14458 resultaten
Schoten, van | 1393-1394
R.G.P. 174 p 31/Rek Baljuw Den Haag fol 2
Achternamenindex
"Item alsoe hem Dirc van Scoeten an die een side ende Claes verLoren an die ander zijde verwilkoerden an des baljuws hant op een peen van 50 oude sc, wiet op den anderen eerst begon de dat dadinc dat si onderlinge hadden, daerof Dirc voors. verwonnen wordt met rechte, daer die bailliu zijn goede dede antasten ende deedse pachten ende worden ghepacht voor 3£ "
Dunen | 1473-1474
Rek Rentmeester Kennemerland 905 fol 10v
Achternamenindex
[of Duven ?] Jan Dunen Garbrandsz: schepen van Beverwijc, certificatie
Dunen | 1450
Kerkelijke Rek Haarlem fol 2v
Achternamenindex
Gherijt Dircsz Dunen, bi Schoterkapel, 1 Wilh sc van besprec
Slingeland, van | 1388-08-12
Rechtspraak Graaf van Holland III no 333 p 27
Achternamenindex
"dit syn die vierendelen van Lode Maesz diet an minen here ghebleven sijn van allen dinghen hierof roerende; item een ander vierendeel: Heinric Willemsz, Willem van Driemilen en Dric van Slinghelant"
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse
Bitter | 1395
De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex
Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt
Rechede, van | 1395
De Raadt III p 210/Düss Clèves Mark no 660
Achternamenindex
Lubbert van Rechede, dit de Bitere, n'élèvera plus de prétentions envers le comte Thierry de la Mark, du chef des lettres des comtes Adolphe et Englebert en faveur de Henri Vrydage van Pevelingen, et renonce à ses droits an dem hove to Lindenhorst, met zijn wapen. 1405: Lubbert van Rechede, dit die Byeter, vend au comte de Clèves et de la Mark son alleu Oevelhudenguet, paroisse de Seprade [Seppenrade] in deir buirschap tot Eicholt
Merode, van | 1391
De Raadt II p 468, 469
Achternamenindex
Rikals herre vamme Rode ind zu Vraentze, ni ses fils (Werner, Ryckald en Guillaume), ne porteront, à l'archevêque de Cologne aucun dommage "uysser unsen slossen noch -esten, die wijle ind aslange die kriege werent, den die herre van Colne hait mit deme greven van der Marken ind dem greven van Cleve ind synen kinderen"; Marguerite de Wesemael, mère de Guillaume
Hellu, van | 1340-07-31
Akten Gelre Zutfen 1107-1415 p 245, 246
Achternamenindex
Adelysse van Herwijnen oorkondt dat zij op verzoek van Gysbrecht Roelofsz, de helft van de tiende die gelegen is in het gericht van Herwijnen, tussen Vadersstege en het gericht van Vurn, behalve de tiende des papen van Vurn, beleent "daer se Jan die Vaijg heyt verlien ende waerr hij niet, daerre se Jan van Hellu heyt verlien Vaerr hij niet daerr, sou Jan van Herwijnen het verleen off sijn erftgenamen, behaudelic heren Johan Canssen alle sijnre brieve, die hij op dijt voerrs goijt heeft"
mannen: Jans van Hellu en Jans Stercken