59 resultaten
Knijf | 1275-12-22
v.d. Bergh II no 300
Achternamenindex
Sigerus de Riede dijkgraaf van de Groote Zuidhollandse Waard, Giselbertus dictus Bot, dominus de Emekerke, Johannes dictus Westfalinc, Johannes Albus, Godefridus de Breda, Henricus dictus der kinderbroder, Zigerus filius Lyfstein, Alexander et Johannes Lystric, heemraden de longo latere, Johannes de Wamelike, Johannes dictus Knijf, Michael ante dictus, Theodericus filius Ricilii, Arne filius Heilerdae, Sigerus filius Trudae, Welebrordus dictus Nannekyn die Vliegher, heemraden de brevi altere oorkonden dat Hendrik der kinderbroder en Gerardus filius Helswidis, parochianen van Eemkerk, van het kapittel van St Pieter te Utrecht overgenomen hebben het land Papenhove aldaar
bezegeld door Sigerus de Riede, Giselbertus But, Wilhelmus de Striene
Scade | 1461-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 102
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent Wouter Scade met ½ hoeve veen in de Grote Slage tot Zoes, strekkende tot Hese waart, en wijlen zijn vader Jacob Dirk Gijsbert Scadenz.z in leen hield, belend zonnewaarts: Henric Botter Goijertsz en de erfgenamen van Rolof van Baren, noord: Goossen Willemsz en Gysbert Wouters erfgenamen; dit leen was door verzuim aan den hove gekomen, maar dit wordt nu kwijt gescholden
mannen: Beernt Scade Jacobsz, Peter Bot Volkensz
Scade | 1461-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 102
Achternamenindex
de abt beleent Wouter Scade met ½ hoeve veen in de grote slage tot Zoes, zoals zijn vader wijlen Jacob Dirck Gysbert Scadenzsz in leen hield, belend zonnewaarts: Henrick Botter Goyertsz en Roelofs erfnamen van Baren [= Baarn], noordwaarts: Goossen Willemsz en Gysbert Wouters erfnamen, maar door verzuim ten Hove gekomen was
mannen: Baernt Scade Jacobsz, Peter Bot Volkenz
Dam, van | 1485-07-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem van Dam Petersz wordt na dode van zijn vader Peter Willemsz beleend met: 1) 7 vierdel veen in Heserveen, van der ouder graften tot aan Hezer sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) een hoeve veen op Hezerveen, in ½ hoeve geheten Schallartshoeve, 7½ roeden breed en 850 lang, 3) land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Heerenwech tot de Eem toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goenger, 4) stuk land ook Oeverveen geheten, strekkende van de Hoijwech tot de Eem toe, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 5) een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Heezerveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Zanten; hierna: zijn zoon Peter van Dam (in libro abbatis Mathei fol 45); boven deze akte staat: "Willam van Dam Petersz heeft te leen die ½ van desen nabescreven goeden, uytgesceyden die 7 vierdel veens, daeroff heeft hij alleen een quartier, ende dat een quartier Ermgart ende Dibborch gesusters, ende die twee quartieren Reyner Snijersz ende Nelle zyns wijfs", "item deze ½ hoeve heeft te leen Willem Krieck"
mannen: jonge Vrederic van der Zevender, Gerit Bot Folkensz
Borch, van der | 1439-05-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 134
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet, vrouw van Steven van der Borch draagt over: - de helft van 2 dachmaet land gelegen in het gerecht van Zoes, belend landwaards: Evert Bot Volquinsz, zeewaarts: de heer van Abcoude; vervolgens wordt Willem Rijck ermee beleend tot een onversterfelijk erleen, - het Overveen "mitten wege halff onderdeylt alzoe dat gelegen is in den gerecht van Zoes", belend landwaarts: Willem Heijland, zeewaarts: Goede Scilt, - een vierendel land half gelegen op ten enge, dat van Aernt Gherijt Noydenz was, belend landwaarts: Jacop Stuep met 1 vierendeel slaecht ut Vliechenfengershoeve, zeewaarts: de heer van Abcoude; vervolgens wordt Evert Jacopsz hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen
mannen: Jacob Goedenz, Jacop Scaij
Zwager | 1422-06-21
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 117
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatrijs Jacob Henric Zwagerszsdochter wordt binnen jaar en dag na dode van haar broer Ricoud Jacob Henric Zwagersz.z beleend met: 1) hofstede in het kerspel van Zoes, belend oost: Jacob van Zulen, west: Peter Werrinc, 2) land gelegen boven de kerk, oost: Jan Camp, west: Dirc Noteboem, 3) stuk land, zeewaarts: Dirc Noteboem, zuid: Peter Werrinc, 4) hofsteden oost: Jan Camp, west: Gerrit van Heze, 5) stuk land bij de Groenen wech, oost: Henric Gout, west: Ysac Evert Staelsz, 6) stuk land gaende van de Groene wech aan het Haetvelt toe, oost: Gysbert van Hagenouwen, zeewaarts: Peter van der Tanghe, 7) stuk land, oost: Peter Gout, west: de heer van Abcoude, 8) stuk land strekkende an den Baernwech, oost: Evert Bot, west: Wouter Willemsz, 9) stuk land gelegen an den Baernwech, landwaart: Willem Nagel, zeewaart: Ricout Stevensz; Beatrijs wordt met dit leen beleend; boven staat: "voor haar gehult Dirc Allaertsz de cuper hoer getruwede man" (vgl 1434-06-04)
mannen: Willam Henricsz, Aelbert van Baern
Haestrecht, van | 1288-03-21
v.d. Bergh II no 632
Achternamenindex
verzoening van Herman van Woerden met graaf Floris V
borgen uit Holland: Hartberen van Haestrecht, Gisebrecht Bot van der Eme, zijn broer Gisebrecht Bokel [halfbroer ?], Jacob van den Woude, Didderic Symonsz van Telinghen, Tropheis van Mordrecht
Boekel/Bokel | 1288-03-21
v.d. Bergh II no 632
Achternamenindex
verzoening van Herman van Woerden met graaf Floris V
borgen uit Holland: Hartberen van Haestrecht, Gisebrecht Bot van der Eme, Gisebrecht Bokel sinen broeder [halfbroer ?], Jacob van den Woude, Didderic Symonssone van Telinghen, Tropheis van Mordrecht
Woerden, van | 1288-03-21
v.d. Bergh II no 632
Achternamenindex
verzoening van Herman van Woerden met graaf Floris V: bij verbreken van de voorwaarden kan graaf Floris beschikken over Henric van de Lecke, 20 man, Jan van Hoesdinne, 15 man, Willem van Horne, 20 man, Jan van Kuke, 20 man, Arnout van Herlere 10 man, Arnout van der Sluse, 5 man, Willem van Strenen, 10 man, Jan van der Lede, 10 man, Willem van Linschoten, 10 man, tegen de heer van Woerden; deze verklaart dat hij voortaan zijn goed van de graaf van Holland in leen zal houden en het " steenhuus, dat hi te Worden hevet doen maken, hem ghelden zal te sinen wille"
uit het bisdom: zijn magen Gisebrecht en Arnout van Amestelle, Gisebrecht uten Goye, Hubrecht van Everdinghen en zijn zoon Hubrecht, Gisebrecht van Scalcwijc, Henric van Stoutenbeeck, Didderic van Zulen, Gisebrecht uten Goye, Hubrecht van Wulven, Wouter van Langherake, Amelis van Minden, Gisebrecht van den Busche, Gerard van den Vliete; borgen uit Holland: Harberen van Haestrecht, Gisebrecht Bot van der Eem, zijn broer Gisebrecht Bokel , Jacob van den Woude, Didderic Symonsz van Teylinghen, Tropheis van Mordrecht