13763 resultaten
Aumale, d' |
Navorscher jg I 242
Achternamenindex
Carel Duco graaf van Aumale x Anna van Assendelft. Er zijn kinderen
Folkers | 1666-03-20
Wapenheraut jg II: 41
Achternamenindex
Hermanus Folckers x Catharina Maria Daey
Rode, de | 1340
De Raadt II p 359, III p 242
Achternamenindex
Johan van der Lynden, Johan et Franke van Rode, bourgeois d'Aix la Chapelle promettent de ne plus jamais rien entreprendre contre l hopital de St Marie de Jerusalem de la maison Teutonique, des ungevallis van deme doytslaghe, die geschijt is an Conrarde van der Lijnden, leur frère et neve, van heren Mychaels weghen van der Juncheyt, frère dudit ordre
Zaemslach, van | 1330
De Raadt III p 294/Chap Notre Dame, à Courtrai; CCB Acquits de Lille 1.42
Achternamenindex
Philippe van Zaemschlacht, chevalier; 1431-1435: Jehan de Saemslach donne au bailli de Bruges des quittances relatives aux gages de Denis del Porte, chapelain du duc de Bourgogne, dans son hotel à Bruges
Boekel/Bokel | 1323-12-11
Reg Rotterdam en Schieland no 317
Achternamenindex
Adolf bisschop van Luik, verklaart dat voor hem terecht zittende in de tuin van zijn paleis te Luik, verscheen heer Johans de Chierf, ridder, die een brief deed lezen dat Johans del Donc, die van den bisschop van Luik de tienden der kerk van Ramesdonck met toebehoren in leen hield, huwde met Maha (Machteld) tevoren vrouw van Leo de Tule en moeder van Jehan le Voweit (Voogd), bij welke vrouw Johan del Donc een dochter (Machteld) verwekte, die haar vader en moeder overleefde en voor wie Williames de Uter Nesse, broer van Johan del Donc, als voogd dit leen ontving, dat deze dochter is overleden en Johan del Donc geen andere kinderen had, waarop Johan le Vouweis het gezegde leen heeft verzocht, dat hiertegen Thieris Boecle, heeft aangevoerd dat dit leen op hem was vervallen omdat hij een bloedverwant was van genoemde Johan del Donc, zijnde hij toch diens broeders zoon, en dat na lezing van deze brief, overeenkomstig het gevoelen van Johan le Chierf vonnis is gewezen ten gusnte van Johan le Voweis
Uytternesse
Arkel, van | 1397-08-06
Van Mieris III p 660
Achternamenindex
Johan van Arkel oorkondt dat "ick om ons lants oirbaer dien van Oesterwyck, ende dien van Kedichem, die van Westeringen en van Ryetvelt alle dier erven binnen hebben, dien achterdyck vercoft hebbe haer water mede te keerne, arvelicken ende eeuwelicke te liggene elckermalck jegen sijn erve te behouden in alsulcken rechte als hair erve gelegen is, ende des dyck sal wesen alsve breedt ende alsve lanck als hij placht te wesen in mijns heren tijden mijns vaders eer hij dien lande off genomen wert. Hierbij heb ick doen liggen op desen dyck 3 scouwen in elken jare"