27959 resultaten
Ruyven, van | 1468-08-01
Coll Aanw 240 fol 1033
Achternamenindex
door een deurwaarder waren zekere gelden geexecuteerd, gekomen "van der doot van den vader van den kinde van Ruyven"
Schoorl, van | 1549-03-12
Genealogie van der Does fol 331/Familiearch Bredius Aerdenhout
Achternamenindex
Gerrit Dircsz van Schoerl is doopgetuige bij de doop van Dieuwertje van der Does te Harlingen, waar Gerrit contrerolleur is
Tesselaar | 1433-1434
Schotboek Hoorn p 102
Achternamenindex
Wadwey: Gherbrant Tesselaer, 7 £: - Dirc Tesselaer 1 £ betaald, - Dirc Reinersz van Opmeer is van Gherbrant Tesselaers scot 1 £ en ⅙ deel van 1 £; Maritgen Gherbrant Tesselaer snaer, 2 £, Dirc Tesselaer geheten Duun is haar voogd en gebruikt het land; IJem: Gerbrant Tesselaersz, 1£
Bernier | 1370-04-04
Ned Leeuw jg 1911 p 53/Orig Arch abdij Leeuwenhorst
Achternamenindex
Heynric Baerniersz verkoopt de helft van enig land te Wateringen hem aangekomen van zijn nicht, de vrouw van Jan Jacobsz, aan Kerstant van Alkemade. Daar Heynric geen zegel had, werd de akte in duplo opgemaakt, het ene exemplaar werd bezegeld door de schout van Wateringen, het andere door Heynrics neef, heer Dirc Aerntz van Dam
Damme, van den | 1370-04-04
Ned Leeuw jg 1911 p 53/Orig Arch abdij Leeuwenhorst
Achternamenindex
Heynric Baerniersz verkoopt de helft van enig land te Wateringen hem aangekomen van zijn nicht, vrouw van Jan Jacobsz, aan Kerstant van Alkemade. Daar Heynric geen zegel had, werd de acte in duplo opgemaakt, het ene exemplaar werd bezegeld door de schout van Wateringen, het andere door Heynrics neef, heer Dirc Aerntz van Dam
Does, van der | 1418-03-01
R.A.H. Coll Aanw 54 fol 36v
Achternamenindex
gravin Jacoba oorkondt dat wijlen haar vader Dirc Potter beleend had met de hofstad en het goed van der Loo, die Lysbetten van der Does jaarlijks omtrent 40 £ gaf, gelegen deels in Maeslandt en deels in Voirburch bij der Loo; na Lysbeth's dood zal deze rente weer aan Dirck terugkomen
Does, van der | 1400-09-24
Arch Abdij Egmond Inv no 605
Achternamenindex
Dirc van Rollant oorkondt dat hij de abt van Egmond heeft opgedragen en wederom van hem in leen ontvangen "alle lienrecht ende toeseggen dat ic hebbe an dat ⅓ deel der rottienden die wileneer Pieter van Rollant, myn oudoem, daer God die ziel of hebben moet, te liene helt van den Godshuus voirs, ende mij nu opbestorven is van Dirc Dircxz van der Does, minen neve, leste besitter van desen liengoede". Dirk van Rolland draagt op alle leengoederen, op het ⅓ deel van de rottiende na, die zijn oudoom Pieter van Rolland eertijds bezeten heeft en die hem van zijn neef Dirc Dircsz van der Does aanbestorven zijn; 1317-05-23: de abt van Egmond beleend Machteld dochter van Dirk van Rolland met de rottiende die haar vader in leen hield van de abt, te versterven op zoons of dochters
Breidenbent, van | 1369
De Raadt I p 325/Düss Jul Berg no 835, 864, 912, 913, 921
Achternamenindex
Werner van Breydenbeendt en drie andere ridders, arbitres entre le duc de Juliers et Godefroid sire zu der Heiden, déclarent que celui-ci doit transporter à celui-là son château de Heiden (Van Pallandt); 1371: Werner de Breidenbeendt, ami et conseiller de la duchesse de Juliers; 1375, 1376: Werner van Breidebent, miles
Duyst | 1463-1468
Bortet: Delft p 111, 112, 307, 113
Achternamenindex
schepen van Delft: Dirc Henricsz Duist, 1445: Dirc Duist Henricsz van Voorhout, kerkmeester van de Oude Kerk te Delft [of het jaar 1545?]; 1485, 1487: Jacob Dirksz Duist, thesaurier of schepen van Delft
Herlaer, van | 1348~ (1345-1351)
Van Mieris II p 759/Matthaeus Chron Egm p 222, 223
Achternamenindex
twist over de tienden van Cole, Boekelsdyc en Bloemertsdyc met de abt van Egmond, die beweerde dat deze tienden als een recht leen aan hem vervallen waren bij de dood van de vrouwe van Rotterdam heer Dirk Boekelsdochter. Zij huwde met heer Simon van Teylinge die belening verzocht aan abt Hugo Mensenz (1326-1345); "daerna doe Haer Symon doot bleef, versochte sijn wijf die tiende, daer veel goede luden over waren, voor Haer Willaem van Rolland, die doe abt was, dies hij haer niet doen en woude"; "Daerna na sij Haer Gerrid van Harlaer te manne, die t oock mede aen Haer Willem van Rolland versochte" zonder resultaat; "Doe seyde Haer Gerrid van Harlaer dat elck man nam, dat hem besciten mochte. Daerna en versocht sij dat goet niet, also langhe alse levede, maer bleef daer in sitten met gewelt.... etc"