25126 resultaten

Duyn, van der | 1410-04-02

Ons Voorgeslacht 05-1988 p 213
Achternamenindex

leen van Egmond: no 7) 4 ½ morgen te Hildegersberge, de Ricygekamp, Jacob van der Duyn, broer van Willem van der Duyn; 1412-07-13: vermeld als Jacob van der Duyn Florisz. 1412: belend oost: 2 morgen op ten Brouck, die hij in leen houdt van heer Dirc van der Lecke, gemeen met Hughe Nachtegael

Does, van der | 1319-09-11

A.R.A. Copie 23 Leenkamer fol 24v/Reg EL 2 fol 9
Achternamenindex

Dieric van der Does krijgt 2 ½ morgen in het ambacht van Leijderdorp, die Jans kinderen van Meerburch van hem hielden en aan deze Dieric verkochten, belend zuid: Huge van Zueten, noord: Harmans land van Heemstede, oost: Costyns land van der Does, west: Dierics land van der Does; in twee andere akten van diezelfde datum komt Dirc van der Does als belending voor

hoofdtak

Arkel, van | 1514-10-20

Nyhoff: Gedenkw VI 2, p 819 no 1312/Liber XI der veertien Registers fol 149,150
Achternamenindex

hertog Karel van Gelre als landvorst en leenheer, doet uitspraak in de geschillen tussen Gerit van Arkel heer van Hoekelom en Reino van Dort, aangaande zekere goederen onder de gerigtsbanken van Tuil en Deil

Deyl, van | 1350~

Cartul Marienweerd Goederenlijst p 355, 356
Achternamenindex

goederenlijst Marienweerd: in Deyl: - retro Ghiselbertum de Deijl, 2 jugera; - 15 denarios et domo lapidea et area que fuerunt Ghiselberti de Deyl et modo domino Wilhelmi de Tuul

Hamelenberge, van | 1467-05-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch

mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel

Does, van der | 1427

Stadsrekening Leiden I p 161, 162
Achternamenindex

dit zijn degenen die geld geleend hebben tot de reijse voir die Eem: Heynric van der Does 5 scilde, Dirc van der Does 5 scilde

1e zijtak

Keppel, van | 1404, 1418

De Raadt II p 200/Düss Clèves Mark no 633/Arnhem Rekenkamer
Achternamenindex

Gauthier van Keppel prend un amodiation héréditaire du comte de Cleves etc "sijn guet gelegen in Lijmersch, achter deir meyr an deir lantwere toe Nyengraeve" (Nieuwgraaf); 1418: Dirc van Keppel van Verwolde, écuyer, scelle le traité des nobles et des villes de la Gueldre, idem Herman en Dirc van Keppel

Doem | 1592, 1595, 1598

Velius: Chronyk van Hoorn Schepenen p 27
Achternamenindex

schepen in Hoorn: Jacob Teunisz Doem

Weyde, van der | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Ghijsbert van der Weijde 1 viertel in Wulcoop (fol 31v); - Peter Hennp 2 morgen 8 hont te Rijswijk, belend boven: Aelbert van Deil met leen van Culemborg, beneden: Aelbert van Deil, met leen van Ghije van der Weijde (fol 37v); - beleend: Willem van der Weyde Maesz met deze 3½ morgen gelegen ter Weyd, zoals Hubert van Blasenborch ze hield, belend boven: Jan Neudenz, beneden: Gysbert Coppier en Daem Meenken (fol 38v); - Gherijt van de Velde Hermansz dat Willem van der Weyde opdroeg, 3½ morgen ter Weyde, belend boven: de heer van Kulenborch en Claes Neudenz, beneden: Willem van der Weyde en Lysbeth Damen kinderen (fol 38v); - Ghijsbert van der Weijde 1 viertel in Wulcoop boven Dirc Overrijn (fol 42)

Abcoude, van | 1372

De Raadt I p 159
Achternamenindex

Jean, bâtard d'Abbekoude, promet de ne jamais se venger du duc de Juliers, dont il fut le prisonnier