eemskerke, belend west: Jan van Rietwijk, oost: Hughe Bakenz; voorts versocht hij van ons drie halve hoeven, gelegen: 1) belend oost: de andere 1½ hoeve, west: Alyd Symon Moyekynsdochter, 2) belend oost: Bartholomeus Hoflandsz, west: Aleid van der Beke, 3) belend oost: Aleid van der Beke, west: Voppe Hermansz, vervolgens wordt hij met alles beleend, te komen op zijn kinderen bij zijn vrouw Reynier Doevenzdochter, of zijn oudste broer, met lijftocht voor Geertruid

Heemskerk

Schie, van | 1319-03-17

Reg Rotterdam en Schieland no 263

Achternamenindex

graaf Willem geeft in erfpacht aan Symon Doede Jansz ute Westvoirne al zijn land in heer Enghebrechtsbroeke voor 25 £ Holl per jaar, voor welk geld men hem zal korten aan 20 morgen land die Jan van Scie heeft, en voorts in leen het ambacht aldaar, zoals Hughe de Visker en Willem uter Nesse hun ambachten houden, met de bepaling dat dit ambacht geheel zelfstandig van de beide andere zal zijn, met regeling van erfopvolging; er boven staat: "item noch die selve Aernt Enghebrechtssoen, op wien dit leen daarna verstorven is" [Spiker]

Beijnhem, van | 1585-04-16

A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 104

Achternamenindex

Jan Goessensz, Derick Goessensz en zijn vrouw Mary Fieren, Elisabeth Goessensodchter, weduwe van Roeloff Reijersz, mede namens Roeloff Roeloffsz, onmondige nagelaten zoon van Roeloff Reyersz, verkopen aan Gerit van Beijnhem en Cristina van Eck, ½ van 6 morgen genaamd "dat Moeijenlandt" onder Eck, belast met erfpacht tbv de graaf van Culenborch. Voor de vrijwaring verbindt Jan Goessensz 14 hond land onder Omeren, genaamd "de Rosenkamp". Dirk, Mary en Elisabeth verbinden hiertoe 2½ morgen onder Maurick, en voorts al hetgeen zijn reeds of later bezitten onder Ingen, Omeren, Eck en Maurick

Dalem, van | 1440-09-17

Arch Nassau Domeinraad regest 1436, 1450

Achternamenindex

notaris Arnoldus Langhe instrumenteert dat Rodolphus en Johannes van Donghe, broeders, voor Elisabeth, natuurlijke dochter van hun broer Wilhelmus en Cornelis Venedau ten overstaan van Johannes van Nassouw huwelijksvoorwaarden hebben gemaakt, waarbij Elisabeth voor de 2 hoeven moer, haar door haar vader vermaakt, 3 sestertien rogge jaarlijks krijgt als erfpacht, losbaar met 200 Arnoldus glds en voorts 2 bunder moer, het land geheten de Molen vloet en 2 ½ sestertie erfrogge uit Lichtenberg; 1441-03-18: Cornelis Venedau en zijn vrouw Elisabeth hebben zich voldaan verklaard van wat hun toegezegd was

Doede | 1319-03-17/24

Reg Rotterdam en Schieland no 263

Achternamenindex

Symon Doede Jansz uit Westvoorne pacht al het land van graaf Willem in heer Enghebrechtsbroek voor 25 £ Holl, voor welk geld men hem zal korten aan 2 morgen land die Jan van Scie heeft en hem voorts in leen geven een deel van het ambacht aldaar, op gelijke wijze als Hughe de Visker en Willem uter Nesse houden; met bepaling dat dit ambacht geheel zelfstandig van de beide anderen zal zijn, met regeling van erfopvolging in het leen; boven staat: "item noch dieselve Aernt Enghebrechtssoen" op wie dit leen daarna verstorven is

Poelenburg, van | 1628-10-04

Not Arch Amsterdam 397 fol 508, 509/Notaris Nic Jacobs

Achternamenindex

Jan Govertsz van Poelenburch, zoon van Govert Jansz, verklaart als chirurgijn een reis te gaan doen naar Oost Indië op het schip "de Maeght van Dordrecht", schenkt na zijn overlijden aan zijn zusters Tryntgen Goverts en Trijntgen Goverts of hun kinderen, en bij gebrek van dien aan Geerte Willems, al hetgeen hem bij overlijden van Willem Jansz, zijn bestevader, in zijn leven bode op Hamborch aangekomen; Trijntgen, Tryntgen en Geertgen verklaren deze donatie aan te nemen; voorts maakt hij zijn testament: zijn zusters erven en evt hun kinderen, of Geertgen Willems, sijne petemoeije van moederszijde

Engeland, van | 1316-03-25

Van Mieris II bl 170, 171

Achternamenindex

graaf Willem beleent Willem van Brawode, die men hiet van Engheland, onsen clerc, tot vrijen eigen met dat stienhuys met 27 morgen land, riet buitendijks en de meente in het Nuweland, die daartoe behoort en van Wouter van Loesdunen was, in het ambacht van Vlaerdinghen, belend tussen Heynric heer Diercx en Arnoud Heynenzn; welk huis en land verbeurd was bij Wouter Outzier en Jan, kinder en erfgenamen van de voorn Wouter van Loesdunen. Voorts kwamen Ymme, weduwe van Wouter van Loesdunen, met haar kinderen Gheret en Willem en droegen 10 £ Holl op aan Willem onsen clerc etc.

Gouwer, de | 1339-04-02

R.A.H. Coll Aanw 35 fol 176-178/EL 32 dl I Caput Noordholland fol 27/Reg EL 5 fol 6v/Bijdr Hist Gen Utrecht jg 1901 p 131, 133

Achternamenindex

Philips van Wassenaer oorkondt dat de graaf van Holland het Burchgraafschap van Leiden verleend heeft aan Justine dochter van heer Hughe de Gouwer van Coudekerck, tot haar lijftocht, haar gemaakt door zijn oom en haar man Dieric burchgraaf van Leiden. Idem 1340-04-02. Verder zullen Philips en Justine ieder 2 mannen aanwijzen die een scheiding zullen maken tussen de eigen goederen, als ze hier niet uitkomen dan wijst de graaf overmannen aan. Voorts kan jvr uten Wairde, vrouw van Florijs van Cralingen, haar goed Oistgheest blijven gebruiken tot de graaf uitgemaakt heeft of zij dit goed terecht bezit

overmannen: Arnd van Gavere, Tielman de Moelnaer, Raesse van Liedekercke, Jan de Moelnair

Boekel/Bokel | 1366-10-06

Reg Rotterdam en Schieland no 897

Achternamenindex

Wilhelmus de Reno, geestelijke en keizerlijk notaris oorkondt, dat Hugo abt van het klooster van Egmond verklaart heeft, nadat ook Jacobus gezegd Buekel was verschenen, dat over zekere tiende te Scoenreloe de abt beslist had dat deze vervallen waren aan het klooster Egmond en Jacobus niet gerechtigd was en een vergoeding voor de inbreuk schuldig was; voorts dat Jacobus zijn aanspraken moest opgeven op de tiende van het ambacht van Boekelsdijc, evenzo op de tiende in het kerspel van Ouderschie en gedeeltelijk in het kerspel van Scoenreloe, waartoe het voornoemde klooster ook gerechtigd was, aan welke beslissing Jacobus beloofde zich te zullen onderwerpen