1891 resultaten
Driel, van | 1666-1673
Wapenheraut jg I, II, III
Achternamenindex
schepen, burgemeester van Schiedam: Nicolaes van Driel
Driel, van | 1583
Batavia Illustrata bl 866
Achternamenindex
Rijnsburg van Driel x Jacob de Bevere, schepen in Dordrecht in 1583, gestorven 1585
Driel, van | 1486-1487
Quellen Stift Xanten p 566, 567
Achternamenindex
tienden in Altforst: Claes van Deysen, Jan van Driel 10 schild, maken 22 ½ gld current; pensi tot Altforst: Jan van Driel 26 schild 30 st, maken 60 gld, current restant
Donk, van der | 1366-1372
Ons Voorgeslacht 02-1985 p 53
Achternamenindex
leen van Arkel: heer Jan van der Donk, ridder als getuige vermeld; 1386, 14..: Jan van der Donk, neef van de leenheer; 1459-11-17: na opdracht door Johan van der Donk wordt Dic Woutersz beleend met 3 morgen in Enspijk, belend boven de vrouw van Herman Piek, beneden Dirk Woutersz
Dijk, van | 1552-1560
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 523/7
Achternamenindex
proces: Maritgen van Dijk, stierf in 1538 x 1e Willem Pietersz van Dyck, 2e Cornelis Heijn Arentsz, ex 2e: Willem Cornelisz van Dyk (pest) huwelijksvoorwaarden dd 1535-08-06 met Janueta Jansdochter van Leeuwen, moeder van zijn onwettige kinderen Adriaen en Maritgen
Dijk, van | 1246-02-01
Jungius no 22 p 48
Achternamenindex
overeenkomst tussen Ludolfus heer van Stenvorde en Ludolfus de zoon van zijn broer over het kasteel Stenvorde. Genoemd wordt o.a. Ludolfo de Dicke
Dijk, uten | 1281-1284 (1282-11<)
De Fremery no 228
Achternamenindex
leen ten tijde van Floris V: no 58) Reynier Jansz uten Dike 1 £ van land in Ghere Sidde [Delfland?]
Dijk, uten | 1281-1284 (1282-11<)
De Fremery no 228
Achternamenindex
leen ten tijde van Floris V: no 46) Splinter Jansz uten Dyk houdt in leen 11 morgen in mansione sua [de Dijkpolder onder Monster?]
Dijk, uten | 1282-09-04
De Fremery no 216
Achternamenindex
schepenen van Heusden: Lupertus Faber en Theodericus de Aggere
Dijk, uten | 1288-10-08
De Raadt I p 383/Ville de Cologne no 528, 542
Achternamenindex
Gerardus dominus de Dijke, jure de ne plus jamais rien entreprendre contre les bourgeois de Cologne, qui l'avaient fai prisonnier à Worringen, ni contre le duc de Brabant, ni les comtes de Berg, de Juliers, et de la Mark; 1289-03-15: idem