2680 resultaten

Merwede, van der | 1340-07-27

Nibbelink no 36
Achternamenindex

graaf Willem verkoopt aan mr Tielman Jans heer Gilliszsz ⅛ deel van Zwijndrecht

Daniel de Merwede, Tielman Molner, Harper de Ried, Theoderic Cuserz

Molenaar, de | 1340-07-27

Nibbelink no 36
Achternamenindex

graaf Willem verkoopt aan mr Tielman Jans heer Gilliszsz ⅛ deel van Zwijndrecht

Daniel der Merwede, Tielin Molner, Harperto de Ried, Theod Cuser filius

Riede, van | 1340-07-27

Nibbelink no 36
Achternamenindex

graaf Willem verkoopt aan mr Tielman Jans heer Gilliszsz ⅛ deel van Zwijndrecht

Daniel der Merwede, Tielin Molner, Harperto de Ried, Theod Cuser filius

Berwout | 1500~1600

Batavia Illustrata bl 881
Achternamenindex

N. Beerwouts in Brabant, vrouw, 16e eeuw x N. van Boschuysen, man. Hieruit: Adolph van Boschuysen x N. van Berkel

Horde, de | 1246-09-16

v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex

Heinricus de Horde houdt van Nicholaus heer van Putte 3 delen van zeker land genaamd Zuidhord, gelegen tussen Scholvliet en Beeninge, en Hugo de Ghest het 4e deel; van de 3 delen krijgt de vrouw van Heinricus 30 sch als een "dotalicium"; Heinricus houdt ook 2 delen van een land gelegen tussen Scholvliet en Westerlike, waarvan Allardus Johannesz het 3e deel houdt. Na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Symon de 3 delen van de heer van Putte krijgen; Heinricus houdt ook in leen ¼ deel van de tienden in Drenkwaard, en dit deel zal krijgen Hugho de Gest en Symon, het 6e deel gaat naar Allardus zoon van Johannes, maar na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Heinricus dat deel van de tienden in Drenkwaard dat Heinricus toekwam, te leen krijgen, met 10 roeden land in Scolvliet

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Willam die Vreze van Oestende en zijn broer Jan Oestende binnen jaar en dag na dode van hun vader Willam van Oestende, met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] hield, gelegen in de parochie van Welsinge, waarvan de abt van Middelburg een deel bezit en Willem van Oestende het wederdeel, pacht 6£ zwarte per jaar; en met ⅓ deel van alinger riende in de parochie van Welsinge, waarvan ⅓ deel aan de abdij van Middelburg toekomt, en het 3e deel aan de abdij St Paulus, pacht 6£ zwarte; "ende dese twe brueders en sellen dese tyenden bij horen live nyet versueken mitter lediger hant"; Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan Joost van der Ameijde en zijn broers

mannen: Zoude van Rijn, Goesen van Voerde

Putten, van | 1246-09-16

v.d. Bergh I no 431
Achternamenindex

Heinricus de Horde houdt van Nicholaus heer van Putte 3 delen van land genaamd Zuidhord, gelegen tussen Scholvliet en Beeninge, en Hugo de Ghest het 4e deel; van de 3 delen krijgt de vrouw van Heinricus 30 sch als een "dotalicium"; Heinricus houdt ook 2 delen van een land gelegen tussen Scholvliet en Westerlike, waarvan Allardus Johannesz het 3e deel houdt. Na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Symon de 3 delen van de heer van Putte krijgen; Heinricus houdt ook in leen ¼ deel van de tienden in Drenkwaard, en dit deel zal krijgen Hugho de Gest en Symon, het 6e deel gaat naar Allardus zoon van Johannes, maar na de dood van Heinricus zal zijn bloedverwant Heinricus dat deel van de tienden in Drenkwaard dat Heinricus toekwam, te leen krijgen, met 10 roeden land in Scolvliet

Numan | 1492-07-16

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 601
Achternamenindex

kreeg mr Gerrit Numan, 1e secretaris en audencier van keizer Maximiliaan enig nieuw aangeslibd land bij Cromstrijen [= Numansdorp] in leen; bedijking, aanstelling van schout, schepenen, dijkgraaf en heemraden; 1492-12-12: droeg hij ¼ van zijn rechten over aan Lodewijk Quarre, thesaurier van de Orde van het Gulden Vlies; 1506: volgde Jan Numan zijn vader op als ambachtsheer van Cromstrijen; 1520: hij verkocht het aan Jan van Barry, deze bedijkte een deel en stelde er een schout aan; 1561: werd zijn zoon Jacob van Barry aangesproken door de rechtsopvolgers van Lodewijk Quarre, nl Jacob Quarre, ridder, Anthonis Tseraets heer van Hadocht en Margriete van Halmale weduwe van Loys Teseraets. Deze eisten nu naast hun ¼ deel van de opbrengst van de ambachtsheerlijkheid, ook ¼ deel van de opbrengst van het schoutambacht

Oostende, van | 1463-04-19

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 377, 377v
Achternamenindex

de broers Willem die Vreze van Oestende en Jan van Oestende worden binnen jaar en dag na dode van hun vader Willem van Oestende beleend met de helft van ⅔ deel van de tienden die Jan de bastaard heer Vranckenz [van Borssele] te leen hield, gelegen in de parochie van Welsingen, waarvan de abdij van Middelburch de handere helft in leen houdt, jaarlijkse pacht 6£ Zwarte Tourn; dezelfde dag worden zij ook beleend met ⅓ deel van tienden in dezelfde parochie, waarvan de abt ⅓ deel heeft en het derde deel door de erfgenamen van Johan heer Vranckenz en de abt gezamenlijk in leen gehouden werden; 1463: Willem van Oestende heeft zijn ⅓ deel overgegeven aan zijn broer en Joest van der Ameijde

Herlaer, van | 1173~

Miraeus: Opera Diplomatica I p 711/II p 709/Gramaije Taxandria p 39/Chartes de la Belgique A Wauters Thome I p 542
Achternamenindex

Fastradus van Uytwijk schonk ⅓ deel van een praedium de Roselo [=Reusel] aan de abdij Postel; ⅙ deel van het allodium Roselo werd door Arnoldus Brabant en zijn zoons Bernerus, Otto en Arnold aan de abdij Postel geschonken; ⅙ deel schonk nobilis matrona Berta de Blaerthem, haar dochter Billa en de zoons van Billa, Alardus comes de Megen, Theodericus en Rogerus de Scademule; ⅙ deel schonk domina Didradis de Ricstel met haar zoon Baldwinus en haar dochter Sibylla; op ⅙ part werd aanspraak gemaakt door Theodericus dominus de Herlaer die echter zijn aanspraken in 1173 afstond aan de abdij Postel. Zijn allodium in Elmeth had hij verkocht aan de abdij van Floreffe, die deze weer overdroeg aan de abdij Postel. Toen Udehilt, de moeder van Theodericus stierf, werd haar erfenis verdeeld. Theodericus gaf zijn zuster, gehuwd met Florentius de Voorne, het allodum Gerdingen in Bastwike