15291 resultaten
Arkel, van | 1368-02-14
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 126v
Achternamenindex
hertog Albrecht doet uitspraak tussen heer Jan van Bloijs en de heer van Arkel over hun wederzijdse keurmedigen: "voert seijt mijn heer van den tween knapen die men aentijet Aelbrecht doot van Foreest dat de heer van Arkel mag trachten hen te doen verschijnen voor den baljuw van den Hage," die dan uitspraak zal doen. Lukt het hem niet hen naar den Haag te krijgen dan zal hij ze uit zijn land mogen zetten
Zaenden, van | 1404-03-11
G.A. Alkmaar Klooster Oude Hof no 15 (in dorso no 4)/naar Vangassen no 255 p 134
Achternamenindex
Claes van Saenden Willemsz erkent dat "den baghinen den eyghendom toebehoirt van der muere en van den erve daer die muer op staet die strect twischen den baghynhove ende der hofstede die hair Gheryt van Delf zijn broeder ruemede metter doot mar dat die timmering die hair Gheryt op ter muer hadde doen timmeren sal blijven staen ende dat men in der tymmering gheen op en vensteren houden en sal thegen den baghynhove"
Siongen | 1437-09-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten Agniese Siongen met haar zoon Henric de Wilde heeft opgedragen tbv Willam Claesz als gasthuismeester tot Renen, een stuk land gelegen in der Mersschen in het kerspel van Renen, 14 hont land, geheten "den Dweerhicker", belend oost: Claes van Aelst, zuid: Henrick Bor van Plueren, west: Pieters kinder van Westreren [te lezen: Westrenen ?], noord: Dirck Freijse van Dolre; erftijns 1 goede oude Gelre gr per jaar, en op Agniese's sterfdag zullen de gasthuismeesters voor haar zieleheil en dat van haar ouders ten eeuwigen dage doen delen tbv de armen "zo wes boven 3 Vl gld, jaerlics te pachte van den voors. lande comt, aen weijten schonen brode, ende den weyte selve copen en doen backen", voorts ontvangt elke gasthuismeester dan 1 mingel wijn
Berthout | 1272-01
Navorscher 1902 bl 520/ Buthens Trophée II bl 137
Achternamenindex
Imaine dame de Maelstede, veuve de Henri Berthout, fonda une chapellenie dans le monastère des religieuses victorines de Malines [Mechelen]
Maelstede, van der | 1272-01
Navorscher 1902 bl 520/ Buthens Trophée II bl 137
Achternamenindex
Imaine dame de Maelstede, veuve de Henri Berthout, fonda une chapellenie dans le monastère des religieuses victorines de Malines [Mechelen]
Zaenden, van | 1349-1350
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Bertout van Saenden en Jannetiaen gegeven van den biesten te driven van Alcmaer in den Hage van horen loen 12 gr van beider cost 22 gr; hij loopt ook met brieven (798 fol 17); (fol 24) Bertout van Zaenden die mijns heren beesten pleget te driven ende den paelding pleghet te setten, van 1 roc 17sc 8d; 1350-1351: (fol 3v) afterstal van de jaren 1347, 1348 "van Doedenvenne" 29 sc; (fol 20) van de muddepenning te Alcmaer 7£ 18sc; (fol 25v) van sinen loen ende van sinen cost van den lijfrenten te brengen tot Dordrecht 24sc; (fol 30v) die myns heren vie pleget te driven van sinen roc 20 sc
Duven, van | 1422-12-07
Leenregister Culemborg fol 92
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Geryt Mewe ⅓ deel van 6 morgen op Parijs samen met Willems erfgenamen van der Lochte, dat geheten is Wollofslant, belend boven: Heinric Jacopsz en Jutte Coppiers mit hun kinderen, beneden: Heinric van Duven
Does, van der | 1354
Van Riemsdyk: de Tresorie en kanselarij p 399, 400, 402
Achternamenindex
"dese ie er na volghen waren van mins heren ende van mire vrouwen cledinghe in t jaer ons Heren 1354: cnapen: Mourijn van der Does, jonfrouwen: j. Lisebet van der Does. Myns heren herberghe; mire vrouwe herberghe: van den nappe: Dirc van Wassenaer, 2 paert, 1 knecht; van den scotel: Mouwerijn van der Does 1 paert, 1 knecht"
hoofdtak
Zael | 1423
Rechtspraak Graaf van Holland I p 210
Achternamenindex
"van den seventuych van den lande dat den dyckgrave aff gewijst wort dat Jan Claeszoon van der Beke was [bij Wognem?]: mortuus Jacob Pietersz en Matheeus Pietersz van Hoerne, Jacob Jan Alijtz van Aemsterdam, noch een van daen: Melys Claes Zalenz was de zevende mar die en tuychde niet"